Bij een tegenstelling (antithese) worden tegengestelde zaken naast elkaar gezet: arm - rijk, dood - leven. Hoe sterker en aparter de tegenstelling is, hoe krachtiger het effect op de lezer.
Bij een overdrijving (hyperbool) wordt iets sterker of groter gemaakt dan het in werkelijkheid is: 'Ik erger me dood aan hem."
Een retorische vraag is geen vraag maar een mededeling in de vorm van een vraag: "Mogen we die agressie op straat toestaan?
Beschrijf je leven in coronatijd. Waar houd je je mee bezig? Zijn er verschillen tussen je gewone leven vóór corona en het leven nu? Wat mis je? Hoe ziet je toekomst eruit? Wat hoop je?