spreektaal 1 gezondheid

spreektaal 1 gezondheid
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

spreektaal 1 gezondheid

Slide 1 - Slide

Wat zie je? Ben jij wel eens ziek?

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij het woord 'ziek'?

Slide 3 - Mind map

Waar heeft Mirka pijn?
Ben je ziek?
A
hoofd
B
voet
C
arm

Slide 4 - Quiz

Tekenen
Je hoort iets en dat teken je in het gezicht.

Slide 5 - Slide

Praat mee!
Taalriedel

Slide 6 - Slide

gesprek
Paula: Hé Mirka, ben je ziek?
Mirka: Ja, ik heb pijn in mijn oor.
Paula: Heb je koorts?
Mirka: Nee, ik heb geen koorts.
Paula: Zal ik een paracetamol voor je pakken?
Mirka: Ja, graag.

Slide 7 - Slide

Nu jullie
1: Hé ......., ben je .......?
2: Ja, ik heb pijn in mijn ........
1: .... je koorts?
2: Nee, ik heb ..........
1: Zal ik een ........... voor je pakken?
2:Mirka: Ja, ........

Slide 8 - Slide

Er verschijnt een vraag. 
Je krijgt een beurt, wat antwoord je?

Slide 9 - Slide

Gesprek
Hoi Abdul!
Hoi Angelo.
Hoe gaat het?
Niet zo goed.
Wat heb je dan?
Ik ben misselijk.
Heb je koorts?
Ja, ik denk het wel.
Beterschap!

Slide 10 - Slide

Je bent ziek. Je vriend komt op bezoek. Hij zegt: 'Hoi, ........!
Vul in. Wat staat er op de puntjes?

Slide 11 - Open question

Hoi, Abdul.
Abdul: ............................
Wat zegt Abdul terug?

Slide 12 - Open question

Hoe gaat het?
..........................

Slide 13 - Open question

Wat heb je dan?
.................................

Slide 14 - Open question

Heb je ook koorts?
..................................

Slide 15 - Open question

Wat wens je als iemand ziek is?
A
Gefeliciteerd
B
Beterschap
C
Gecondoleerd
D
Goed je best doen.

Slide 16 - Quiz

Met je groepje
Je kind is ziek. Zij kan niet naar school.
Je belt school.
Je vertelt dat je kind ziek is.
Voer het gesprek met school.

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken

Slide 18 - Slide

Lezen

Slide 19 - Slide

Luister naar de tekst

Slide 20 - Slide

koorts

Slide 21 - Slide

hoofdpijn

Slide 22 - Slide

dinsdag

Slide 23 - Slide

werken

Slide 24 - Slide

weekend

Slide 25 - Slide

liever
Graag - liever - liefst

Slide 26 - Slide

Lees de tekst
Schrijf de moeilijke woorden op.
Waar gaat de tekst over?
We beantwoorden de vragen.

Slide 27 - Slide