Thema 2: Voedselrelaties en leven in de stad

Voedselrelaties en leven in de stad 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voedselrelaties en leven in de stad 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
- Aan het einde van de les weet je wat een voedselketen is
- Aan het einde van de les kan je onderscheid maken tussen een herbivoor, carnivoor of omnivoor
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een exoot is

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verdedigen van een territorium?
A
Tolerantie
B
Populatie
C
Concurrentie
D
Coöperatie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Voedselketen 
Planten zijn altijd de eerste schakel in een voedselketen 

 In een voedselketen is een reeks populaties met
elkaar verbonden, waarbij elke populatie een voedselbron is voor de volgende populatie
De pijlrichting wijst in zo’n keten in de richting
waarin het voedsel zich verplaatst, dus van het opgegeten organisme naar de eter

Slide 4 - Slide

Voedselketen --> geeft de relaties weer in een ecosysteem 
Voedselketen 
Predatie --> het eten van dieren

Toppredator --> diersoort aan het einde van de keten

Slide 5 - Slide

Zeehond eet andere dieren, in de Waddenzee is hij toppredator 
Welk organisme is altijd de eerste schakel in een voedselketen
A
Dieren
B
Bacteriën
C
Planten
D
Schimmels

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Voedselweb 
In een ecosysteem lopen voedselketens door elkaar


Geheel = voedselweb of voedselnet

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

In een voedselweb 
Planten --> producenten (autotroof)
Organismen die andere organismen eten --> consumenten (heterotroof)

Herbivoor, carnivoor, omnivoor 

Slide 8 - Slide

producent --> produceert iets, dus kan eigen voedsel maken 

Herbivoor = planteneter
Carnivoor = vleeseter
Omnivoor = alleseter 

Autotroof --> maakt zelf organische stoffen (voedsel)
Heterotroof --> heeft ander organisme nodig om aan organische stoffen te komen
Bij welke groep hoort een leeuw?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke groep hoort een konijn?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Leven in de stad


Dieren verlaten natuurlijke omgeving en ''verhuizen'' naar de stad


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leven in de stad
 Halsbandparkieten in Amsterdam zijn een exoot 

Om in de stad te leven moeten dieren zich aanpassen

Slide 12 - Slide

Exoot --> Organisme komt oorspronkelijk niet in Nederland voor 
Aanpassing: kraaien in Japan

Slide 13 - Slide

Kraaien gebruiken het verkeer. Ze laten de noten op een drukke straat vallen en blijven wachten totdat er een auto overheen rijdt. Daarna kunnen ze lekker smullen. Kijk zelf maar!

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen 
- Aan het einde van de les weet je wat een voedselketen is
- Aan het einde van de les kan je onderscheid maken tussen een herbivoor, carnivoor of omnivoor
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een exoot is

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
Maken opdrachten 15-24

Zet het in je Plenda!

Klaar tijdens de les? samenvatten theorie: organismen en het milieu t/m leven in de stad

Slide 16 - Slide

This item has no instructions