1e + 2e wet Newton

krachten
Kracht & Beweging
Versnelling => 1e + 2e wet van Newton
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

krachten
Kracht & Beweging
Versnelling => 1e + 2e wet van Newton

Slide 1 - Slide

Leerdoelen


  • Eerste wet van Newton
  • Tweede wet van Newton

Slide 2 - Slide

Eerste wet van Newton
Een voorwerp waar geen kracht op werkt is: 
of in rust (staat stil) 
of beweegt met een constante snelheid


Fres=0N

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

traagheid
Traagheid is de eigenschap van een object zich te verzetten tegen snelheidsverandering als er een kracht op wordt uitgeoefend.
Het wil dus in dezelfde richting gaan en dezelfde snelheid.

Slide 6 - Slide

Tweede wet van Newton

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Traagheid
Een voorwerp met een grote massa, heeft een grote traagheid. Dat betekent het voorwerp:
  • kan langzamer optrekken
  • neemt langer om tot stilstand te komen
  • kan moeilijker van beweegrichting veranderen
 

Slide 9 - Slide

Tweede wet van Newton
Als een voorwerp een resulterende kracht heeft, ondervindt dit voorwerp een versnelling die afhankelijk is van de massa van het voorwerp
Fres=ma

Slide 10 - Slide

Fres  =    resultante kracht    (N)
m      =    massa                    (kg)
a       =    versnelling             (m/s2)
Fres=ma

Slide 11 - Slide

Definitie van de tweede wet van Newton
1N is gelijk aan de resultante kracht die 1 kg 
een versnelling van 1 m/s2 geeft.

Slide 12 - Slide

Rekenen met de tweede wet van Newton
.

  • Noteer het rekenkruis en noteer de formule die geldt voor de tweede wet van Newton.
  • Zoek uit welke gegevens je al weet en welke je nog moet uitrekenen.
  • let op dit is een tweetrapsberekening (dus er zijn twee formules nodig)

Slide 13 - Slide

Bereken de resulterende kracht
.



Met welke formule kun je de a uitrekenen?
formule
F = m * a
F = ?
m = 800 kg
a = weet ik nog niet

Slide 14 - Slide

Eerst de versnelling
a       = ?
vbegin = 0 m/s
veind  = 54 : 3,6 = 15 m/s
t        = 4,0 s


a =                 m/s2


.
a=ΔtΔv
a=415
3,75

Slide 15 - Slide

Dan weer verder met de resultante
.




formule
F = m * a
F = ?
m = 800 kg
a = 3,75 m/s2

F = 800 * 3,75

F =                N
3000

Slide 16 - Slide

Bereken deze vraag

Slide 17 - Slide

Antwoord

Slide 18 - Slide

Samenvatting:
  • Traagheid - voorwerp gaat beweging tegen, dit is afhankelijk van de massa
  • Eerste wet van Newton                                dus de versnelling = 0 m/s2
  • Tweede wet van Newton
Fres=ma
Fvs=Ft

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Lezen paragraaf 5.3 bladzijde 202 t/m 206
maken vraag 26, 27, 28, 29 en 30 (blz. 206 +207)

Slide 21 - Slide