GL5 chap 2 source C poser des questions en français

poser une question en français

In het Nederlands heb je twee soorten vragen:

1) heb je een broer?

2) waar woon je broer?

Wat is het verschil?

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

poser une question en français

In het Nederlands heb je twee soorten vragen:

1) heb je een broer?

2) waar woon je broer?

Wat is het verschil?

Slide 1 - Slide

twee soorten vragen

1) heb je een broer? antwoord begint met ja/nee

              => gesloten vraag

2) waar woon je ? geen ja/nee vraag, wel een vraagwoord

     => open vraag

Slide 2 - Slide

aussi en français !

1) Tu as un frère ?  => gesloten

2) Tu habites où ? => open


mais il y a un petit problème...

Slide 3 - Slide

3 voor de prijs van 1 !

1) Tu as un frère ?  Est-ce que tu as un frère ? As-tu un frère ?

allemaal een vertaling van "Heb je een broer?"

2) Tu habites où ? Où est-ce que tu habites ? Où habites-tu ?

allemaal  een vertaling van "Waar woon je?" 

Slide 4 - Slide

gesloten vraag in het Frans: de abc methode!

3 manieren

a) Tu as un frère ? => gewone volgorde

b) Est-ce que tu as un frère ? => est-ce que + gewone volgorde

c) As-tu un frère ? => inversie (omkering onderwerp/pv)

     let op! alleen met een pvnw (b.v. tu, vous, elle enz) & denk aan het streepje

Slide 5 - Slide


open vraag in het Frans: de abc methode!

3 manieren

a) Tu habites où ? => gewone volgorde + vraagwoord

b) Où est-ce que tu habites ? => vraagwoord + est-ce que + gewone volgorde

c) Où habites-tu ? => vraagwoord + inversie (omkering onderwerp/pv)

     let op! Denk aan het streepje!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Tu as beaucoup d'amis ?
A
open vraag a
B
gesloten vraag a
C
open vraag b
D
gesloten vraag c

Slide 8 - Quiz

Est-ce que tu aimes Louane ?
A
open vraag a
B
open vraag c
C
gesloten vraag b
D
gesloten vraag a

Slide 9 - Quiz

Pourquoi vas-tu au collège ?
A
open vraag b
B
open vraag a
C
gesloten vraag c
D
open vraag c

Slide 10 - Quiz

Ça va bien?
A
open vraag c
B
gesloten vraag a
C
gesloten vraag c
D
open vraag a

Slide 11 - Quiz

Tu dors combien d'heures par nuit ?
A
gesloten vraag a
B
gesloten vraag b
C
open vraag a
D
open vraag b

Slide 12 - Quiz

Tu as beaucoup d'amis ? => gesloten, a
Zet deze vraag in b

Slide 13 - Open question

Est-ce que tu aimes Louane ? => gesloten, b

Zet deze vraag om in c

Slide 14 - Open question

Pourquoi vas-tu au collège ? => open, c
zet deze vraag om in b

Slide 15 - Open question

Ça va bien? => gesloten, a
je kan deze vraag alleen omzetten in ...

A
a
B
b
C
c

Slide 16 - Quiz

Tu dors combien d'heures par nuit ? => open, a

zet deze vraag om in c

Slide 17 - Open question


conclusie: leer de vragen herkennen en omzetten volgens de abc methode!

Slide 18 - Slide