HV1 Schrijfvaardigheid 40

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom HV1A

Programma

1. 10 minuten lezen
2. Herhaling leesvaardigheid
3. Schrijfvaardigheid 40: tekstopbouw: inhoud en inleiding
4. Afsluiting en vooruitblik

10 minuten lezen

Welke vijf tekstdoelen ken je/moet je kennen?

Noem een voorbeeld van een informerende tekst.

Noem een voorbeeld van een activerende tekst.

Waar of niet waar?
Een activerende tekst lijkt op een overtuigende tekst, maar het gaat een stapje verder: de schrijver wil niet alleen dat je het met hem/haar eens bent, hij/zij wil ook dat je iets (niet) gaat DOEN.

1. waar
2. niet waar

In welke tekstsoort staan voornamelijk feiten?

1. overtuigende tekst
2. beschouwende tekst
3. activerende tekst
4. informerende tekst

Doel: Je leert hoe je een tekst opbouwt en hoe je een goede inleiding schrijft. Lees nu eerst blz. 162 goed.

Hoe is een tekst opgebouwd? Wat is de vaste indeling van een tekst?

1. inleiding - slot - middenstuk/kern
2. inleiding - middenstuk/kern - slot
3. middenstuk/kern - inleiding - slot
4. slot - inleiding - middenstuk/kern

Vind je de verdeling van de tekst hiernaast goed?

1. ja, de tekst heeft een inleiding, een middenstuk/kern en een slot
2. ja, alle delen zijn evenlang
3. nee, het slot is erg lang
4. nee, eigenlijk hoort het slot bij het middenstuk

Wat is het doel van de titel van een tekst?

1. de titel trekt de aandacht en laat zien waar de tekst over gaat
2. de titel trekt de aandacht
3. de titel laat zien waar de tekst over gaat
4. de titel heeft geen doel

Wat is het doel van de inleiding van een tekst?

1. de inleiding heeft als doel de lezer ervan overtuigen verder te lezen
2. de inleiding heeft als doel aankondigen wat in welke alinea staat verderop in de tekst
3. de inleiding heeft hetzelfde doel als de titel: de aandacht trekken en het onderwerp introduceren
4. de inleiding heeft als doel de belangrijkste informatie van de tekst te vertellen

Wat is het doel van het middenstuk/de kern van een tekst?

1. het middenstuk heeft geen specifiek doel
2. het middenstuk werkt de deelonderwerpen verder uit
3. het middenstuk sluit de tekst af
4. het middenstuk geeft feitelijke informatie

Waar of niet waar?
In het middenstuk kun je structuur aangeven door middel van tussenkopjes.

1. waar
2. niet waar

Wat is het doel van het slot van een tekst?

1. het slot sluit de tekst af met een samenvatting of een conclusie
2. het slot rond de tekst af met een leuke zin
3. het slot heeft geen specifiek doel en kan worden weggelaten
4. het slot geeft suggesties om verder te lezen over het onderwerp

Bekijk de alinea's van opdracht 1 in je boek op pagina 162 en 163.
De alinea's zijn door elkaar gehusseld.
Wat is een logische volgorde?

1. Alinea 1 - Alinea 2 - Alinea 4 - Alinea 3
2. Alinea 2 - Alinea 4 - Alinea 1 - Alinea 3
3. Alinea 3 – Alinea 4 – Alinea 1 – Alinea 2
4. Alinea 3 - Alinea 4 - Alinea 2 - Alinea 1

Kijk nog eens naar alinea 2 van opdracht 1 in je boek op pagina 162 en 163.
Verzin een passend tussenkopje voor deze alinea.

Kijk nog eens naar alinea 4 van opdracht 1 in je boek op pagina 162 en 163.
Verzin een passend tussenkopje voor deze alinea.

Kijk nog eens naar de alinea's van opdracht 1 in je boek op pagina 162 en 163.
Geef de tekst een goede titel.

Bekijk de eerste inleiding van opdracht 2 in je boek op pagina 163.
Wat is het onderwerp van die inleiding?

Kijk nog eens naar de eerste inleiding van
opdracht 2 in je boek op pagina 163.

Wat is het doel?

1. informeren
2. beschouwen
3. overtuigen
4. activeren

Bekijk de tweede inleiding van opdracht 2 in je boek op pagina 163.
Wat is het onderwerp van die inleiding?

Kijk nog eens naar de tweede inleiding van opdracht 2 in je boek op pagina 163.

Wat is het doel?

1. informeren
2. beschouwen
3. overtuigen
4. activeren

Even testen!

Hoe is een tekst opgebouwd?

Even testen!

Wat zijn de twee doelen van zowel de titel als de inleiding?

Afsluiting en vooruitblik

Huiswerk: lees 10 pagina's van je leesboek (tenzij je hem al bijna uithebt). Leer blz. 162: alinea 1.

Volgende "les": morgen.