intermezzo 1 Levensverhaal

1 / 18
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

WGWDV?
  • Huiswerkcontrole
  • Pontifexonline.nl -> Intermezzo -> 11A
  • In stilte 
  • Vandaag af -> inleveren Magister
timer
35:00

Slide 2 - Slide

intermezzo 10A en 10F
Jouw eerste verhaal
ga naar pontifexonline.nl
Kies klas 1, klik daarop
scroll naar Intermezzo's klas 1
kies 11A.. voor Havo 11F

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

gewone vragen
  • gewone vragen zijn vragen van 'alledag'
  • op gewone vragen kun je een precies antwoord geven

Slide 5 - Slide

Levensvragen
  • gaan over echt belangrijke dingen
  • levensvragen hebben geen vast antwoord: - want je geeft op verschillende momenten andere antwoorden op je levensvragen -en  er zijn geen antwoorden mogelijk waar iedereen het mee eens is

Slide 6 - Slide

Zes kernvragen
  • Wat is belangrijk in het leven?
  • Wie is de mens?
  • Hoe leven de mensen met elkaar samen?
  • Wat is de betekenis van lijden en dood
  • Wat is tijd?
  • Wat is de natuur?
timer
25:00

Slide 7 - Slide

Wat is belangrijk in het leven
  • Wat doet er echt toe in je leven?
  • Wat is echt belangrijk in het leven?
  • Waar leef je voor?

Slide 8 - Slide

Jouw verhaal!
maak je verhaal in de schoolomgeving
(dus ingelogd via Typisch Titus)
Het word document geef je meteen een naam.
Dan kan je hem terugvinden

Ben je klaar? lever hem op Magister in!

Slide 9 - Slide

Opdracht: Vertel een Verhaal over een Gebeurtenis in je Leven
Instructies: In deze opdracht ga je een gebeurtenis uit je leven beschrijven die de afgelopen drie maanden heeft plaatsgevonden. Dit kan zowel een positieve als een negatieve ervaring zijn. Volg de onderstaande stappen en zorg ervoor dat je je verhaal duidelijk en gedetailleerd vertelt.

Slide 10 - Slide

Stap 1: Kies een gebeurtenis
 Noem de titel van de gebeurtenis die je hebt gekozen. Denk aan iets leuks of juist iets moeilijks wat je hebt meegemaakt.

Voorbeeld: Titel van mijn gekozen gebeurtenis is "Mijn eerste voetbalwedstrijd."

Slide 11 - Slide

Stap 2: Beschrijf de gebeurtenis
Schrijf minimaal 100 woorden over de gebeurtenis. Gebruik hierbij de volgende woorden: wanneer, waar, met wie, wat gebeurde er, waarom.

Voorbeeld: "Op 15 juni, om drie uur 's middags, speelde ik mijn eerste voetbalwedstrijd. Dit was op het veld van mijn club in het centrum van de stad. Samen met mijn team, de B-junioren, stonden we tegenover een team dat al heel ervaren was. Het was een zonnige dag en iedereen keek gespannen naar het veld. Halverwege de wedstrijd kreeg ik de bal, maar ik wist niet wat ik moest doen. Uiteindelijk verloor ik de bal en scoorde de tegenstander. Ik voelde me toen erg teleurgesteld. Waarom ik me zo voelde, was omdat ik zoveel had geoefend, maar het niet lukte op het moment dat het moest."

Slide 12 - Slide

Stap 3: Positief of Negatief
Was deze gebeurtenis voor jou positief of negatief? Leg uit waarom.

Voorbeeld: "Voor mij was deze gebeurtenis negatief, omdat ik het gevoel had dat ik mijn team had teleurgesteld. Ik had zo mijn best gedaan tijdens de trainingen, maar toen het er echt om ging, maakte ik een fout die ons punten kostte."

Slide 13 - Slide

Stap 4: Emoties
Welke emoties had je tijdens of na deze gebeurtenis? Denk aan emoties zoals boos, blij, verdrietig, verlegen, woedend, trots, etc.
Voorbeeld: "Tijdens de wedstrijd voelde ik me eerst enthousiast en blij dat ik mee mocht doen. Maar toen ik de bal verloor, voelde ik me ineens heel nerveus en daarna teleurgesteld en verdrietig. Ik was ook een beetje boos op mezelf omdat ik het beter had willen doen."

Slide 14 - Slide

Stap 5: Levensvragen
Welke levensvragen kun je stellen naar aanleiding van deze gebeurtenis? Een levensvraag is een vraag die over het leven gaat en je aan het denken zet over belangrijke onderwerpen.

Voorbeeld: "Een levensvraag die ik hieruit haal, is: 'Hoe ga je om met teleurstellingen in het leven?' en 'Moet je altijd perfect zijn om succesvol te zijn, of mag je ook fouten maken?'"

Slide 15 - Slide

Stap 6: Wie zou je deze gebeurtenis willen bespreken?
Stap 6: Wie zou je deze gebeurtenis willen bespreken?
Als je deze gebeurtenis met iemand zou mogen bespreken, wie zou dat dan zijn? Dit kan een beroemd persoon zijn, een familielid, een vriend, of iemand anders. Leg uit waarom je voor deze persoon kiest.

Voorbeeld: "Ik zou deze gebeurtenis willen bespreken met mijn voetbaltrainer, omdat hij me altijd advies geeft over hoe ik beter kan worden. Hij kan me misschien ook helpen begrijpen hoe ik om kan gaan met mijn teleurstelling."

Slide 16 - Slide

Stap 7: Welke vraag zou je hem/haar stellen?
Welke vraag zou je deze persoon willen stellen over je gebeurtenis? Waarom wil je juist deze vraag stellen?

Voorbeeld: "Ik zou mijn trainer vragen: 'Hoe kan ik beter omgaan met het gevoel dat ik heb gefaald?' Ik wil dit weten, omdat ik vaak het gevoel heb dat ik anderen teleurstel als ik fouten maak, en ik wil leren hoe ik dat gevoel kan veranderen."

Slide 17 - Slide

Beoordeling van de Opdracht
Je werk wordt beoordeeld op de volgende punten:
Volledigheid: Heb je alle stappen doorlopen en beantwoord?
Diepgang: Heb je de gebeurtenis uitgebreid beschreven en nagedacht over de emoties en levensvragen?
Creativiteit: Hoe origineel is je verhaal en hoe goed heb je het verwoord?
Reflectie: Heb je goed nagedacht over je gevoelens en de levensvragen die je hebt gesteld?
Met deze opdracht leer je niet alleen een gebeurtenis uit je leven te beschrijven, maar ook om na te denken over wat die gebeurtenis voor jou betekent en welke vragen het bij je oproept.

Slide 18 - Slide