LB-WW 2efase - H6 - Economie en rechtvaardigheid (4HAVO) - Les 2

[Aandachtsrichter]
1 / 25
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

[Aandachtsrichter]

Slide 1 - Slide

Wijs Worden 2e fase
H6 Economie en rechtvaardigheid, (p. 100-118)
Les 2

Slide 2 - Slide

Huiswerkbespreking 
Leerwerk: lezen H6, par. 1 en 2, p. 100-106
Maakwerk: opdr. 1 t/m 10

Slide 3 - Slide

opdr. 1, p. 102
  • feodale samenlevingen 
  • standen maatschappijen
  • samenlevingen met slavernij
  • samenlevingen met discriminatie

Slide 4 - Slide

Opdr. 2, p. 103
  • De eerste stand: de geestelijkheid (paus, bisschoppen, priesters, monniken)
  • De tweede stand: de adel (koningen, hertogen etc.)  

Slide 5 - Slide

Opdr. 3, p. 103
Een gilde (beroepsvereniging) zorgt o.a. voor: 
  • degelijkheid
  • ambachtelijkheid
  • eerlijkheid / verantwoordelijkheid > via bijv. sociale controle binnen het gilde 

  • Denk aan wat in onze tijd ook belangrijk is: het milieu. Beroepsbeoefenaars stellen samen de norm op voor verantwoord ondernemen en spreken hier elkaar op aan. Zonder gilde bijv. in de vrije beroepen is er dan ook veel kwaliteits- en prijsverschil. 


Slide 6 - Slide

Opdracht 4a, p. 103  
  • Het betreft hier het onderscheid tussen cyclische en lineaire tijd.  Leven met de cirkels van de tijd zoals mensen in de Middeleeuwen meer deden is niet uit te drukken in uren. Een werkdag duurde zolang een dag duurde volgens de natuur. In een lineaire tijd wordt een werkdag vastgesteld door menselijke afspraken over wanneer deze begint en eindigt.  


Slide 7 - Slide

Opdracht 4b, p. 103  
Denk aan:
  • uurloon
  • werkweek
  • recht op zoveel uren/dagen niet hoeven werken
  • etc

  • Een afspraak als 'ik komt een dag bij u werken' staat niet meer voor de cirkel van de dag met zonsopgang en zonsondergang als grens, maar staat voor een vastgelegd en vastgesteld aantal uren.  





Slide 8 - Slide

Opdracht 5, p. 103   
Ja: iets wat veel arbeidstijd kost betekent voor de ondernemer veel loonkosten. Ook de grondstoffen en halffabricaten die nodig zijn, zijn weer product van arbeid.  





Slide 9 - Slide

Opdracht 6, p. 105 1/2
Het kapitalisme kreeg er een derde poot bij: 
  1. kapitaal (productiemiddelen in privéhanden)
  2. loonarbeid
  3. de staat 









Slide 10 - Slide

Opdracht 6, p. 105 2/2
 'Om de nadelige effecten van economische crises te beperken kreeg de overheid in veel Europese landen een grotere taak. Het ging tot de taak van de overheid behoren om extreme sociale ongelijkheid te temperen. Belastingen werden progressiever (hoe vermogender hoe meer belastingen) en er werd een sociaal vangnet gecreëerd. De overheid bemoeide zich voortaan met de economie, mede om te zorgen dat zoveel mogelijk mensen een betaalde baan zouden hebben.' 









Slide 11 - Slide

Opdracht 7a, p. 105  
Rol van de staat in het kapitalisme: 

  1. temperen sociale ongelijkheid
  2. sociaal vangnet (sociale wetten)
  3. actieve inzet om werkgelegenheid te creëren 











Slide 12 - Slide

Opdracht 7b, p. 105  
  • Belasting waarbij men bij een hoger inkomen een hoger percentage belasting betaalt. Achterliggende gedachte is dat de zwaarste lasten gedragen moeten worden door de sterkste schouders. Zo worden extreme inkomensverschillen getemperd. Hangt samen met het idee dat verschillen in welvaart er mogen zijn, maar dat er geen onoverbrugbare kloof moet ontstaan tussen arm en rijk omdat dit de stabiliteit van de samenleving ondermijnt.  











