10.3-2 Biodiversiteit 5H 2425

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.3 Soortenrijkdom/biodiversiteit

Slide 2 - Slide

Lesdoel 10.3-2 Je kunt
  • het verband beschrijven tussen de grootte van een ecosysteem en zijn soortenrijkdom.
  • het belang uitleggen van biodiversiteit voor de veerkracht van biologische systemen 
  • beschrijven hoe biologen deze veerkracht behouden en vergroten

Slide 3 - Slide

Eilandtheorie
Vergelijk een groot en een klein eiland.

Op welke eiland is de kans op uitsterven van een soort het grootst?










Slide 4 - Slide

Eilandtheorie
Vergelijk een groot en een klein eiland.

Op welke eiland is de kans op uitsterven van een soort het grootst?
Op het kleine eiland.










Slide 5 - Slide

Eilandtheorie
Vergelijk een eiland dichtbij het vaste
land en een eiland veraf.

Op welke eiland is de kans dat een nieuwe soort vanaf het vaste land zich vestigt het grootst?











Slide 6 - Slide

Eilandtheorie
Vergelijk een eiland dichtbij het vaste
land en een eiland veraf.

Op welke eiland is de kans dat een nieuwe soort vanaf het vaste land zich vestigt het grootst?
Op het eiland dat dichtbij ligt.











Slide 7 - Slide

Eilandtheorie
Vergelijk een eiland dichtbij het vaste
land en een eiland veraf.

Op welke eiland is de kans dat een nieuwe soort vanaf het vaste land zich vestigt het grootst?
Maakt het dan nog uit hoeveel soorten er al op het eiland zijn?










Slide 8 - Slide

Eilandtheorie
Vergelijk een eiland dichtbij het vaste
land en een eiland veraf.
Op welke eiland is de kans dat een nieuwe soort vanaf het vaste land zich vestigt het grootst? Op het eiland dat dichtbij ligt.
Maakt het dan nog uit hoeveel soorten er al op het eiland zijn?
Ja: als er al veel soorten zijn is de kans kleiner dan als er nog niet veel soorten zijn.









Slide 9 - Slide

Eilandtheorie










x-as aantal soorten - y-as immigratiesnelheid/snelheid van sterfte-dichtbij/veraf - klein/groot

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Eilandtheorie
Een park middenin de stad is óók
een 'eiland'. 
Of een bos middenin een industrieel gebied.











Slide 12 - Slide

Landschap in Nederland
Nederland heeft een cultuurlandschap: inrichting is bepaald en vormgegeven door mensen.

2/3 is landbouwgrond (50% grasland)
1/6 is bos, deels voor bosbouw (productiebos).

Slide 13 - Slide

Impact op biodiversiteit
Mensen veranderen de aarde en daardoor verdwijnen ecosystemen, worden leefgebieden kleiner en veranderen leefomgevingen.
De biodiversiteit wordt daardoor kleiner.
Biodiversiteit: het totaal aan verschillende soorten in een gebied (planten, dieren, bacteriën, schimmels).

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Natuurbeheer (voorbeelden)
Rode lijst
Natura 2000 - ontsnippering
Genenbanken

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Ontsnippering

Slide 18 - Slide

Goed nieuws show
Herintroductie ooievaars

Slide 19 - Slide

Goed nieuws show
Herintroductie bevers

Slide 20 - Slide

Lesdoel 10.3-2 Je kunt
  • het verband beschrijven tussen de grootte van een ecosysteem en zijn soortenrijkdom.
  • het belang uitleggen van biodiversiteit voor de veerkracht van biologische systemen 
  • beschrijven hoe biologen deze veerkracht behouden en vergroten

Slide 21 - Slide

HUISWERK
Maak opdrachten 10.3
Leerdoel 6 en 7

Slide 22 - Slide