Week 8. BIO-industrie

De Bio-industrie 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De Bio-industrie 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
1. Je kunt het verschil tussen de intensieve en extensieve veehouderij uitleggen.
2. Je kunt je mening beargumenteren over de bio-industrie


Slide 2 - Slide

Wat is de Bio-industrie?

Slide 3 - Mind map

In groepjes: 5 minuten
https://npokennis.nl/longread/7535/wat-is-bio-industrie

1. Hoe ontstaat de bio-industrie?
2. Hoe ontwikkelde de bio-industrie zich in Nederland?
3. Hoe ontstond de weerstand tegen de bio-industrie?
4. Hoeveel is de bio-industrie waard?
5. Wat zijn de gevolgen van bio-industrie voor het milieu?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Intensieve veeteelt/bio-industrie
In de intensieve veeteelt wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke opbrengt per dier. Kenmerken zijn kapitaalkrachtige investeringen en veel kennis van de sector. Een dier wordt gezien als een machine, dat zoveel mogelijk melk, eieren of vlees moet opleveren.

Slide 6 - Slide

Bio-industrie
Biologische veeteelt

Slide 7 - Slide

Door de bio-industrie is de voedselproductie in Nederland verhoogd.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat is een ander woord voor bio-industrie
A
schaalvergroting
B
intensieve veehouderij
C
mechanisatie
D
intensivering

Slide 9 - Quiz

De afbeelding laat zien op welke manier kippen in de bio-industrie worden gehouden.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

De bio industrie moet stoppen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 11 - Quiz

Plofkip en vlees zonder biologisch keurmerk moet verboden worden?
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quiz

Ben jij bereid om meer te betalen voor een stuk vlees als het biologisch is?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Extensieve veeteelt
Grote gebieden waar weinig dieren gehouden worden. De opbrengsten per hectare zijn niet hoog.

Slide 14 - Slide

Dit is ...
A
extensieve veeteelt
B
intensieve veeteelt

Slide 15 - Quiz

Veeteelt met weinig dieren op veel grond is:
A
Intensieve veeteelt
B
Extensieve veeteelt
C
Intensieve akkerbouw
D
Extensieve akkerbouw

Slide 16 - Quiz

Dus...
  • Intensieve veeteelt: Veeteelt met veel dieren op weinig grond. 
  • Extensieve veeteelt: Veeteelt met weinig dieren op veel grond. 

Slide 17 - Slide

Feedback voor deze les:
Tips & Tops?

Slide 18 - Open question

Maken opdracht E&F

Slide 19 - Slide