De oude Grieken

   De oude Grieken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6,7

This lesson contains 12 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

   De oude Grieken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De oude Grieken

Het land Griekenland ligt in het zuidoosten van Europa. 
Het bestaat uit een groot stuk vastland en een 
heleboel kleine eilandjes
Hier begon de eerste grote beschaving in Europa.
Zo'n 4000 jaar geleden.

Goden
In de tijd van de Oude Grieken ging de natuur flink 
tekeer. Er zijn vulkaanuitbarstingen, stormen, onweer 
en bliksem. Daar zijn de Oude Grieken erg bang voor, 
want ze begrijpen niets van deze natuurverschijnselen
Volgens hen zijn die het werk van goden.
De Oude Grieken geloven dat er héél veel goden zijn. 
Zeus is de oppergod. De baas van alle anderen goden. 
Ze denken dat Zeus het laat onweren en bliksemen als 
hij boos is. De Oude Grieken stellen zich hun goden 
voor, zoals ze zelf willen zijn. Ze lijken net op mensen, 
maar de goden gaan nooit dood
Ze blijven altijd jong en sterk.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

De Grieken geloofde in heel veel goden en godinnen. Alle belangrijke gebeurtenissen, zoals feesten waren om goden gerust te stemmen. Er waren 12 belangrijke goden en die woonde op de berg Olympus. De oppergod is Zeus. Zijn broer Poseidon was god van de zee en Apollo de god van de muziek. Veel goden hadden een eigen tempel. Hier is een lijstje van de 12 belangrijke goden:

- Zeus: Vader van alle goden. God van de hemel, donder en bliksem.
- Poseidon: god van de wateren.
- Hades: god van de onderwereld.
- Hera: godin van de familie.
- Aphrodite: godin van de liefde en schoonheid.
- Pallas Athena: godin van de wijsheid en strategie.
- Apollo: god van het orakel, muziek en de ziektes.
- Ares: oorlogsgod.
- Artemis: godin van de jacht ,maan en de beschermvrouwe van de jeugd.
- Demeter: godin van de landbouw.
- Dionysus: god van de wijn en het feest.
- Helios: zonnegod.
- Hephaestus: god van smeedkunst.
- Hermes: god van de dieven en de boodschapper van de goden.
- Hestia: godin van het haardvuur.
- Pan: god van het woud.















Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De Oude Grieken komen ook naar Olympia om te sporten.
Ze komen uit alle hoeken van het land, want sporten is
heel belangrijk. Dat doe je ter ere van de goden.

Zo ontstaan, bijna 2800 jaar gelden, de Olympische
Spelen. Alleen Griekse mannen doen mee aan die spelen.
Ze sporten zonder kleding. Vrouwen mogen niet
meedoen. Ze mogen niet eens komen kijken!

De belangrijkste sporten zijn: discuswerpen, speerwerpen, hardlopen, verspringen en worstelen. De winnaar krijg een lauwerkrans op het hoofd en soms ook geld.
En soms krijgt hij zelfs een standbeeld. Die beelden krijgen een ereplaats op de
heilige grond van Olympia. Als geschenk aan de goden.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Mannen, vrouwen en kinderen

In het oude Griekenland zijn de mannen de baas.
Vrouwen en slaven hebben niets te vertellen. De
vrouwen blijven altijd thuis.
Zij werken in het huishouden en zorgen voor de
kinderen. Vrouwen doen zelfs geen boodschappen. Dat
is de taak van de mannen of van de slaven.

Meisjes worden thuis voorbereid op hun werk in het huishouden. Daarom gaan ze
niet naar school. Jongens gaan meestal wel naar school. Ze leren rekenen en
schrijven en krijgen muzieklessen.

De Grieken vinden dat de mannen méér waard waren dan de vrouwen. Ze zijn
sterker en dapperder.
De jongens trainen al op jonge leeftijd door te sporten. Ze moeten gezond en sterk
zijn om later een goede soldaat te worden, want de Oude Grieken wonen niet in één
staat.

Het land bestaat uit een paar honderd kleine staatjes. Die voeren voortdurend
oorlog met elkaar. Als man tel je pas echt mee als je jouw eigen staat kan
verdedigen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide