Lezen: 1.5 Feit, mening en argument

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Dus wat gaan we doen?

Herhalen: tekstdoelen en opbouw van een tekst

Nieuwe theorie: Feit, mening en argument

Zelfstandig aan de slag in de licentie

OEFENEN MET ONDERWERP VAN EEN TEKST

Welke kennis heb je al?

Wat is het onderwerp?

1. Duurzame fietsen
2. De levensduur van een fietsaccu.
3. Gereviseerde accu's

OEFENEN MET TEKSTDOEL

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. overhalen

Nieuwe theorie

Feit

Mening

Argument

Feiten, meningen en argumenten

Schrijf één ding op wat je weet over feiten, meningen en argumenten. 

Feit

• Uitspraak over iets wat waar of onwaar is.
  
• Het is controleerbaar. Je kunt altijd controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is.  

Mening

• Wat iemand ergens van vindt. 
• Het is niet controleerbaar. Je kunt het eens of oneens zijn. 

Argument

• Een onderbouwing van de mening.
• De uitleg waarom iemand die mening heeft. 

Soort tekst: een betoog

In betoog wil de schrijver je overtuigen. In een betoog vind je dan ook altijd argumentatie daarvoor. Een betoog is altijd subjectief.

Voorbeeld van een betoog: een ingezonden brief, een column of een debat (waarbij voor- en tegenstanders met elkaar discussieren over een stelling.) 

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.  

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

..., omdat hij goede standpunten heeft.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Aan de slag!

Lezen, Luisteren en kijken

1.5 Feit, mening en argument

Maken opdrachten 1 t/m 3