What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
B. Werkwoordspelling alle werkwoorden
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
De conciërge houd de lijst met zieke leerlingen bij.
B
De dieven hebben onze achterdeur geforceerd.
C
De voetbalfans stormden het stadion binnen.
D
Robert benutte zijn tij niet altijd even goed.
1 / 10
next
Slide 1:
Quiz
Spelling
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
10 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
De conciërge houd de lijst met zieke leerlingen bij.
B
De dieven hebben onze achterdeur geforceerd.
C
De voetbalfans stormden het stadion binnen.
D
Robert benutte zijn tij niet altijd even goed.
Slide 1 - Quiz
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
De buren boden hun excuses aan voor het lawaai.
B
De filmster leidt een teruggetrokken bestaan.
C
Faya heeft een klein stukje met haar paard gedraaft.
D
Zijn bedrijf verkeert al maanden in grote problemen.
Slide 2 - Quiz
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
De afgezetten dictator werd gevangen gezet.
B
De misdadiger vluchtte naar het buitenland.
C
Heb je de planken van de boekenkast al afgestoft?
D
Verdeden jullie je tijd met die domme spelletjes?
Slide 3 - Quiz
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
De gemeente ruimde de omgewaaide bomen op.
B
Haar stem trildde toen ze om een glas water vroeg.
C
Gisteren praatten ze de hele dag over de vakantie.
D
Ze vroeg plagend of hij zin had om wat te eten.
Slide 4 - Quiz
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
Baruch stommelde de trap af.
B
Heracles scoorde deze week niet.
C
Fluitent liep juf Christien door de school.
D
Hij antwoordde niet op mijn vragen.
Slide 5 - Quiz
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
Ik verbiedt je nog langer zo slordig te schrijven.
B
Hij vermeldt de nieuwe vertrekdatum in de brief.
C
Mijn oom wordt verzorgd door mijn vader.
D
Wij hebben jullie altijd gesteund.
Slide 6 - Quiz
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
De hele klas barste opeens in lachen uit.
B
De ontroerde mensen pakten hun zakdoek.
C
Ik heb even door het boek gebladerd.
D
Jullie misten het hoogtepunt van de avond.
Slide 7 - Quiz
In welke zin zijn de werkwoorden GOED gespeld?
A
Voeld de hond dat hij in zijn buik wordt geprikd?
B
Voeld de hond dat hij in zijn buik wordt geprikt?
C
Voelt de hond dat hij in zijn buik wordt geprikd?
D
Voelt de hond dat hij in zijn buik wordt geprikt?
Slide 8 - Quiz
In welke zin zijn de werkwoorden GOED gespeld?
A
De gelope afstand bedraagdt in totaal 2087 km.
B
De gelope afstand bedraagt in totaal 2087 km.
C
De gelopen afstand bedraagdt in totaal 2087 km.
D
De gelopen afstand bedraagt in totaal 2087 km.
Slide 9 - Quiz
In welke zin zijn de werkwoorden GOED gespeld?
A
Ik verpeste mijn proefwerk omdat ik het niet goed had geleerd.
B
Ik verpeste mijn proefwerk omdat ik het niet goed had geleert.
C
Ik verpestte mijn proefwerk omdat ik het niet goed had geleerd.
D
Ik verpestte mijn proefwerk omdat ik het niet goed had geleert.
Slide 10 - Quiz
More lessons like this
2022 quiz spelling
September 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling Klas 4 - TV H1 - TEST
August 2017
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
spelling werkwoorden
January 2020
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 6 Quiz werkwoordspelling
October 2022
- Lesson with
14 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Les 6 Quiz werkwoordspelling
March 2024
- Lesson with
14 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Taalvoutjes: werkwoordspelling vd
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1-4
Les 3: Engelse werkwoorden
October 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
werkwoordspelling TT
March 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1