B4 ch. 3 Grammar E

Today's lesson
Uitleg Grammar E -> Woordvolgorde
Page 35 of your Textbook

Do: Exercises 12 & 13 -> page 54 & 55
Finished? Maak de vorige opdrachten af in je werkboek, als je dat nog niet gedaan hebt OF maak opdracht 14. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Today's lesson
Uitleg Grammar E -> Woordvolgorde
Page 35 of your Textbook

Do: Exercises 12 & 13 -> page 54 & 55
Finished? Maak de vorige opdrachten af in je werkboek, als je dat nog niet gedaan hebt OF maak opdracht 14. 

Slide 1 - Slide

                            Woordvolgorde 

Slide 2 - Slide

In het Engels hebben zinnen meestal een vaste volgorde. 


Wie      -       doet     -      wat      -       waar     -      wanneer        

Slide 3 - Slide

Voorbeeld

Wie  - doet   -   wat       -     waar   -    wanneer 


He     had     a drink       at the pub      last night


Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Wie  -  doet   -   wat    -    waar   -     wanneer

Will   watches  television  in his room  at bedtime. 

Slide 5 - Slide

Plaats en tijd
Plaats              waar
Tijd                  wanneer 
Achteraan de zin

Waar en wanneer samen in de zin?
Eerst  plaats  dan  tijd
 Waar     dan     Wanneer 

Slide 6 - Slide

Woorden als always, never, often, sometimes en usually staan in het Engels altijd voor het werkwoord. 

- I always drink coffee in the morning. 
- Jack never talks during class. 
- She often works from home. 

Slide 7 - Slide

Let op!
Als er een vorm van be (am, is, are, was, were) in de zin staat, dan komen deze woorden daarachter

- I am never late to school
- Jacob is always eating McDonald's 

Slide 8 - Slide

wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 9 - Drag question

Today's lesson
Grammar E -> Woordvolgorde
Page 35 of your Textbook

Do: Exercises 12 & 13 -> page 54 & 55
Finished? Maak de vorige opdrachten af in je werkboek, als je dat nog niet gedaan hebt OF maak opdracht 14. 

Slide 10 - Slide

Will You Press The Button?
Will you press the button > dilemma spel
Voorbeeld: 
Any crush you have will like you back. 
BUT
Anytime you use the bathroom you must wipe with your bare hand. 

Slide 11 - Slide