H6 Je groene omgeving - paragraaf 6.3 Eten of gegeten worden

Hoe planten en dieren aan voedsel komen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe planten en dieren aan voedsel komen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- uitleggen hoe planten aan voedsel komen
- dieren indelen in groepen naar wat ze eten
- voedselrelaties noteren in een voedselketen en een voedselweb.

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen van deze les en leg uit wat de leerlingen aan het einde van de les moeten kunnen.
Wat weet je al over hoe planten en dieren aan voedsel komen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Planten en fotosynthese
Planten maken hun eigen voedsel door middel van fotosynthese. Fotosynthese is het proces waarbij planten lichtenergie omzetten in chemische energie.

Slide 4 - Slide

Leg uit hoe planten aan voedsel komen door middel van fotosynthese en bespreek de verschillende onderdelen van dit proces.
Herbivoren, carnivoren en omnivoren
Dieren kunnen worden ingedeeld in drie groepen op basis van wat ze eten: herbivoren (planteneters), carnivoren (vleeseters) en omnivoren (alleseters).

Slide 5 - Slide

Bespreek de verschillende soorten dieren op basis van hun dieet en leg uit wat elk van deze groepen eet.
Voedselketens
Een voedselketen laat zien hoe energie van het ene organisme wordt doorgegeven aan het andere. Het begint altijd met een producent (plant) en eindigt met een consument (dier). Ieder orgamisme in een voedselketen heet een schakel.

Slide 6 - Slide

Laat voorbeelden zien van voedselketens en leg uit hoe ze werken.
Voedselwebben
Een voedselweb is een netwerk van voedselketens die met elkaar zijn verbonden. Het laat zien hoe verschillende voedselketens met elkaar in verband staan.

Slide 7 - Slide

Laat voorbeelden zien van voedselwebben en leg uit hoe ze verschillen van voedselketens.
Wat is een voedselweb?
A
Een web van dieren die met elkaar samenleven in een gebied.
B
Een web van energie die door de lucht en bodem stroomt.
C
Een netwerk van voedselketens die met elkaar zijn verbonden.
D
Een web van plantenwortels die zich onder de grond verspreiden.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voedselketen?
A
Een keten waarin planten voedingsstoffen aan elkaar doorgeven.
B
Een keten die laat zien hoe planten groeien en zich voortplanten.
C
Een keten die laat zien hoe energie van het ene organisme wordt doorgegeven aan het andere.
D
Een keten waarin dieren elkaar opeten om te overleven.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is fotosynthese?
A
Het proces waarbij planten lichtenergie omzetten in chemische energie.
B
Het proces waarbij planten voedingsstoffen uit de bodem opnemen.
C
Het proces waarbij planten groeien en bloeien.
D
Het proces waarbij planten zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Samenvatting

Planten maken hun eigen voedsel door middel van fotosynthese. 
Dieren kunnen worden ingedeeld in herbivoren, carnivoren en omnivoren. 
Voedselrelaties kunnen worden genoteerd in voedselketens en voedselwebben. In een voedselketen wordt energie doorgegeven van producenten naar consumenten en in een voedselweb zijn voedselketens met elkaar verbonden.

Slide 11 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en controleer of de leerlingen de leerdoelen hebben behaald.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.