Hoofdstuk 1

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Inflatie
Inflatie betekent een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Door inflatie wordt de koopkracht kleiner, als je inkomen niet net zoveel stijgt als de inflatie.

Het tegenovergestelde van inflatie noemen we DEFLATIE.

Slide 5 - Slide

Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door de inflatie kan je...
A
meer besteden
B
minder besteden

Slide 6 - Quiz

Bij inflatie
A
Daalt de koopkracht
B
verandert er niets
C
Stijgt de koopkracht

Slide 7 - Quiz

Hoe bereken je een stijging of daling in procenten?
A
(nieuw) : oud x 100
B
100 : (nieuw-oud) x oud
C
Deel : geheel x 100
D
(nieuw-oud) : oud x 100

Slide 8 - Quiz

Bereken de procentuele daling van het inkomen van dat daalt van € 50 naar € 45 per week.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Hoeveel procent is 325 van 900?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide