VWO4 - Introductie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Graag zitten volgens  de  plattegrond 

(cijfers volgen maandag, 

vul de korte evaluatie vast in)

Programma deze les

1. Introductie deze periode

2. In tweetallen aan de slag met een introductieopdracht in rondes

3. Nabespreken 

Programma deze periode

Deze week:  introductie 

Week 17 - 7.1 De verlichting (+ toets bespreken)

Week 18 - 7.2 Verlicht absolutisme

week 19 - 7.3 Revoluties

projectweek & meivakantie

Week 20 - 7.4 Slavernij en abolitionisme 

Toetsen deze periode

- po slavernij (inleverdatum 22 mei)

- Toets  TV 1 t/m 8, weging 3 keer, duur 60 min

Stel je voor dat je in de 18e eeuw door de straten van Parijs loopt. Het is een tijd van donkere steegjes en kaarsverlichte kamers. 

Mensen fluisteren over ideeën die hen doen huiveren, want het is een tijd waarin de macht van de kerk en de koning onbetwistbaar lijkt. 

Maar te midden van deze duisternis is er een sprankje hoop, een licht dat begint te schijnen in de duisternis: de Verlichting.

Tijdvak 7 - Pruiken & revoluties (1700-1800)

1

In een kleine salon verzamelen zich enkele van de grootste geesten van de tijd. Daar, onder het zachte schijnsel van kaarslicht, bespreken ze revolutionaire ideeën die de wereld voorgoed zullen veranderen. Filosofen als Voltaire, Diderot en Rousseau bekritiseren openlijk de gevestigde orde, preken over vrijheid van denken en pleiten voor de rechten van de mens.

Terwijl je luistert naar hun gesprekken, voel je een vonk van inspiratie.  Er komt verandering: ze roepen op tot een nieuwe tijd van redelijkheid, tolerantie en vooruitgang.

  

De Verlichting is als een fakkel die wordt doorgegeven van geest tot geest, van land tot land, en uiteindelijk de duisternis verdrijft die eeuwenlang heeft geheerst.

En daar gaan wij het over hebben..

Tijdvak 7

• Hoe heet deze periode?
• Van wanneer tot wanneer duurt deze periode?
• Kan je gebeurtenissen noemen uit deze periode?
• Kan je personen noemen uit deze periode?

Kenmerkende aspecten tijdvak 7

§7.1: De Verlichting

§7.2 Verlicht absolutisme

§7.3 Democratische revoluties 

§7.4 Abolitionisme en afschaffing slavernij

Hoe kwamen mensen aan kennis in de Renaissance. (Tijdvak 5 - ontdekkers & hervormers)

Leg uit op welke manier kennis werd vergaard tijdens de wetenschappelijke revolutie

Opdracht

De achttiende eeuw kenmerkt zich door de verlichting, het verlicht absolutisme, de slavernij en het abolitionisme en de democratische revoluties. 

In deze werkvorm ga je een overzicht maken van de periode 1700 tot 1800. 

Doorloop de 5 verschillende rondes. Ik zet steeds een timer, als je al iets eerder klaar  bent, mag je doorgaan.

Waarom: je maakt de kennis die je al hebt weer''  wakker'' en je maakt een chronologische kapstok om straks nieuwe informatie aan op te hangen.

Historische vaardigheden

1. Chronologie en kenmerkende aspecten

2. Causaliteit (oorzaak en gevolg)

3. Werken met bronnen 

4  Continuïteit en verandering

5. Standplaatsgebondenheid

Ronde 1 

(5 minuten)

Bij de periode 1700 tot 1800 horen vier verschillende kenmerkende aspecten. Deze vind je achter in

het hoofdstuk. 

Schrijf deze kenmerkende aspecten over onder de tijdbalk

Kenmerkende aspecten tijdvak 7

§7.1: De Verlichting

§7.2 Verlicht absolutisme

§7.3 Democratische revoluties 

§7.4 Abolitionisme en afschaffing slavernij

Ronde 2 

indelen aspecten

Geef de kenmerkende aspecten nu een kleur: 

• rood voor politiek, 
• groen voor cultureel en 
• geel voor economisch

Als je geen kleur hebt, schijf je het erachter.

Kenmerkende aspecten tijdvak 7

§7.1: De Verlichting

§7.2 Verlicht absolutisme

§7.3 Democratische revoluties 

§7.4 Abolitionisme en slavernij

Ronde 3: gebeurtenissen

• Lees de gebeurtenissen die staan bij ronde 3.
• Bedenk en/of check in je boek waar op de gebeurtenis op de tijdbalk hoort.

• Plaats het nummer van de gebeurtenis op de juiste plek in de tijdbalk.
  

Ronde 4:

 Belangrijke personen.  

Bij ronde 4 staan enkele

beschrijvingen. 

Plaats het nummer van de beschrijving bij de juiste persoon

Ronde 5: kernbegrippen

Een aantal kernbegrippen zijn

opgenomen in de tijdbalk.

Geef per kernbegrip aan:

- wat de definitie van het begrip is;

- bij welke persoon het begrip past (door een lijn te trekken) en;

- bij welke gebeurtenis het begrip past (door een lijn te trekken)

Historische vaardigheden

1. Chronologie en kenmerkende aspecten

2. Causaliteit (oorzaak en gevolg)

3. Werken met bronnen 

4  Continuïteit en verandering

5. Standplaatsgebondenheid

Nabespreken

wat heb je geleerd? Welke ontwikkelingen zie je?

Hoe: hoe hebben jullie het gedaan? Wat deden jullie waardoor het goed ging?

Waarom: zo krijg je een beter beeld van de nieuwe historische periode