MK 1.3 Les 2

MK 3.1 Les 2
Inwendige en uitwendige ziekteoorzaken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

MK 3.1 Les 2
Inwendige en uitwendige ziekteoorzaken

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Ik kan de verschillende inwendige en uitwendige ziekteoorzaken omschrijven 

Slide 2 - Slide

Ziekte
1. Inwendige ziekteoorzaken, ook wel ... genoemd
2. Uitwendige ziekteoorzaken, ook wel ... genoemd

Kunnen elkaar beïnvloeden, vb.  stofwisselingsstoornis

Slide 3 - Slide

Inwendige ziekteoorzaken
- Genetische oorzaken
-  Prenatale oorzaken
- Perinatale oorzaken

Slide 4 - Slide

Prenatale oorzaken
We spreken van prenatale oorzaken bij niet-erfelijke afwijkingen, die zijn ontstaan tijdens de zwangerschap.

Embryonale fase --> begin zwangerschap
Foetale fase --> vanaf 12e week, na 25e week organen volledig ontwikkeld
VB. zwangerschapsdiabetes of anti-epileptica


Slide 5 - Slide

Perinatale oorzaken
Ontstaan tijdens de bevalling
VOORBEELDEN:
Infantiele encefalopathie, steeds terugkerende lage bloedsuikerspiegels of hypoglykemie, kernicterus (een ernstige vorm van geelzucht na de geboorte), infecties kort na de geboorte.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Predispostie
Aanleg voor een ziekte
Onder invloed van bepaalde uitwendige prikkels of door bijzondere omstandigheden komt de ziekte pas later in het leven tot ontwikkeling.

Slide 8 - Slide

Uitwendige ziekteoorzaken
- mechanische factoren
- fysische factoren
- chemische factoren
- verkeerde voeding
- biologische factoren
- allergische factoren 
- nieuwvormingen
- psychische factoren
- sociale factoren.

Slide 9 - Slide

Biologische oorzaken
Onder te verdelen in macro-organismen en micro-organismen
Macro-organismen: met het blote oog waarneembaar
Micro-organismen: alleen zichtbaar met microscoop

Slide 10 - Slide

Micro-organismen
Onder te verdelen in dierlijke en plantaardige.

Dierlijke micro-organismen: Tot de dierlijke micro-organismen rekent men de protozoën.  VB. Malaria krijg je van het protozo Plasmodium, die in tropische landen vaak voorkomt en overgebracht wordt door de steek van een mug.
Plantaardige micro-organismen: De groep van de plantaardige micro-organismen bestaat uit bacteriën, virussen, schimmels en gisten.

Slide 11 - Slide

Bacterien
Bacteriën vormen de grootste groep van de ziekteverwekkers en kunnen op alle plaatsen in het lichaam infecties veroorzaken. Bacteriën zijn in staat zich te delen, waardoor zij zich buiten lichaamscellen kunnen voortplanten. 

VB. Urineweginfecties, longontsteking, tetanus, steenpuisten, angina en gonorroe.

Slide 12 - Slide

Schimmels en gisten

Schimmels en gisten komen alleen voor in de oppervlakte van de huid en de slijmvliezen.

VB. Spruw in de mond en slokdarm, ringworm in de huid, zwemmerseczeem tussen de tenen en een Candida-infectie in de vagina.

Slide 13 - Slide

Virussen
Virussen zijn zeer kleine ziekteverwekkers. Zij bestaan uit erfelijk materiaal met een eiwitomhulsel en kunnen zich alleen in levende cellen vermenigvuldigen, omdat zij daarvoor enzymen en eiwitten van de cellen nodig hebben. Dit gaat ten koste van die cellen, die daardoor afsterven. Virussen hebben dus altijd een gastheer nodig. 

VB. Griep (influenza), koortsblaasjes (herpes simplex), gordelroos (herpes zoster) en aids.

Slide 14 - Slide

Nieuwvorming
Bij een nieuwvorming (neoplasie) gaat het om het ontstaan van een gezwel. In een bepaald weefsel zijn cellen gaan woekeren. Deze houden zich niet meer aan het normale groeipatroon. De celgroei is ontregeld.
VB. Uv-straling (huidkanker), teer en rook (longkanker) en vetten (darmkanker), kunnen veranderingen in cellen veroorzaken die de groei en de kenmerken van die cellen verstoren. 

Andere begrippen voor het aanduiden van een kwaadaardig gezwel zijn neoplasma, maligniteit, carcinoom of kanker.

Slide 15 - Slide

Lesdoel:
Ik kan de verschillende inwendige en uitwendige ziekteoorzaken omschrijven 

Slide 16 - Slide

Maken:
Pathologie - Module 1. Gezondheid en Ziekte – 3. Ziekteoorzaken opdracht 8a t/m 12c eDition

Klaar? Je hebt de casus ‘Niet zomaar een ziekte’ gelezen als voorbereiding op deze les.

Welke begrippen in de casus vond je lastig?
Hoe heb je ervoor gezorgd dat je deze begrippen beter begreep?

Slide 17 - Slide

Hoe vonden jullie de les?
Tips/tops

Slide 18 - Slide