1hv H6: Bron C & H

Wat gaan we deze les doen?
Wat staat er op de planning komende tijd?
Herhaling vocabulaire
Herhaling Bron C: Faire + sporten
Herhaling Bron H: Passé composé (volt. tijd)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?
Wat staat er op de planning komende tijd?
Herhaling vocabulaire
Herhaling Bron C: Faire + sporten
Herhaling Bron H: Passé composé (volt. tijd)

Slide 1 - Slide

Vocabulaire

Slide 2 - Slide

Sporten
1 invoeren

Slide 3 - Mind map

Vraiment
A
echt
B
jammer
C
waarom
D
dus

Slide 4 - Quiz

Welke sport (fa)
is dit?

Slide 5 - Open question

Geef antwoord
op de volgende vraag:
Tu fais du sport?

Slide 6 - Mind map

Welk woord past er niet bij?
A
l'ado
B
la personne
C
l 'animateur
D
le court de tennis

Slide 7 - Quiz

Bron C: Faire
Doen, maken
maar ook met sporten te maken

Slide 8 - Slide

Schrijf zoveel
mogelijk
goede vormen van faire op...
(b.v. je fais)

Slide 9 - Mind map

faire (vous)
A
fais
B
font
C
fait
D
faites

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Ik voetbal.
(denk aan hoofdletter & een punt)

Slide 12 - Open question

Jullie zwemmen.t)
(denk aan hoofdletter & een punt)

Slide 13 - Open question

Zij (meisjes) doen aan atletiek.
(denk aan hoofdletter & een punt)

Slide 14 - Open question

Welke zin(nen) is/zijn goed
A
Je fais du foot.
B
Je fais de la foot.
C
J'aime le foot
D
Je déteste du foot.

Slide 15 - Quiz

Passé Composé

Slide 16 - Slide

Geef in het Nederands een voorbeeld van de voltooid tegenwoordig tijd...

Slide 17 - Open question

Hoe maak je passé composé
Onderwerp+ (pv) vorm ‘hebben’ + VD: voltooid deelwoord
Onderwerp + (pv) vorm ‘avoir’ + VD: stam(ww-er)+é

Slide 18 - Slide

werkwoord avoir

Slide 19 - Mind map

Ik heb gezocht
A
je cherche
B
tu cherches
C
je vais chercher
D
j'ai cherché

Slide 20 - Quiz

Jullie hebben de film gekeken.
A
Vous avez regardé le film.
B
Vous regardez le film.
C
Nous regardons le fim.
D
Je regarde le film.

Slide 21 - Quiz

parler (tu)
(geen hoofdletter en punt, wel onderwerp)

Slide 22 - Open question

travailler (Marie)
(hoofdletter en geen punt, wel onderwerp)

Slide 23 - Open question

Heb je nog een vraag?

Slide 24 - Open question

Bonne journée

Slide 25 - Slide