This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
5.2 Sociaal gedrag
Slide 1 - Slide
Vandaag
-Uitleg 5.2
-Zelf aan de slag met lezen en maken
Slide 2 - Slide
De rode kleur in de bek van het koekoeksjong is een ... voor de heggenmus om het koekoeksjong te voeren.
A
sleutelprikkel
B
signaal
C
prikkel
D
supranormale prikkel
Slide 3 - Quiz
In stilte
-Tel je punten na
-Bekijk je fouten
-Stel vragen
Klaar:
-toets inleveren
-Lees paragraaf 5.2 en maak opdr. 4, 6, 7, 11, 12, 13, 16, 18, 23, 24
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
blz. 107
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
5.2 Sociaal Gedrag
Omgaan met soortgenoten is Sociaal gedrag. Of het nou gaat om paren, vechten of elkaar voedsel brengen.
Er zijn grofweg 3 soorten sociaal gedrag:
Territorium gedrag
Voortplantingsgedrag
Groepsgedrag
Slide 7 - Slide
Territorium gedrag
Gedrag met als functie het afbakenen van een gebied (territorium) en het verdedigen ervan tegen binnendringende soortgenoten. Afbakenen met geur of geluid.
Territorium voor:
-Voedsel verzamelen
-Voortplanting
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Afbakenen met geurvlaggen
Slide 10 - Slide
Territorium verdedigen
Als grenzen onduidelijk zijn, krijg je mogelijk indringers in je territorium. Dat wordt knokken.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
territorium gedrag
Aanvalsgedrag: Ter verdediging van eigen territorium
Vluchtgedrag:Vaak vlucht de uitdager, of de verliezer van het gevecht
Dreiggedrag:gedrag dat vaak wordt laten zien bij de grens van een territorium
Slide 13 - Slide
Overspronggedrag
Wanneer dieren in geval van een ruzie geen vlucht-, dreig- of aanvalsgedrag laten zien, maar iets heel anders. Noemen we dit oversprong gedrag.
Voorbeeld: Een hond gaat zich krabben en vlucht.
Slide 14 - Slide
Nu en huiswerk
Lees paragraaf 5.2 (!)
maak van paragraaf 5.2 opdr. 4, 6, 7, 11, 12, 13, (16, 18, 23, 24)
Slide 15 - Slide
5.2 Sociaal Gedrag
Omgaan met soortgenoten is Sociaal gedrag. Of het nou gaat om paren, vechten of elkaar voedsel brengen.
Er zijn grofweg 3 soorten sociaal gedrag:
Territorium gedrag
Voortplantingsgedrag
Groepsgedrag
Slide 16 - Slide
Voortplantingsgedrag
Voortplantingsgedrag is gedrag dat te maken heeft met voortplanting. Bijvoorbeeld:
baltsgedrag = versieren
de paring = de "daad" zelf
broedzorg = zorgen voor jongen/eieren
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Broedzorg
Na de paringsdans (balts) komt
het paren. Na het paren, komen
er jongen. Het uitbroeden van of
grootbrengen van de jongen, heet
broedzorg.
Slide 19 - Slide
5.2 Sociaal Gedrag
Omgaan met soortgenoten is Sociaal gedrag. Of het nou gaat om paren, vechten of elkaar voedsel brengen.
Er zijn grofweg 3 soorten sociaal gedrag:
Territorium gedrag
Voortplantingsgedrag
Groepsgedrag
Slide 20 - Slide
Nu en huiswerk
Lees paragraaf 5.2 (!)
maak van paragraaf 5.2 opdr. 4, 6, 7, 11, 12, 13, (16, 18, 23, 24)
Slide 21 - Slide
5.2 Sociaal gedrag
Slide 22 - Slide
Vandaag
-Opfrissen waar we mee bezig zijn
-Afmaken 5.2
Slide 23 - Slide
5.2 Sociaal Gedrag
Omgaan met soortgenoten is Sociaal gedrag. Of het nou gaat om paren, vechten of elkaar voedsel brengen.
Er zijn grofweg 3 soorten sociaal gedrag:
Territorium gedrag
Voortplantingsgedrag
Groepsgedrag
Slide 24 - Slide
Groepsgedrag
Bij groepsdieren is veel sprake van sociaal gedrag. Ze werken vaak samen en hebben een taakverdeling.
Slide 25 - Slide
Groepsgedrag
Het dominante dier is de baas over de onderdanige dieren in de groep.
Rangorde: een groep metdominante en onderdanige dieren, waar iedereen zijn plek kent.
Een rangorde brengt rust in de groep, de regels zijn duidelijk.
Bij hennen heet de rangorde: pikorde.
Dominant
Dominant
Onderdanig gedrag
Slide 26 - Slide
Nu (en huiswerk)
-Lees de teksten:
'welk gedrag hoort bij voortplanting' (blz 112-113)
en 'hoe leven dieren in een groep' (blz 115)
-Maak van paragraaf 5.2 opdr. 16, 18, 23, 24
timer
5:00
Slide 27 - Slide
PO tuinkers
-We lezen samen de opdracht door.
-In tweetallen inzetten.
-Volgende maandag 'tellen en meten'.
-Inleveren verslag op maandag 22 mei tijdens de les.
Slide 28 - Slide
PO tuinkers
-We lezen samen de opdracht door.
-In tweetallen inzetten.
-Volgende maandag 'tellen en meten'.
Klaar? Maak je huiswerk óf begin aan je verslag van PO