21/1 ingezonden brief les 2

Schrijven: de ingezonden brief 
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Schrijven: de ingezonden brief 

Slide 1 - Slide

Planning

  • Lesdoel
  • Korte activiteit 
  • Terugblik
  • Instructie en oefenen (klassikaal)
  • Werken 
  • Exitticket
  • Afsluiten (feedback en reflectie)

Slide 2 - Slide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kan ik (weer) benoemen wat een ingezonden brief is en hoe deze is opgebouwd;  
  • kan ik (weer) benoemen wat formeel en informeel betekenen
  • kan ik benoemen wat beeldend formuleren is;
  • heb ik geoefend met de theorie over de ingezonden brief.

Blauw = kennis = kennen = leren
Oranje = kunnen = oefenen met de kennis

Slide 3 - Slide

yy

Slide 4 - Slide

Volgorde ingezonden brief
2
3
4
5
6
7
8
9
1
10
artikel waarop je reageert
samenvatting artikel in 1 zin
jouw mening
Argument (een per alinea)
conclusie
herhalen mening
advies of uitsmijter
Naam


Titel
Plaats

Slide 5 - Drag question

Formeel taalgebruik


Slide 6 - Slide




- geen opbouw van een brief-  opbouw betoog (ook overtuigen): inleiding-midden-slot
- witregels tussen alinea's verschillend gebruikt

Titel
Inleiding: (eerste twee kunnen ook omgedraaid worden)

  • artikel waarop je reageert: bron als die afwijkt van de bron waaraan jij schrijft (krant) + datum (dag en maand)
  • + onderwerp en/of samenvatting van artikel in een zin


  • jouw mening
(witregel als het past bij opbouw en inhoud)



Kern: (witregels passend bij de opbouw en inhoud)
  • argumenten (minimaal drie)
  • één alinea per argument

(witregel)

Slot:

  • conclusie 
  • herhalen mening  
  • (advies of uitsmijter
(witregel)
Naam
Plaats

(Denk aan correcte spelling!)




Indeling van de ingezonden brief: I K S

Slide 7 - Slide

Ingezonden brief

    Geef aan waar je op reageert of wat de aanleiding is van jouw schrijven.
    • Houd het kort.
    • Zorg voor net taalgebruik.
    • Zorg voor een duidelijke structuur:
           - Geef aan waarom je deze brief schrijft.
           - Geef jouw mening over het onderwerp.
           - Onderbouw je mening met argumenten.

    Slide 8 - Slide

    kenmerken ingezonden brief:
    1. subjectief
    2. kort en bondig (max. 100 woorden)
    3. verwijs naar waar de brief een reactie op is (eerste zin)
    4. geen aanhef, wel een titel
    5. onderteken de brief

    Slide 9 - Slide

    Nieuwe lesstof
    Maak aantekeningen!

    Slide 10 - Slide

    Schrijven :  taalgebruik: formeel 

     Verschil :  formeel en informeel

    Tegen je vrienden praat je informele taal --> persoonlijk 
    Informeel = je mailt naar je oma, vriendje, ouders......

    Tegen onbekenden gebruik je formele taal --> zakelijk 
    Formeel = netjes, je mailt naar een docent, een onbekende....



    Slide 11 - Slide

    Formeel taalgebruik
    Informeel taalgebruik
    ''Geachte ...''
    Whatsapp-bericht
    ''Lieve oma,''
    Sollicitatiebrief
    ''Groetjes!''
    ''Ik hoor graag van u!''
    Emoji's 
    Deftig
    Krantenartikel
    Recensie
    E-mail aan een docent

    Slide 12 - Drag question

    Beeldend formuleren
      Signaalwoorden zorgen voor een duidelijke structuur in een tekst. 
      Inversie en variatie in woordkeuze zorgen ervoor dat een tekst aantrekkelijker wordt.
      Beeldend formuleren zorgt ervoor dat de lezer zich een beeld kan vormen (kunnen zien, proeven, ruiken, horen en voelen). 
      Dat heet ook wel showing, not telling.

      - gebruik bijvoeglijk naamwoorden
      - gebruik meerdere aspecten om een vollediger beeld
      te laten vormen






      Slide 13 - Slide

      Welke zin is beeldender en waarom?
      Het is zonnig weer:
      - De zon straalt heerlijk.
      - De stralende zon staat aan de blauwe hemel en ik voel de heerlijke warmte op mijn huid.

