Spreekwoorden en uitdrukkingen

krakende wagens rijden het langst
A
men wordt snel ziek, maar beter worden duurt lang.
B
mensen die vaak ziek zijn, leven het langst
C
als er één begint aan iets moeilijks, volgen er snel meer.
D
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

krakende wagens rijden het langst
A
men wordt snel ziek, maar beter worden duurt lang.
B
mensen die vaak ziek zijn, leven het langst
C
als er één begint aan iets moeilijks, volgen er snel meer.
D
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften

Slide 1 - Quiz

ziekte komt te paard en gaat te voet.
A
als er één begint aan iets moeilijks, volgen er snel meer.
B
mensen die vaak ziek zijn, leven het langst
C
men wordt snel ziek, maar beter worden duurt lang.
D
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften

Slide 2 - Quiz

als er één schaap over de dam is, volgen er meer
A
als er één begint aan iets moeilijks, volgen er snel meer.
B
als je ergens weinig voor betaalt, kan de kwaliteit slecht zijn en moet je snel een nieuwe kopen.
C
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften
D
mensen die vaak ziek zijn, leven het langst

Slide 3 - Quiz

de pijp aan Maarten geven
A
als je ergens weinig voor betaalt, kan de kwaliteit slecht zijn en moet je snel een nieuwe kopen.
B
als je ergens weinig voor betaalt, kan de kwaliteit slecht zijn en moet je snel een nieuwe kopen.
C
het bijltje erbij neergooien
D
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften

Slide 4 - Quiz

beter één vogel in de hand dan 10 in de lucht
A
als er één begint aan iets moeilijks, volgen er snel meer.
B
als je ergens weinig voor betaalt, kan de kwaliteit slecht zijn en moet je snel een nieuwe kopen.
C
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften
D
je hebt veel aan te merken op anderen, maar ze bent zelf ook niet onschuldig.

Slide 5 - Quiz

boter op je hoofd hebben.
A
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften
B
een ander aanwijzen als schuldige terwijl je het zelf gedaan hebt.
C
je hebt veel aan te merken op anderen, maar ze bent zelf ook niet onschuldig.
D
je doet ergens je best voor terwijl het nutteloos is.

Slide 6 - Quiz

de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
A
ontkomen
B
een ander aanwijzen als schuldige terwijl je het zelf gedaan hebt.
C
je hebt veel aan te merken op anderen, maar ze bent zelf ook niet onschuldig.
D
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften

Slide 7 - Quiz

het is boter aan de galg gesmeerd.
A
je doet ergens je best voor terwijl het nutteloos is.
B
een ander aanwijzen als schuldige terwijl je het zelf gedaan hebt.
C
je kunt beter zeker zijn van 1 klein grote ding, dan hopen op 10 beloften
D
ontkomen

Slide 8 - Quiz

de dans ontspringen
A
een ander aanwijzen als schuldige terwijl je het zelf gedaan hebt.
B
als je ergens weinig voor betaalt, kan de kwaliteit slecht zijn en moet je snel een nieuwe kopen.
C
ontkomen
D
je hebt veel aan te merken op anderen, maar ze bent zelf ook niet onschuldig.

Slide 9 - Quiz

goedkoop is duurkoop.
A
als je ergens weinig voor betaalt, kan de kwaliteit slecht zijn en moet je snel een nieuwe kopen.
B
ontkomen
C
een ander aanwijzen als schuldige terwijl je het zelf gedaan hebt.
D
je hebt veel aan te merken op anderen, maar ze bent zelf ook niet onschuldig.

Slide 10 - Quiz