Week 9: LE/LU H7

Week 9
  • Idiom of the week! 
  • Lezen H7 globaal
  • Werken volgens eigen planning
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Week 9
  • Idiom of the week! 
  • Lezen H7 globaal
  • Werken volgens eigen planning

Slide 1 - Slide

Idiom of the week!
What do you think the idiom is about:
''I've got bigger fish to fry''


Slide 2 - Slide

Idiom of the week!
''I've got bigger fish to fry''
Meaning: 
More important things to do
Example: 
Don’t waste my time with silly little things today. I’ve got bigger fish to fry.

Slide 3 - Slide

H7 Magazines and the news
7.1 Short articles
Voorbereidend lezen:
  • Lees de kop van de tekst en de tussenkopjes. Waar gaat de tekst over? Wat weet je al over dit onderwerp?
  • Bestudeer de foto’s of tekeningen. 
  • Lees de eerste paar regels. 
  • Staan er andere opvallende zaken in de tekst die je kunnen helpen, bijvoorbeeld uitvergrote citaten of zinnen in een afwijkend lettertype? 


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

H7 Magazines and the news
7.2 The News
Artikel: hoofdzaken en bijzaken. 
  • Hoofdzaken > direct verbonden met onderwerp van artikel: belangrijkste thema’s of argumenten. 
  • Bijzaken > aanvullende informatie zoals voorbeelden, details of uitzonderingen. 

Slide 6 - Slide

Tips hoofdthema's + argumenten
  • Lees de kop en de eerste alinea: waar gaat het volgens jou over?
  • De eerste alinea geeft meestal aan waar de tekst over gaat. Vaak is het een minisamenvatting van de rest van de tekst.
  • Lees de rest van de tekst. Is dit inderdaad een uitwerking van de eerste alinea?
  • Let ook goed op het slot van de tekst: daarin worden de belangrijkste zaken vaak nog eens genoemd.

Slide 7 - Slide

H7 Magazines and the news
7.3 Famous people
Een tekst is vaak verdeeld in alinea’s. 
  • deelonderwerpen + tekst ordenen
  • makkelijker te lezen.
  • Elke alinea kernzin met samenvatting. Staat vaak aan het begin of einde van een alinea en helpt je de tekst (en de hoofdgedachte) beter te begrijpen.

Slide 8 - Slide

Hoofdgedachte
  • Is er een rode draad? Wat komt telkens terug? 
  • Kernwoorden, bevatten de essentie van de tekst.
  • Kernwoord onduidelijk > woordenboek.
  • Wat wil de schrijver je meegeven?
  • Welk probleem (of gevoel of idee) wordt bespreekbaar gemaakt?
  • Welke mening geeft de schrijver?

Slide 9 - Slide

Argumenten
Uitspraak:
The BBC doc­u­ment­ary ‘The Mys­tery of Van Gogh’s Ear’ is really sen­sa­tion­al ...
Argument:
... be­cause it fi­nally solves the mys­tery of what happened to the paint­er’s ear.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

H7 Magazines and the news
7.4 Science and innovations
Woorden die je niet kent:
> woorden opzoeken in het woordenboek
Uitdrukkingen die je niet kent:
> Werkwoorden en zelfstandige naamwoorden zijn meestal belangrijk in een uitdrukking. Minder belangrijk zijn lidwoorden, voorzetsels, enzovoort.

Slide 12 - Slide

Betekenis uitdrukkingen 1/2
Je hebt er meestal niets aan als je deze letterlijk vertaalt, bijvoorbeeld: to beat around the bush betekent niet rondom het bosje slaan.

  1. Bepaal wat het eerste belangrijke woord van de uitdrukking is. Dat is hier beat. Een woord als to kun je overslaan.

Slide 13 - Slide

To beat around the bush 2/2
2. Zoek het eerste belangrijke woord op in het woordenboek en kijk of bij beat de uitdrukking to beat around the bush staat.

3. Als de uitdrukking er niet bij staat, zoek je verder. Het volgende belangrijke woord in de uitdrukking is bush. Je vindt daar inderdaad de uitdrukking met vertaling: ergens omheen draaien, niet ter zake komen.

Slide 14 - Slide

Samengestelde woorden
Bij samengestelde woorden ga je op dezelfde manier te werk.

Als je wilt weten wat rush hour betekent, zoek je eerst bij rush en als je het daar niet vindt, kijk je bij hour. 

De betekenis van rush hour is spitsuur.

Slide 15 - Slide

Voor het lezen
  • Beeld vormen van de tekst. Wat voor een type tekst is het? Een brief, artikel of advertentie?
  • Kijk naar de titel van de tekst.                                                    Bedenk wat jij al van het onderwerp weet. 
  • Bekijk eventuele plaatjes of tussenkopjes. 
  • Ook is het handig om de opdracht / vragen die bij te tekst horen van te voren vast goed te bekijken.

Slide 16 - Slide

Manieren van lezen
  • skimmen > snel lezen, bekijk de opvallende stukjes en per alinea de eerste en laatste zin.
  • Scannen > op zoek gaan naar specifieke informatie.
  • Intensief lezen > de tekst helemaal lezen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Ga aan de slag met je eigen planning voor deze les!
Of ga aan de slag met de opdrachten die bij de uitleg horen.

Slide 19 - Slide

Opdrachten (max 1 paragraaf)
7.1 Short articles Ex. 1,2,4,5 + exam ex. 
7.2 The news Ex. 1,4,5 + exam ex. 
7.3 Famous people Ex. 1,2,4 + exam ex.
7.4 science and innovations Ex. 1,4,5 + exam ex.
Zorg 7.2 + 7.4
Verdieping:
7.5 + 7.6 

Slide 20 - Slide