      Slide 14 - Open question

      Slide 15 - Slide

      Ingezonden brief van een 14 jarige
      Beste minister-president Mark Rutte, doe het voor ons
      Noteer wat je opvalt in deze ingezonden brief.

      Slide 16 - Slide

      Beste minister-president Mark Rutte, doe het voor ons
      Nooit had ik gedacht zo’n soort brief te schrijven, ook al ben ik pas 14 jaar. Al tientallen jaren horen we van wetenschappers dat het klimaat op aarde verslechtert. Mensen die er in gespecialiseerd zijn. Het is niet zomaar iets, het IPCC-rapport. Voor de duidelijkheid, hierin staat dat enkel als er ingrijpende maatregelen worden getroffen, de aarde ‘slechts’ 1,5 graden Celsius opwarmt. De gevolgen: meer en vaker zware regen, vaker droogte en minder ijs op de Noordpool en nog zoveel meer. Dit is mijn toekomst en van zoveel andere jongeren. Jammer genoeg hebben wij geen inspraak in de Tweede Kamer, maar u wel. De wetenschappers, die al sinds jaren voor ongelofelijk grote klimaatproblemen waarschuwen, kunnen geen wetten aannemen. De enigen die iets aan onze toekomst kunnen doen, zijn de regeringen van landen. Vooral die van de rijke, invloedrijke landen. U en uw collega’s in de Tweede Kamer zijn degenen die iets aan dit drastische probleem kunnen doen. Daarom vraag ik u hier iets aan te doen. Het is niet alleen mijn toekomst, maar ook die van honderden miljoenen mensen over de hele wereld. Hun toekomst wordt aangetast omdat u in plaats van de wereld wilt redden, de economie wilt redden. Dit gevoel krijgen wij als jongeren. Ik hoop heel erg dat ik van u wat kan verwachten.

      Rosalinde Leijdekker
      Heiloo
      (NRC Handelsblad van 12 augustus 2021)
       

      Slide 17 - Slide

      Noteer wat je opvalt in de ingezonden brief.

      Slide 18 - Open question

      Beste minister-president Mark Rutte, doe het voor ons
      Nooit had ik gedacht zo’n soort brief te schrijven, ook al ben ik pas 14 jaar. Al tientallen jaren horen we van wetenschappers dat het klimaat op aarde verslechtert. Mensen die er in gespecialiseerd zijn. Het is niet zomaar iets, het IPCC-rapport. Voor de duidelijkheid, hierin staat dat enkel als er ingrijpende maatregelen worden getroffen, de aarde ‘slechts’ 1,5 graden Celsius opwarmt. De gevolgen: meer en vaker zware regen, vaker droogte en minder ijs op de Noordpool en nog zoveel meer. Dit is mijn toekomst en van zoveel andere jongeren. Jammer genoeg hebben wij geen inspraak in de Tweede Kamer, maar u wel. De wetenschappers, die al sinds jaren voor ongelofelijk grote klimaatproblemen waarschuwen, kunnen geen wetten aannemen. De enigen die iets aan onze toekomst kunnen doen, zijn de regeringen van landen. Vooral die van de rijke, invloedrijke landen. U en uw collega’s in de Tweede Kamer zijn degenen die iets aan dit drastische probleem kunnen doen. Daarom vraag ik u hier iets aan te doen. Het is niet alleen mijn toekomst, maar ook die van honderden miljoenen mensen over de hele wereld. Hun toekomst wordt aangetast omdat u in plaats van de wereld wilt redden, de economie wilt redden. Dit gevoel krijgen wij als jongeren. Ik hoop heel erg dat ik van u wat kan verwachten.

      Rosalinde Leijdekker
      Heiloo
      (NRC Handelsblad van 12 augustus 2021)
       

      Slide 19 - Slide

      Wat zou jij anders doen als het om de opbouw gaat?

      Slide 20 - Open question

      Opbouw ingezonden brief
      Titel
      Inleiding: (eerste twee mogen ook andersom)
      • artikel waarop je reageert: bron als die afwijkt van de bron waaraan jij schrijft (krant) + onderwerp artikel waarop je reageert + datum (dag en maand)
      • onderwerp en/of samenvatting van artikel in een zin
      • jouw mening
      (witregels hangt af van de opbouw en de inhoud)
      Kern: (witregels hangen af van de opbouw en de inhoud)
      • argumenten (minimaal drie) - gebruik tekstverband tussen de zinnen: en, omdat, want, daarom ...
      • één alinea per argument – gebruikt tekstverband tussen de alinea’s: ook, verder, daarnaast …
      (Witregel)
      Slot:
      • conclusie - dus... + herhalen mening
      • advies of uitsmijter
      (Witregel)
      Naam
      Plaats

      Slide 21 - Slide

      Voorbeeld 1 (voor): Sociale dienstplicht
      Jongeren een maatschappelijke stage in een verzorgingshuis laten lopen (NRC, 2/1) is naam mijn idee een ontzettend goed idee.
      Het is om te beginnen een mooi alternatief voor de dienstplicht die nu ook weer door politici wordt benoemd. De jongeren kunnen zich inzetten voor de maatschappij, zonder dat er geweld bij komt kijken. In dat opzicht durf ik te zeggen dat het zelfs een beter initiatief dan de militaire dienstplicht.


      Daarnaast, en minstens zo belangrijk, zal het voorlezen de leesvaardigheid van leerlingen, die zo belangrijk is voor school, ten goede komen. De leesvaardigheid wordt immers steeds slechter en met dit initiatief wordt het mooi extra geoefend.
      Dat door het voorlezend bezoek de ouderen ook nog eens minder eenzaam zullen zijn, lijkt mij  dubbele winst! Genoeg ouderen hebben bijna niemand meer die naar ze omkijken of ze komen bezoeken. Bijna iedereen heeft het te druk of is al dood.


      Ik zou dus zeggen dat het een super goed idee is om leerlingen een maatschappelijke stage bij ouderen te laten lopen. Alle partijen hebben er baat bij en dus win-win voor iedereen. Wanneer gaan we beginnen?


      Soraya Hooi
      Nieuw Vennep


      Slide 22 - Slide

      Voorbeeld 2 (tegen): Niet meer, maar minder
      Jongeren twee keer per jaar een week een maatschappelijke stage laten lopen bij ouderen in een verzorgingshuis (NRC, 2/1) is een belachelijk idee. Alsof de jeugd al niet genoeg onder druk staat! De media staan er om te beginnen vol mee: sociaal gezien wordt er al behoorlijk druk op de jongeren gelegd; sociale media neemt geen pauze en gaat 24/7 door. Dat zo’n maatschappelijke stage goed zou zijn voor de sociale contacten is klinkklare onzin.


      Daarnaast weten we allemaal dat de jeugd al zoveel moet. Ze ervaren naast de sociale media ook druk vanuit thuis, school én hebben daarbij vaak ook meerdere hobby’s en/of bijbaantjes. Daar zijn ze toch ook al sociaal mee bezig? En als de jeugd dan toch op een andere manier sociaal bezig moet zijn, dan lijk het mij tot slot beter dat jongeren met leeftijdsgenoten omgaan, want wat levert de omgang met ouderen nou echt voor hun op?! Ouderen staan niet meer met hun voeten in deze tijd. Zij weten niet wat er nu leeft en wat jongeren nu interessant vinden. De jongeren moeten zich dan dus verdiepen in dingen van vroeger en daar hebben zij helemaal niks aan. Zij schrijven de toekomst, waar het verleden opgeschreven geschiedenis is.


      Dus nee, de jeugd staat al genoeg onder druk met alles wat er van hen wordt verwacht. Een weekje extra vrij zonder verwachtingen, dat lijkt mij een beter plan. Stage lopen voor een week of twee: weg ermee!


      Soraya Hooi
      Nieuw Vennep


      Slide 23 - Slide

      Slide 24 - Slide

      Werk voor deze les + huiswerk: 
        Pak je VIP en noteer:
        - Online: hoofdstuk 3, § 3.4 Schrijven en formuleren, opdracht 12 en 13
           + schrijven opdracht ingezonden brief (volgende les gaan we uitwisselen)
        Opdracht:
        In de schoolkrant van 9 januari staat een artikel waarin aangekondigd wordt dat elke leerlingen twee keer per jaar een week eenzame ouderen in een verzorgingshuis gezelschap moeten gaan houden. Zij moeten dus twee keer een week lang spelletjes gaan spelen met de mensen, voorlezen, oude foto's kijken of gewoon praten. Het is eigenlijk een soort maatschappelijke stage en de bedenkers hopen dat het de jeugd helpt bij het socialer worden en tegelijkertijd kan het de eenzaamheid bij ouderen verminderen. Win-win dus!
        - Stap 1: bouwplan: in steekwoorden
            Inleiding: waar regeer je op? Ben jij voor of tegen? Wat is jouw mening?
            Kern: bedenk drie argumenten voor jouw standpunt
            Slot: herhaal jouw standpunt en bedenk een leuke uitsmijter
        - Stap 2: Schrijf nu jouw ingezonden brief en houd je aan de afspraken die gelden voor de opbouw van de ingezonden brief.

        Klaar = in STILTE lezen
        timer
        30:00

        Slide 25 - Slide

        Opdracht vorige les:
        In de schoolkrant staat een artikel waarin aangekondigd wordt dat elke leerlingen twee keer per jaar een week eenzame ouderen in een verzorgingshuis gezelschap moeten gaan houden.  Zij moeten dus twee keer een week lang spelletjes gaan spelen met de mensen, voorlezen, oude foto's kijken of gewoon praten. Het is eigenlijk een soort maatschappelijke stage en de bedenkers hopen dat het de jeugd helpt bij het socialer worden en tegelijkertijd kan het de eenzaamheid bij ouderen verminderen. Win-win dus!

        Stap 1: bouwplan: in steekwoorden
        Inleiding: waar regeer je op? Ben jij voor of tegen? Wat is jouw mening?
        Kern: bedenk drie argumenten voor jouw standpunt
        Slot: herhaal jouw standpunt en bedenk een leuke uitsmijter

        Stap 2: Schrijf nu jouw ingezonden brief en houd je aan de afspraken die gelden voor de opbouw van de ingezonden brief.



        Slide 26 - Slide

        Lesdoel:
        Aan het einde van deze les:
        • kan ik (weer) benoemen wat een ingezonden brief is en hoe deze is opgebouwd;  
        • kan ik (weer) benoemen wat formeel en informeel betekenen
        • kan ik benoemen wat beeldend formuleren is;
        • heb ik geoefend met de theorie over de ingezonden brief.

        Blauw = kennis = kennen = leren
        Oranje = kunnen = oefenen met de kennis

        Slide 27 - Slide

        Volgorde ingezonden brief
        2
        3
        4
        5
        6
        7
        8
        9
        1
        10
        artikel waarop je reageert
        samenvatting artikel in 1 zin
        jouw mening
        Argument (een per alinea)
        conclusie
        herhalen mening
        advies of uitsmijter
        Naam


        Titel
        Plaats

        Slide 28 - Drag question




        - geen opbouw van een brief-  opbouw betoog (ook overtuigen): inleiding-midden-slot
        - witregels tussen alinea's verschillend gebruikt

        Titel
        Inleiding: (eerste twee kunnen ook omgedraaid worden)

        • artikel waarop je reageert: bron als die afwijkt van de bron waaraan jij schrijft (krant) + datum (dag en maand)
        • + onderwerp en/of samenvatting van artikel in een zin


        • jouw mening
        (witregel als het past bij opbouw en inhoud)



        Kern: (witregels passend bij de opbouw en inhoud)
        • argumenten (minimaal drie)
        • één alinea per argument

        (witregel)

        Slot:

        • conclusie 
        • herhalen mening  
        • (advies of uitsmijter
        (witregel)
        Naam
        Plaats

        (Denk aan correcte spelling!)




        Indeling van de ingezonden brief: I K S

        Slide 29 - Slide

        Ik kan benoemen wat beeldend formuleren is.

        😒🙁😐🙂😃

        Slide 30 - Poll

        Ik kan de opbouw van een ingezonden brief herkennen en benoemen.

        😒🙁😐🙂😃

        Slide 31 - Poll

        Reflectie:
        Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
        Wat kan nog iets beter?

        Slide 32 - Open question

        Feedback
        Wat vond je fijn/goed aan deze les?
        Wat zou je liever anders zien?

        Slide 33 - Open question

        Tekstdoelen

        Slide 34 - Slide

        Tekstdoel
        De schrijver wil..
        Voorbeeld tekstsoort
        Informeren
        Activeren
        Overtuigen
        Amuseren
        dat je iets te weten komt
        je overhalen om iets te doen
        dat je zijn mening overneemt
        je vermaken
        krantenbericht, verslag nieuwsbericht, leesboek
        reclametekst, uitnodiging, advertentie
        bespreking van een film of boek (recensie), betoog, column
        verhaal, leesboek, strip, roman, rap, mop

        Slide 35 - Slide

        Functies tekstdelen
        Inleiding: de schrijver noemt het onderwerp van de tekst en wil de
        interesse van de lezer wekken. Dit kan op veel manieren, bijvoorbeeld:
        • een gebeurtenis beschrijven;
        • een mening over het onderwerp geven;
        • een vraag over het onderwerp stellen.
        Midden: gaat per alinea in op een deelonderwerp van het onderwerp. Tekstverbanden om het een lopende tekst te maken!
        Slot: de schrijver rondt de tekst af. Dit kan op veel manieren,
        bijvoorbeeld:
        • de belangrijkste informatie uit de tekst kort samenvatten;
        • een conclusie trekken;
        • de vraag uit de inleiding beantwoorden


        Vaak hebben ze een vaste structuur!

        Slide 36 - Slide

        Slide 37 - Video

        Wat is een alinea??

        'Een alinea is een verzameling zinnen die met elkaar samenhangen. Alinea’s zijn als het ware de bouwstenen van je tekst: de kleinere eenheden binnen het geheel. Elke alinea stelt één onderwerp centraal.'

        Elke alinea begint op een nieuwe regel (na een ‘return’). 

        Het woord alinea komt uit het Latijn en betekent letterlijk ‘nieuwe regel’. Letterlijk: ‘van de lijn af, van de regel af’.

        Op websites en in (korte) brieven en mails staat vaak voor en na elke alinea een witregel.

        In langere en gedrukte teksten, zoals brochures, artikelen, tijdschriften, kranten en boeken, komt er niet altijd een witregel. Wel springt de eerste regel van elke alinea vaak iets in (dat wil zeggen dat hij iets rechts van de linkerkantlijn begint).

        Slide 38 - Slide

        Slide 39 - Video

        Feit of mening

        Slide 40 - Slide

        Mening geven

        - Uitleg geven over jouw mening

        - Subjectieve argumenten
        (Sentimenteel = met emotie)
        Overtuigen

        - Anderen overhalen jouw mening te delen

        - Objectieve argumenten
        (Ongevoelig = emotieloos)

        Slide 41 - Slide

        Persoon en zaak - subject matter

        Informatie die op feiten is gebaseerd wordt ook wel objectief genoemd: de informatie wordt aangeboden als een meetbare zaak (object). Meningen zijn subjectief: het uitgangspunt is de persoon (het subject). 
        Sommige tekstvormen, zoals verslagen, nieuwsberichten of achtergrondartikelen, zijn bij uitstek objectief: het tekstdoel is informeren. 
        Andere tekstvormen, zoals betogen, recensies of ingezonden brieven, hebben juist per definitie een subjectief karakter. De meeste subjectieve teksten bevatten ook objectieve informatie (zo geeft een recensent pas zijn mening over een film of game nadat hij die aan het begin van zijn recensie feitelijk beschreven heeft).


        In de grammatica wordt het onderwerp ook wel subject genoemd, in het Nederlands maar ook in andere talen (subject, Subjekt, sujet). Het subject is datgene wat of degene die een handeling verricht, die bijvoorbeeld iets pakt. Dat iets is dan het lijdend voorwerp, in de grammatica ook wel object genoemd (object, Objekt, objet).

        Subject = onderwerp
        Object = lijdend voorwerp

        Slide 42 - Slide

        Feit
        • Uitspraak over iets wat waar of niet waar is 
        • Een feit kan je controleren.

        Voorbeeld
        De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.
        = controleerbaar
        = waar of niet waar

        Slide 43 - Slide

        Mening (standpunt)
        • Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt.
        • Het is niet controleerbaar
        • Je kunt het eens of oneens ermee zijn
        • Een mening herken je soms (maar lang niet altijd!) aan signaalwoorden als: ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens
        Voorbeeld
        Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

        Slide 44 - Slide

        Argument (reden)
        • Een argument is de uitleg waarmee je een mening verdedigt --> waarom diegene die mening heeft.
        • Herken je aan signaalwoorden als: want, omdat, namelijk en immers


        Voorbeeld
        Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

        Slide 45 - Slide