Les 1.3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programma 

• Doelen van deze les 
  
• Uitleg paragraaf 1.3
• 10 minuten in stilte aan het werk
  
• Aan het werk (keuze) 
• Afronding van deze les 
  

Doelen van deze les 

• Je kunt het ontstaan van geld beschrijven. 
  
• Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen. 
• Je kent de functies van geld. 
• Je weet hoe het geldsysteem werkt. 
• Je kunt rekenen met procentuele verandering. 
• Je kunt rekenen met indexcijfers.
  

Hoe is geld ontstaan?

De drie functies van geld. 

Functie 1: Ruilmiddel 

Fiduciair geld

Functie 2: Rekenmiddel

Functie 3: Spaarmiddel

Digitale manieren om te betalen. 

Nieuwe digitale methoden via je smartphone en -watch.

Giraal geld 
digitaal geld 

Chartaal geld 
contant geld 

Rol van banken

Procentuele verandering
(Nieuw - Oud) : Oud x 100%

Vorig jaar verdiende je in totaal €1.680 met je bijbaan. Dit jaar steeg je inkomen naar €1.735,44. De inflatie is 0,9%. ​

1. Wat is je verandering van loon in procenten?

Hoe bereken je een indexcijfer?

Prijs T-shirt 2014: €60 ​

Prijs T-shirt 2018: €68 ​

​

1. Wat is het indexcijfer van het basisjaar (2014)? ​
2. Bereken het indexcijfer van 2018?
3. Bereken met hoeveel procent het T-shirt in prijs is gestegen in 2018 ten opzichte van het basisjaar.

Berekening indexcijfer = 

nieuw getal : getal in basisjaar x 100​

Aan het werk 

De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Maken: opdracht 24 t/m 37
Verplicht: 24 t/m 27, 30 en 33 t/m 36. 

HERHALING: Budgetlijn tekenen 

• Inkomen 45 euro per maand 
• Uitgaan 15 euro per avond 
• Bellen 5 euro per kwartier 

Stel een formule op:  ...... 

Doel budgetlijn: welke keuzes kun je maken met jouw budget? 

45 = 5x + 15y

Keuzewerk

Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 

> Teken vandaag week 1 en 2 bij mij af. 

• Huiswerk maken: opdracht 24 t/m 37, 
  waarvan verplicht: 24 t/m 27, 30 en 33 t/m 36
• Praktische opdracht
• Maken eigen samenvatting 
• Eigen keuze: in overleg met Tobias 
  

Afronding van deze les 

• Je kunt het ontstaan van geld beschrijven. 
  
• Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen. 
• Je kent de functies van geld. 
• Je weet hoe het geldsysteem werkt. 
• Je kunt rekenen met procentuele verandering. 
• Je kunt rekenen met indexcijfers.