3 basis - H3 Lezen

Welkom bij Nederlands!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

In deze les                                                       Tijd: 90 min.
  • Binnenkomst (5 min.)
  • Lesopening (5 min.)

  • Aan het werk gaan (15 min.):
- Klassikaal doornemen: Teksten met een mening (blz. 157)
- Samen lezen: Tekst 1 - Gamen is (ook) goed voor je (blz. 158 en 159)

  • Zelfstandig aan het werk gaan en klassikaal bespreken (25 min.): opdracht 2 (bladzijde 161)

  • Klassikaal doornemen en zelfstandig maken (35 min.):
- Doornemen: Opbouw in alinea's (blz. 162)
- Zelfstandig maken: opdracht 3 (blz. 162 en 163) en opdracht 6 (blz. 165 en 166)
  • Evaluatie en reflectie (5 min.)

Doelen van deze les:

- Je kunt teksten met een mening herkennen.

- Je kunt feiten en meningen in een tekst herkennen.

- Je kunt signaalwoorden herkennen en de verbanden die ze laten zien.












Slide 2 - Slide

Blok 3: Teksten met een mening (blz. 157)
De kernzin kan op verschillende plaatsen in een alinea staan:



  • De kernzin is de eerste zin van de alinea.
  • De kernzin is de tweede zin, na een inleidende zin.
  • De kernzin staat midden in de alinea.
  • De kernzin is de laatste zin van de alinea.



Slide 3 - Slide

Meningen geven
Overtuigen van een mening 

Slide 4 - Slide

Meningen laten zien:

  • De schrijver geeft de mening weer van één of meer deskundigen, zonder zijn eigen mening te geven.

  • De lezer kan daarna zelf een mening vormen.


Voorbeelden: artikel in tijdschrift, artikel in krant.
 Overtuigen van een mening:

  • De schrijver geeft zijn eigen mening.

  • Hij laat zo veel mogelijk argumenten zien die zijn mening ondersteunen.

  • Hij wil de lezer ervan overtuigen dat hij gelijk heeft.

Voorbeelden: ingezonden brief, recensie, blog.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

In deze les                                                       Tijd: 90 min.
  • Binnenkomst (5 min.)
  • Lesopening (5 min.)

  • Aan het werk gaan (15 min.):
- Klassikaal doornemen: Teksten met een mening (blz. 157)
- Samen lezen: Tekst 1 - Gamen is (ook) goed voor je (blz. 158 en 159)

  • Zelfstandig aan het werk gaan en klassikaal bespreken (25 min.): opdracht 2 (bladzijde 161)

  • Klassikaal doornemen en zelfstandig maken (35 min.):
- Doornemen: Opbouw in alinea's (blz. 162)
- Zelfstandig maken: opdracht 3 (blz. 162 en 163) en opdracht 6 (blz. 165 en 166)
  • Evaluatie en reflectie (5 min.)

Doelen van deze les:

- Je kunt teksten met een mening herkennen.

- Je kunt feiten en meningen in een tekst herkennen.

- Je kunt signaalwoorden herkennen en de verbanden die ze laten zien.












Slide 8 - Slide

Zelfstandig maken: 
opdracht 2 (blz. 161)

Slide 9 - Slide

Bespreken: opdracht 2 (blz. 161)

Slide 10 - Slide

signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden en tekstverbanden
Aan signaalwoorden kun je zien welk verband er is tussen zinnen en alinea's.

Je kunt zien wat zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zelfstandig: 
opdracht 3 (blz. 162 en 163) 

Slide 14 - Slide

Blok 2: Inleiding, slot en kernzin (blz. 103)
De kernzin kan op verschillende plaatsen in een alinea staan:



  • De kernzin is de eerste zin van de alinea.
  • De kernzin is de tweede zin, na een inleidende zin.
  • De kernzin staat midden in de alinea.
  • De kernzin is de laatste zin van de alinea.



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

De kernzin vinden
De kernzin kan op verschillende plaatsen in een alinea staan:



  • De kernzin is de eerste zin van de alinea.
  • De kernzin is de tweede zin, na een inleidende zin.
  • De kernzin staat midden in de alinea.
  • De kernzin is de laatste zin van de alinea.



Slide 17 - Slide

De kernzin vinden
De kernzin kan op verschillende plaatsen in een alinea staan:



  • De kernzin is de eerste zin van de alinea.
  • De kernzin is de tweede zin, na een inleidende zin.
  • De kernzin staat midden in de alinea.
  • De kernzin is de laatste zin van de alinea.



Slide 18 - Slide

Hoofdzaken
Teksten zijn verdeeld in alinea’s.

De belangrijkste informatie uit een alinea (de hoofdzaken) staat in de kernzin.

Slide 19 - Slide

Bijzaken
De rest van een alinea bestaat uit voorbeelden van wat in de kernzin staat of een uitleg daarvan (de bijzaken).

Die zijn minder belangrijk.

Slide 20 - Slide

De hoofdgedachte
De hoofdgedachte is het belangrijkste dat de schrijver met zijn tekst over het onderwerp wil zeggen.

Beantwoord de vraag:
Wat vertelt de schrijver over het onderwerp van de tekst?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Zelfstandig maken: opdracht 5 (blz. 104)
De kernzin kan op verschillende plaatsen in een alinea staan:



  • De kernzin is de eerste zin van de alinea.
  • De kernzin is de tweede zin, na een inleidende zin.
  • De kernzin staat midden in de alinea.
  • De kernzin is de laatste zin van de alinea.



Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Terugblik op deze les
Doelen van deze les:


Blok 2
- Je kunt aangeven hoe een schrijver de tekst inleidt en afsluit.
- Je kunt de kernzin van een alinea aanwijzen.
- Je kunt de hoofdgedachte van een tekst geven.

Blok 3
- Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten.
- Je herkent signaalwoorden en de verbanden die ze laten zien. 

Slide 25 - Slide