Skala der Ausbildung

Dressuur, Skala der Ausbildung
1 / 33
next
Slide 1: Slide
TrainingsleerMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Dressuur, Skala der Ausbildung

Slide 1 - Slide

Lesdoel 
  • Student kan vertellen waar de Skala der Ausbildung voor staat.
  • Student is in staat om de 6 bijhorende stappen te benoemen.
  • Student is in staat op een correcte beenzetting per gang te tekenen.
  • Student kan vertellen wat het verschil tussen nageeflijkheid en aanleuning is.

Slide 2 - Slide

Mindmap

Slide 3 - Slide

Balans en evenwicht

Slide 4 - Slide



Takt


Ritme, regelmaat en correcte beenzetting
Iedere gang heeft een eigen Takt (tempi)
We hebben 2, 3 en 4 takt


Slide 5 - Slide

Ondersteuningen
Iedere gang kent zijn eigen ondersteuningen.
Dat zijn de momenten wanneer het paard zijn been/ benen op de grond heeft.

Lateraal         -->    2 benen tegelijkertijd aan de zelfde kant aan de grond
Diagonaal     -->    Linker diagonaal = LV + RA Rechter diagonaal = RV + LA
Tripedaal       -->    3 benen tegelijk aan de grond
Unipedaal     -->    1 been aan de grond




Slide 6 - Slide

1

Slide 7 - Video

00:08
Welke takt is de stap?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 8 - Quiz

Welke ondersteuning zie je in deze gang?
A
Lateraal
B
Diagonaal
C
Tripedaal
D
Unipedaal

Slide 9 - Quiz

1

Slide 10 - Video

Welke ondersteuning zie je in deze gang?
A
Lateraal
B
Diagonaal
C
Tripedaal
D
Unipedaal

Slide 11 - Quiz

00:07
Wat voor takt is draf
2 tak
3 takt
4 takt
5 takt

Slide 12 - Poll

1

Slide 13 - Video

Welke ondersteuning zie je in deze gang?
A
Lateraal
B
Diagonaal
C
Tripedaal
D
Unipedaal

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Maak een tekening van de beenzetting van alle 3 de gangen.
Hiervoor heb je 15 min de tijd.

Slide 15 - Slide

00:09
Wat voor takt is de galop?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 16 - Quiz

Ontspanning
souplesse
losgelatenheid


Fysiek en mentaal
Juiste aanspanning 
Effect op takt
Wat zijn de kenmerken?

Slide 17 - Slide

Wat zie
je hier?

Slide 18 - Open question

  • Wat is het verschil tussen nageeflijkheid en aanleuning? 

  • Wat is de vakterm die veel gebruikt wordt als we het hebben over nageeflijkheid en aanleuning?

Slide 19 - Slide

Nageeflijkheid en aanleuning
Nageeflijkheid
losgelaten nek en kaakgewricht
ondertreden achterbeen
ontspanning
Aanleuning
licht veerende druk
verbinding + voorwaartse inwerking

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Opdracht
  • Maak per onderdeel (evenwicht/balans, Takt, ontspanning en aanleuning) 2 vragen. Formuleer deze als een toets vraag.
  • Dit mag aan de hand van een foto of video, een open of een meerkeuze vraag.
  • Dit gaan we doen in groepjes van 3. 
  • Je hebt hiervoor 20 minuten de tijd. Gebruik deze tijd ook om even te sparren over de vragen.
  • Daarna bespreken we klassikaal de gemaakte vragen en de juiste antwoorden. 

Slide 23 - Slide

Lesdoelen nabespreken
  • Student kan vertellen waar de Skala der Ausbildung voor staat.
  • Student is in staat om de 6 bijhorende stappen te benoemen.
  • Student is in staat op een correcte beenzetting per gang te tekenen.
  • Student kan vertellen wat het verschil tussen nageeflijkheid en aanleuning is.

Slide 24 - Slide

Begrippen memory 

Slide 25 - Slide

Skala deel 2

Slide 26 - Slide

Lesdoel

Slide 27 - Slide

Kruiswoordpuzzel

Slide 28 - Slide

Impuls en schwung
Impuls
energiek
gecontroleerd
voorwaartse drang
opgewekt vanuit de achterhand
Geen snelheid
stuwen vs dragen 
Schwung
los en soepel gehele lijf
swingt met impuls

Slide 29 - Slide

Rechtgericht zijn
sporen
natuurlijk scheef
buiging lengte-, opwaartse-, in gewrichten

Slide 30 - Slide

Verzameling
Eindresultaat
opwaartse buiging
op het achterbeen 
achterbeen sneller, kortere paslengte en meer verheven
oprichting

Slide 31 - Slide

Totale nageeflijkheid
Beide handen gelijkmatig ontspannen en gehoorzaam reageert op voorwaartse-, begrenzende- en zijwaartse hulpen.

Slide 32 - Slide

Doelen nabespreken
  • Student kan vertellen waar de Skala der Ausbildung voor staat.
  • Student is in staat om de 6 bijhorende stappen te benoemen.
  • Student kan uitleggen wat het ene begrip (bijv. ontspanning) te maken heeft met het andere begrip (bijv. rechtgerichtheid). 

Slide 33 - Slide