kl2E_Nederlands

Extra Nederlands week 24
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Extra Nederlands week 24

Slide 1 - Slide

dinsdag 16 juni

Slide 2 - Slide

herhaling hoofdstuk 5
woorden, grammatica &
spelling

Slide 3 - Slide

bijvoegelijke naamwoorden
beroepsmatig
huiswerkvrij
regenachtig
overgewaardeerd
rijklaar

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

faxen - faxt - faxte - gefaxt

racen - racet - racete - geracet


Slide 8 - Slide

Bijwoordelijke bep.
Voorzetselvwp.
hoeft niet met een voorzetsel te beginnen
begint altijd met een voorzetsel
voorzetsel kan veranderen
altijd een vast voorzetsel
letterlijk
figuurlijk.
geeft plaats, tijd of reden aan.

Slide 9 - Slide

bijwoordelijke bep.
voorzetselvoorwerp
De jongen wacht op het station.
De jongen wacht op zijn vriendin.
Wij eten om zes uur.
Hij is bang voor de hond.
Zij zorgt voor de kat.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Ik moest erg lang zoeken naar de bril van Lauren .

Slide 12 - Open question

Het paard bleef stilstaan voor de hindernis.

Slide 13 - Open question

Ik ben benieuwd naar het nieuwe schooljaar.

Slide 14 - Open question

Hij faxen (v.t..)
A
faxde
B
faxte
C
faxete
D
faxt

Slide 15 - Quiz

Mijn vader deleten (v.t.)
A
delete
B
delet
C
deletete
D
deleten

Slide 16 - Quiz

Het meisje heeft [shoppen]
A
shopte
B
shopten
C
geshoppt
D
geshopt

Slide 17 - Quiz

Hij showen (t.t.) graag
A
showet
B
showt
C
showete
D
geshowt

Slide 18 - Quiz

Hij [chatten]
A
chat
B
chatt
C
chattet
D
chatte

Slide 19 - Quiz

Een van mijn vrienden [tracken] vt de route tijdens het rijden,
A
tracken
B
tracket
C
trackt
D
trackte

Slide 20 - Quiz

Zijn er vragen?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide