This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Economie - Havo 4 - Crisis
Havo 4
Crisis 1
Slide 1 - Slide
Programma
Lesdoel
Terugblik
Instructie
Begeleid oefenen
Zelfstandig werken
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Lesdoel
> Uitleg methode LWEO
> De relatie tussen consumentenvertrouwen, bestedingen en werkloosheid uitleggen.
> Uitleggen waarom deflatie niet goed is voor de economie.
Slide 3 - Slide
nos.nl
Slide 4 - Link
Waarom zou ik dit plaatje in de presentatie gebruikt hebben?
Over een lening betaal je rente. (Geld lenen kost geld)
Over spaargeld krijg je rente.
Als de ECB de werkloosheid wil verkleinen, zullen ze de bestedingen van mensen willen stimuleren. Echter hoe meer geld mensen uitgeven, hoe meer er geproduceerd moet worden, hoe meer banen er zijn.
Zij zullen dus de rente verlagen. Dan zal er minder gespaard worden en meer geleend worden. Hoe meer geld mensen hebben, hoe meer ze zullen uitgeven.
Slide 5 - Slide
Waarom zou ik dit plaatje in de presentatie gebruikt hebben?
Door deze maatregelen neemt de geldhoeveelheid toe. Dat kan leiden tot inflatie.
Inflatie = het stijgen van het algemene prijspeil. Je koopkracht neemt dan af; je kunt dan minder voor je geld kopen.
Het tegenovergestelde van inflatie is deflatie. Hierbij daalt het algemene prijspeil. Nadeel daarvan is dat mensen hun bestedingen zullen uitstellen, omdat ze hopen dat het nog goedkoper zal worden.
Slide 6 - Slide
Waarom zou ik dit plaatje in de presentatie gebruikt hebben?
Begeleid oefenen - leerstrategie
CONTEXT MAP
Dit kan heel nuttig zijn om oorzaak en gevolg-relaties overzichtelijk weer te geven of om complexe leerstof visueel te verduidelijken.
De opzet heb ik al gemaakt. We gaan hem nu samen invullen met de informatie uit de vorige slide.
Slide 7 - Slide
Zelfstandig werken - huiswerk
Basis en intensief: maken vraag 1.1 t/m 1.9
Plus en compact: 1.1 t/m 1.4, 1.6 t/m 1.9
Slide 8 - Slide
Evaluatie
Je krijgt een aantal vragen over de behandelde lesstof.
Slide 9 - Slide
Hoe kan weinig vertrouwen in de economie leiden tot werkloosheid?