BSR 5/11 2(a)ha Formuleren §2

Maak opdracht 3 op blz. 237.
Klaar? 
  • Log alvast in op LessonUp.
  • Verder in je leesboek.
     

§2 Variatie in woordgebruik
Startopdracht:
timer
5:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maak opdracht 3 op blz. 237.
Klaar? 
  • Log alvast in op LessonUp.
  • Verder in je leesboek.
     

§2 Variatie in woordgebruik
Startopdracht:
timer
5:00

Slide 1 - Slide

  • Je kunt variëren in woordgebruik door synoniemen en verwijswoorden te gebruiken.
  • Je weet wanneer je welke verwijswoorden gebruikt.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

Planning deze week: 
Maandag 
4 november
dinsdag 
5 november
donderdag 
7 november
Formuleren §1:
Herhaling leerjaar 1 afmaken 

Leesboek: 
Bedrijf 3, scène 1.



Formuleren §2:
Variatie in woordgebruik 


Leesboek:
Bedrijf 3, scène 2.
Formuleren §3: 
Variatie in zinsopbouw


Leesboek:
Bedrijf 3, scène 3.

Slide 3 - Slide

In deze les gaan we:
1. Formuleren van leerjaar 1 herhalen.
2. De digitale opdrachten bespreken.
3. Starten met paragraaf 2:
Variatie in woordgebruik.
4. Keuzes maken voor deze module.
5.  Afronden en vooruitblikken.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Startopdracht bespreken:
Je hebt zelfstandig een opdracht van de nieuwe paragraaf gemaakt. Deze gaan we kort bespreken. Bepaal daarna zelf of je meer uitleg nodig hebt.
riënteren

Slide 6 - Slide

Iets onder woorden brengen 
Iets uitdrukken in woorden

Vandaag leer je hoe je met twee manieren kunt variëren in woordkeuze.
Formuleren 

=

Slide 7 - Slide

§2: Variatie in woordgebruik
In het weekend werkt Daphne in het asiel. Daphne zorgt in het asiel voor de honden. Omdat er altijd veel honden in het asiel zitten, heeft Daphne Daphnes handen er vol aan. De honden worden opgevangen in het asiel, omdat de honden in de steek gelaten zijn. 

Slide 8 - Slide

§2: Variatie in woordgebruik
In het weekend werkt Daphne in het asiel. Daphne zorgt in het asiel voor de honden. Omdat er altijd veel honden in het asiel zitten, heeft Daphne Daphnes handen er vol aan. De honden worden opgevangen in het asiel, omdat de honden in de steek gelaten zijn. 

Slide 9 - Slide

§2: Variatie in woordgebruik
Een tekst wordt saai als je steeds dezelfde woorden gebruikt. Het is beter om variatie aan te brengen.
Dat kan op twee manieren. Je kunt synoniemen
(hond-viervoeter, asiel-opvang, bier-pils) en verwijswoorden (die, dat, hij, hem, het, zij, ze, haar, hun, hen) gebruiken.

Slide 10 - Slide

Breng in onderstaande zinnen variatie in woordgebruik aan.
Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen veel meer praten dan mannen en ook over heel andere dingen praten. Praten blijkt voor beide geslachten een andere functie te hebben.

Slide 11 - Open question

Breng in onderstaande zinnen variatie in woordgebruik aan.
Doordat mensen steeds meer online regelen, heeft de postbode het veel minder druk dan vroeger. Vroeger werkte een postbode fulltime en was een postbode vaak ook nog kostwinner. Tegenwoordig zijn veel postbodes parttimers.

Slide 12 - Open question

Breng in onderstaande zinnen variatie in woordgebruik aan.
Tegenwoordig heeft bijna iedereen een mobieltje. Vooral jongeren kunnen niet meer zonder hun mobieltje. Ouders en leraren klagen erover dat ze met hun mobieltje vergroeid lijken te zijn.

Slide 13 - Open question

itvoeren
Wat?
Cursus 6 Formuleren §2 afmaken.
Opdracht 1 t/m 3 (vwo ook 4).
Hoe?
In het boek, zelfstandig.
Hulp?
4 B's, LessonUp, oogje ->
Tijd?
Timer.
Uit-komst
Je weet hoe je kunt variëren
in woordgebruik.
Klaar?
Verder in ons leesboek of zelf-standig starten met Formuleren paragraaf 3 (blz. 236-237).
timer
10:00

Slide 14 - Slide

  • Je kunt variëren in woordgebruik door synoniemen en verwijswoorden te gebruiken.
  • Je weet wanneer je welke verwijswoorden gebruikt.
Lesdoelen

Slide 15 - Slide

Terugkomen op de lesdoelen! 
- Beantwoord de aankomende           vragen in LessonUp. 
valueren

Slide 16 - Slide

Hoe kun je variëren in je woordgebruik?

Slide 17 - Mind map

Breng in onderstaande tekst variatie in woordgebruik aan.
Max Verstappen was de eerste Nederlander die een Formule I-race won. Jos Verstappen, de vader van Max Verstappen, haalde wel ooit een podiumplaats, maar won nooit een race. Max Verstappen was tevens de jongste winnaar ooit.

Slide 18 - Open question

Schrijf drie zinnen over je favoriete nagerecht. Gebruik in iedere zin een ander woord (synoniem)
voor 'nagerecht'.

Slide 19 - Open question

Terugkijken:
- Heb je alle leerdoelen behaald tijdens deze les?
- Wat is je gevoel over het onderdeel Formuleren?
- Wat kun je de volgende les nog doen om beter te worden?
eflecteren

Slide 20 - Slide

Heb je alle leerdoelen behaald tijdens deze les?
A
ja, allemaal
B
niet allemaal, wel een aantal
C
nee

Slide 21 - Quiz

Wat is je gevoel over het onderdeel Formuleren?
010

Slide 22 - Poll

Wat kun je de volgende les doen om beter te worden in formuleren?

Slide 23 - Open question

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode
u2ha: pwsot
u2ha: byxfa

Slide 24 - Slide