MH1/H1 - H5.5 SPELLING - LES 2

H5.5 SPELLING
MAVO/HAVO 1
HAVO 1

LES 2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5.5 SPELLING
MAVO/HAVO 1
HAVO 1

LES 2

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
- Voorkennis activeren
- Theorie trappen van vergelijking
- Aan de slag met opdrachten
- Afsluiting les

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je wat de trappen van vergelijking zijn en weet je waarom we deze gebruiken.

Slide 3 - Slide

Wat weet je over de trappen van vergelijking?

Slide 4 - Open question

Geef een voorbeeld van de trappen van vergelijking.

Slide 5 - Open question

Bij de trappen van vergelijking horen bijvoeglijke naamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is juist?
A
Fantastisch - fantastischer - fantastischst
B
Fantastisch - fantastischer - meest fantastisch
C
Fantastisch - meer fantastischer - meest fantastisch

Slide 7 - Quiz

Noteer de vergrotende trap en de overtreffende trap van het woord 'lief'

Slide 8 - Open question

De trappen van vergelijking
De trappen van vergelijking worden gebruikt om mensen of dingen met elkaar te vergelijken. Het gaat hierbij om bijvoeglijke naamwoorden.
Er zijn drie trappen: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.

Slide 9 - Slide

De trappen van vergelijking
- De stellende trap geeft aan dat iets of iemand een bepaalde eigenschap heeft: Huub is leuk. Of: Huub is net zo leuk als ik.
Bij de stellende trap kun je als gebruiken.
- De vergrotende trap geeft aan dat iets of iemand verschillend is.
Hij is leuker dan ik.
Bij de vergrotende trap kun je dan gebruiken.
- Bij de overtreffende trap geef je aan dat iets of iemand alles of iedereen overtreft:
Hij is de leukste van de klas.

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maak op je Chromebook opdracht 5 t/m 10 van H5.5 Spelling.
Dit is ook huiswerk voor de volgende les. 

Klaar? Dan maak je de Test Jezelf van H5.5 Spelling.
Klaar met de Test Jezelf? Dan maak je Versterk Jezelf van 5.5 Spelling. 

Slide 11 - Slide

Maak de trap van vergelijking met het woord 'rood'.

Slide 12 - Open question

Maak de trap van vergelijking met het woord 'wijs'.

Slide 13 - Open question