2a3 6/4 zke

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Test van grammatica

Het vraagwoord quel

        quel / quelle / quels / quelles   +   vorm van être  =  wat

Quelle est ta matière préférée?  =  Wat is je lievelingsvak?

Quel est ton plat préféré?              =  Wat is je lievelingsgerecht?

Quels sont vos hobbys?                =  Wat zijn uw hobbys?

                  In alle andere gevallen betekent het welke.

Het vraagwoord quel

 quel        ->  verandert mee met het znw waar het bij hoort

mnl ev    ->    quel

vrl    ev    ->     quelle

mnl mv  ->     quels

vrl    mv  ->     quelles  

Is het 'quel/quelle/quels/quelles'
............... est ton jean préféré?

1. quels
2. quelles
3. quel
4. quelle

............. sont les meilleures notes de classe?

1. quelles
2. quel
3. quels
4. quelle

............... est la ville la plus belle: Amsterdam ou Paris?

1. quel
2. quels
3. quelles
4. quelle

............... est le nom de sa copine?

1. quel
2. quels
3. quelles
4. quelle

Vertaal:

Zij nemen (mnl) =

Vertaal:

Jullie hebben genomen =

Vertaal:

Zij heeft genomen =

Vertaal:

Jij neemt =

Au travail!

Kies zelf wat je gaat doen.

Test jezelf, woorden leren, quizlet, oefenopdrachten, opdrachten van de methode, je eigen oefentoets maken...

Misschien wil je nog extra uitleg?

Wat ga jij deze les doen ter voorbereiding voor de toets?

Hoe goed beheers jij alle stof van dit hoofstuk op dit moment?

010

Hoe goed beheers jij alle stof van dit hoofstuk nu, aan het eind van deze les?

010

Wat ga je verder nog doen om de stof te leren?