This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Vierkant ABCD is in vier stukken verdeeld. De oppervlakte van vierkant HJGD is en de oppervlakte van vierkant DBFJ is
Bereken de lengte van lijnstuk DG
64cm2
9cm2
A
DG = 8 cm
B
DG=√64
C
DG = 64cm
Slide 4 - Quiz
Vierkant ABCD is in vier stukken verdeeld. De oppervlakte van vierkant HJGD is en de oppervlakte van vierkant DBFJ is
Hoe groot is de oppervlakte van rechthoek AEJH?
64cm2
9cm2
A
opp=64cm2
B
Opp=24cm2
C
opp=9cm2
Slide 5 - Quiz
Vierkant ABCD is in vier stukken verdeeld. De oppervlakte van vierkant HJGD is en de oppervlakte van vierkant DBFJ is
Hoeveel cm is zijde AB?
64cm2
9cm2
A
AB = 8 cm
B
AB = 11 cm
C
AB = 3 cm
Slide 6 - Quiz
Bereken de oppervlakte van driehoek EFG
Slide 7 - Open question
Bereken:
(21√18)2
Slide 8 - Open question
Aan de slag
Je gaat rustig aan het werk...
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Maak opdracht V-3, V-4, V-5, V-7 en V-8 uit je boek
Kijk je werk goed na met een andere kleur.
Slide 9 - Slide
4-1 De stelling van Pythagoras
Slide 10 - Slide
Pythagoras was een belangrijk Grieks denker, wiens gedachten grote invloed hebben gehad op de Griekse filosofie. Hij werd geboren op Samos in het midden van zesde eeuw voor Christus. Zijn precieze geboorte- en sterfdatum zijn onbekend. Vanuit Samos maakte Pythagoras reizen door Egypte en Mesopotamië.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Donald and Pythagoras
Slide 13 - Slide
Welke zijden zijn de rechthoekszijden van driehoek ABC?
A
zijde AC en zijde AB
B
zijde BC en zijde AB
C
zijde AC en zijde BC
Slide 14 - Quiz
Aan de slag
Je gaat rustig aan het werk...
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Maak opdracht 5 en 6 uit je boek
Kijk je werk goed na met een andere kleur.
Slide 15 - Slide
4-2 Een zijde berekenen
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
de stelling van Pythagoras
Slide 18 - Slide
Bereken zijde EF.
Rond je antwoord af op een decimaal.
A
EF = 6
B
EF = 5,7
C
EF = 5,6
D
EF = 5
Slide 19 - Quiz
Bereken zijde KM.
A
KM=[?]√4
B
KM = 4
C
KM = 2
D
KM = 8
Slide 20 - Quiz
Bereken zijde HJ.
Geef een exact antwoord
A
HJ=√89
B
HJ = 9
C
HJ = 9,4
D
HJ = 9,5
Slide 21 - Quiz
Bereken de lengte van lijnstuk AB. Geef een exact antwoord
A
AB=√53
B
AB=7,3
C
AB=√13
D
AB=3,6
Slide 22 - Quiz
Aan de slag
Je gaat rustig aan het werk...
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Maak opdracht 8, 9, 10, 12, 13, 14 uit je boek
Kijk je werk goed na met een andere kleur.
Slide 23 - Slide
4-3 De stelling toepassen
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Een animatie van een Pythagoras boom
Slide 26 - Slide
De grootte van een beeldscherm wordt aangegeven met de lengte van de diagonaal van het beeldscherm. Trudie heeft een tv op haar kamer met een beeldscherm van 25 cm breed en 18 cm hoog. Bereken de lengte van de diagonaal van haar beeldscherm.
A
de lengte van de diagonaal is 30 cm
B
de lengte van de diagonaal is 43 cm
C
de lengte van de diagonaal is 31 cm
D
de lengte van de diagonaal is 42 cm
Slide 27 - Quiz
De grootte van een beeldscherm wordt aangegeven met de lengte van de diagonaal van het beeldscherm. Van een tv is het beeldscherm 46 cm hoog en is de diagonaal 94 cm lang. Hoe breed is het beeldscherm van deze tv?
A
de breedte van het beeldscherm is 81 cm
B
de breedte van het beeldscherm is 82 cm
C
de breedte van het beeldscherm is 12 cm
D
de breedte van het beeldscherm is 105 cm
Slide 28 - Quiz
Hans probeert een snel stromende rivier van 28 meter breed over te zwemmen. Als hij aan de overkant is, merkt hij dat het water hem 98 meter stroomafwaarts heeft meegevoerd. Bereken hoeveel meter Hans zwemmend heeft afgelegd. Rond je antwoord af op helen.
Slide 29 - Open question
Aan de slag
Je gaat rustig aan het werk...
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Maak opdracht 15, 18, 19, 20 ,21 uit je boek
Kijk je werk goed na met een andere kleur.
Slide 30 - Slide
4-4 In de kubus en in de balk
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
https:
Slide 34 - Link
Job spant een touw tussen twee paaltjes. Het touw hangt horizontaal. De tegels van het terras zijn 50 cm bij 50 cm. Bereken de lengte van het touw.
A
De lengte van het
touw is 5,4 cm
B
De lengte van het
touw is 270 cm
C
De lengte van het
touw is 269 cm
D
De lengte van het
touw is 5 cm
Slide 35 - Quiz
Job spant een ander touw van de bovenkant van het linker paaltje naar de onderkant van het rechter paaltje. Beide paaltjes zijn 70 cm hoog.
Hoeveel cm moet dat touw minstens zijn?.
A
De lengte van het touw moet tenminste 279 cm
B
De lengte van het touw moet tenminste 260 cm
C
De lengte van het touw moet tenminste 278 cm
D
De lengte van het touw moet tenminste 259 cm
Slide 36 - Quiz
Aan de slag
Je gaat rustig aan het werk...
Overleggen mag maar op fluistertoon.
Maak opdracht 23, 24, 25 uit je boek
Kijk je werk goed na met een andere kleur.
Slide 37 - Slide
4-5 Pythagoras in de piramide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Video
Van piramide T.KLMN is KL=10, LM=5 en de opstaande ribben zijn 8. Het grondvlak is een rechthoek.
Bereken LN. (geef een exact antwoord)
A
LN=√125
B
LN=21√125
C
LN = 11,18
D
LN =5,5
Slide 41 - Quiz
Van piramide T.KLMN is KL=10, LM=5 en de opstaande ribben zijn 8. Het grondvlak is een rechthoek.
Bereken SN. (exact antwoord)
A
SN=21√125
B
SN=11,2
C
SN=5,6
D
SN=√125
Slide 42 - Quiz
Van piramide T.KLMN is KL=10, LM=5 en de opstaande ribben zijn 8. Het grondvlak is een rechthoek.
Bereken de hoogte van de piramide (exact antwoord)