Slide 13 - Slide

Opdracht 8, p. 106    
  • Iedereen (de slager, de brouwer en de bakker) is op zijn eigen voordeel uit. Zij geven het diner dat bij jou op tafel komt niet omdat ze jou zo graag mogen of uit welwillendheid (zoals Smith zegt), maar uit hun eigenbelang. Concreet: ze zorgen voor jou diner omdat ze er belang bij hebben een deel van het geld dat in jouw zak zit te bemachtigen.  











Slide 14 - Slide

Opdracht 9a, p. 106   
  •  Een kleine rol.  











Slide 15 - Slide

Opdracht 9b, p. 106   
  •  Als iedereen handelt uit eigenbelang ontstaat er als 'door een onzichtbare hand' een harmonische maatschappelijke orde. Smith heeft een groot vertrouwen in een vrije economische markt, daar heb je geen overheid met allerlei regels voor nodig. Die zullen de vrijheid eerder belemmeren.  Het is namelijk ook uit eigen belang dat mensen elkaar geen loer draaien. Medemenselijkheid afdwingen slaat de plank mis als mensen het eigen belang daarvan niet voor ogen hebben. 











Slide 16 - Slide

Opdracht 10a, p. 106   
  • Ja het past in de lijn van Adam Smith. Minister Stientje van Veldhoven (D66) grijpt als overheid niet in, en laat het bepalen van de huurprijs over aan de verhuurders. 











Slide 17 - Slide

Opdracht 10b, p. 106   
  •  Haar oproep klinkt wat moreel zoals de moraalfilosoof Adam Smith ook zou argumenteren (of hopen) namelijk dat de verhuurders toch sympathiek gevonden willen worden en dat ze ook een natuurlijk verlangen hebben anderen te behagen.  Zij zullen omwille van reputatieschade ('huisjesmelker' zijn is uit de gratie) daarom niet voor de maximale winst gaan. 
  • In de media luidde de kritiek dat het erg naïef is te denken dat een dergelijke morele oproep enig effect heeft. Wat vind jij? Heeft het zin om als minister mensen erop te wijzen dat zij een verantwoordelijkheid hierin hebben? Of moet de regering ingrijpen en de huurprijzen betaalbaar houden via harde regelgeving omdat mensen uit zichzelf altijd maximaal gebruik zullen maken van de schaarste? 

Slide 18 - Slide

LVB
LVB: Zorg dat LVB-Opdracht 2.1 en 2.2 afgerond zijn en maak LVB-opdracht 2.3 Mijn portemonnee 
+ H6, privévraag 1

Slide 19 - Slide

Paragraaf 3
Economische vrijheid: hoe vrij zijn wij? 

  • Leef je om te werken of werk je om te leven? 
  • Wat vind je van de kansongelijkheid op een gelukkig en gezond leven door verschillen in welvaart? 
  • Maken de hoge woonlasten mensen niet tot schuldenaars en daarmee tot gedwongen 'werknemers'? 

Slide 20 - Slide

Leef je om te werken of werk je om te leven?

Slide 21 - Open question

Wat vind je van de kansongelijkheid op een gelukkig en gezond leven door verschillen in welvaart?

Slide 22 - Open question

Maken de hoge woonlasten mensen niet tot schuldenaars en daarmee tot gedwongen 'werknemers'?

Slide 23 - Open question

Deze les werken we aan:
maakwerk: opdracht 11 tm 26 en prive vraag 2,3,4 en 5

Slide 24 - Slide

Huiswerk: 
maakwerk: opdracht 11 tm 26 en prive vraag 2,3,4 en 5

Slide 25 - Slide