What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
DT3A Modale Verben verleden tijd H3 unterwegs
Herzlichen Wilkommen
Modale werkwoorden in de verleden tijd
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herzlichen Wilkommen
Modale werkwoorden in de verleden tijd
Slide 1 - Slide
Lernziel
Ich kann die Modalverben
übersetzen (vertalen)
Ich kann die Modalverben
im Präteritum im Satz
einsetzen
Slide 2 - Slide
3
Slide 3 - Video
01:28
Wat betekent ''können''
zullen
kunnen
moeten
dürfen
willen
Slide 4 - Poll
02:47
Wat betekent ''sollen''
zullen
kunnen
moeten
dürfen
willen
Slide 5 - Poll
04:03
Wat betekent ''müssen''
zullen
kunnen
moeten
dürfen
willen
Slide 6 - Poll
Duitse modale werkwoorden
Slide 7 - Mind map
Modalverben
verleden tijd
Slide 8 - Slide
je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.
Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:
wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?
Hoe leer je ze? Regels? Ezelsbrug?
Slide 9 - Slide
Modalverben
in de verleden tijd
Slide 10 - Slide
Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?
Slide 11 - Slide
Modale werkwoorden verleden tijd
(können)
ich
k
o
nn-
te
du
k
o
nn-
t
est
er/sie/es
k
o
nn-
te
wir
k
o
nn-
ten
ihr
k
o
nn -
tet
sie/Sie
k
o
nn -
t
en
Slide 12 - Slide
Er ________ das Buch nicht finden.
A
könnte
B
konnte
Slide 13 - Quiz
Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
solltet
B
musstet
Slide 14 - Quiz
Hausaufgaben _______ gemacht werden!
A
mussten
B
muten
Slide 15 - Quiz
Hebben müssen en können in de verleden tijd ook een Umlaut.
timer
0:20
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quiz
Gestern ……….. wir leider nicht.
(können)
timer
0:20
A
können
B
konnten
Slide 17 - Quiz
Warum .............. du gestern nicht mitkommen? (wollen)
timer
0:20
A
willst
B
wolltest
Slide 18 - Quiz
Er .............. nicht in die Disko gehen (dürfen)
timer
0:20
A
durfte
B
dürfe
Slide 19 - Quiz
Warum .... du vorige Woche nachsitzen (müssen)?
A
musste
B
musstest
Slide 20 - Quiz
Wir .... nicht, dass man eine Fahrkarte braucht!
A
wussten
B
wissen
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
More lessons like this
DT3A Modale Verben verleden tijd H3 unterwegs
December 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
N - modale werkwoorden verleden tijd
April 2022
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
V3 K3 Modale werkwoorden Duits
December 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
modale werkwoorden
March 2024
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
N - modale werkwoorden verleden tijd
1 month ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
N - modale werkwoorden verleden tijd
December 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
N - modale werkwoorden verleden tijd
March 2022
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3TG Modalverben
November 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3