1 speldenprik
2 antennemast
3 knarsetanden (het eerste deel is een werkwoord)
4 apetrots (het eerste deel is versterkend)
5 kattenbak
6 collectebus
7 pannenkoek
8 bruidegom (de samenstelling is versteend)
9 hogeschool (het eerste deel is een bijvoeglijk naamwoord)
10 zedendelict
11 hellevuur (het eerste deel is uniek)
12 beresterk (het eerste deel is versterkend)
13 zakenman
14 ooievaar (de samenstelling is versteend)
15 boerendochter