H3: 3.1: perspectief

H3: perspectief
HW controleren
3.1; psychisch perspectief
Doel: je weet welke vier verschillende perspectieven er zijn en kan deze in je eigen woorden benoemen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3: perspectief
HW controleren
3.1; psychisch perspectief
Doel: je weet welke vier verschillende perspectieven er zijn en kan deze in je eigen woorden benoemen.

Slide 1 - Slide

H3: perspectief
HW controleren; 
Maken: opdr. 2, 3, 5a, d, e p. 104/105
Maken: opdr. 3, 4, 6 p. 182-184

Slide 2 - Slide

Vertel- of psychisch perspectief
Het perspectief is het standpunt van waaruit je als lezer alle gebeurtenissen ziet. Het is belangrijk om te weten bij wie het perspectief ligt om gebeurtenissen op juiste waarde te kunnen schatten. De manier waarop gebeurtenissen beschreven worden hangt namelijk sterk af van het vertelperspectief. 

Er zijn vier verschillende vertelperspectieven. 
  1. ik-vertelsituatie 
  2. personale vertelsituatie
  3. auctoriale of alwetende vertelsituatie
  4. meervoudige vertelsituatie

Slide 3 - Slide

Ik-perspectief
Je ziet alles door de ogen van de ik-persoon. Je leert hierdoor de ik-persoon goed kennen. 
Kan erg subjectief zijn, omdat je niet weet hoe ander personages denken/zich voelen. 

2 mogelijkheden: 
1. vertellende ik: vertelt het verhaal achteraf. 
2. belevende ik: vertelt het  verhaal op het moment dat het gebeurt. 

Slide 4 - Slide

Hij/zij perspectief
Muller was hinderlijk keurig. Hij zag er altijd uit of hij zojuist van de stomerij kwam, broek vlekkeloos in de plooi, regenjas opgesteven, blauwe blazer ongekreukt en zijn lippen in een glimlach geperst. Niemand mocht zich aan hem storen. Hij wilde een onberispelijke indruk maken.
Muller was beleefd, hij knikte altijd begrijpend als een ander wat betoogde, ja als het ja moest zijn, soms nee. Een vertegenwoordiger mag nooit opvallen, vond hij. Vaak wisten de mensen met wie hij onderweg te maken had, niet eens of hij komen moest of al was langs geweest. Zo was het ook bij het wegrestaurant waar hij twee keer in de week at, op maandag- en donderdagavond, tussen zeven en acht, als zijn vrouw naar cursus was. Hij nam altijd de dagschotel. Vandaag was het spaghetti bolognaise. Hij had een drukke dag achter de rug, veel klanten, veel meningen, veel bestellingen. Lekker spaghetti, dacht hij, als het maar veel is.

Slide 5 - Slide

Hij/Zij perspectief
Heet ook wel de personale vertelperspectief. (Derde persoon perspectief)
Je leest het verhaal door de ogen van één persoon, maar het verhaal wordt verteld door een anonieme verteller. Je leest wat de personages denken, voelen, zien, ervaren.  Maar de mening/inbreng van de verteller vind je er niet in terug. Kan overkomen als onbetrouwbaar en subjectief. 

Slide 6 - Slide

Alwetende (auctoriale) verteller
Ook in hij/zij vertelsituatie, alleen je weet nu van meerdere personages wat ze denken en voelen. De verteller heeft inzicht in alle personages. Hij kent het verleden en de toekomst. 
"helikopter" view: verteller staat boven het verhaal. 

Slide 7 - Slide

Meervoudige (wisselend) vertelsituatie
Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van verschillende personages. Je krijgt dan de gedachten en gevoelens van verschillende personages over dezelfde gebeurtenissen. Hierdoor krijg je een rijker beeld en ben je beter geïnformeerd over het verhaal. 

Slide 8 - Slide

Onbetrouwbaar perspectief
Soms is het gebruikte perspectief in een verhaal onbetrouwbaar omdat je het verhaal volgt vanuit een onbetrouwbaar persoon; bijv. een moordenaar, psychopaat, bipolair persoon, enzovoort. Zij geven dan niet de juiste informatie of niet alle informatie. Je wordt dan op het verkeerde been gezet. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe bepaal je het vertelperspectief van een tekst?

Slide 11 - Open question

Vanuit welk perspectief is tekst 1 op blz. 171 geschreven? Noem in je antwoorden de kenmerken die bij dit vertelperspectief horen.

Slide 12 - Open question

Waarom heeft de schrijver voor dit perspectief gekozen? Leg uit.

Slide 13 - Open question

Wat voor gevolg zou het voor jou als lezer hebben als tekst 1 vanuit een wisselend perspectief was geschreven?

Slide 14 - Open question

Aan de slag
Maak opdr. 8 & 9 op blz. 179

Slide 15 - Slide