What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
WOORDENSCHAT 2
fiasco
A
mislukking
B
samenwerking
C
ijskoud
1 / 30
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
fiasco
A
mislukking
B
samenwerking
C
ijskoud
Slide 1 - Quiz
dupe
A
diep
B
slachtoffer
C
landbouwwerktuig
Slide 2 - Quiz
belemmeren
A
bevloeien
B
verhinderen
C
zeuren
Slide 3 - Quiz
fataal
A
noodlottig, dodelijk
B
paling
C
dik
Slide 4 - Quiz
monotoon
A
luid
B
alleen
C
eentonig
Slide 5 - Quiz
inheems
A
van het land zelf
B
plat
C
achterstallig
Slide 6 - Quiz
gecompliceerd
A
gekopieerd
B
moeilijk
C
bewerkt
Slide 7 - Quiz
benepen
A
knijpen
B
benauwd
C
naaste
Slide 8 - Quiz
alibi
A
bewijs dat je op moment van misdaad ergens anders was
B
vogel
C
visum
Slide 9 - Quiz
amnestie
A
protest
B
verdoving
C
kwijtschelding van straf
Slide 10 - Quiz
zij, hen, hun
Slide 11 - Slide
Zij geven hun Hun hun hen.
Slide 12 - Slide
Maar: Zij geeft hun hun hen.
Slide 13 - Slide
uitleg zij, hen, hun
https://www.youtube.com/watch?v=_ITBXal7qm0
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
____ werken op ____ laptop.
A
Zij, hun
B
Hun, zij
C
Hen, hun
Slide 16 - Quiz
____ werken op ____ laptop.
A
Zij, hun
B
Hun, zij
C
Hen, hun
Slide 17 - Quiz
____ hebben een hond.
A
Hun
B
Hen
C
Zij
Slide 18 - Quiz
Dat is ____ werk.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 19 - Quiz
Ik heb van ... gehoord dat ... terugreis voorspoedig was.
A
hen, hun
B
hun, hen
C
hen, zij
D
zij, hun
Slide 20 - Quiz
13) ... maken de toets.
Zij/Hen/Hun
A
Zij
B
Hen
C
Hun
Slide 21 - Quiz
.... gaan niet op vakantie naar het buitenland.
... caravan staat te koop.
A
Hun, hen
B
Hun, hun
C
Zij, hun
D
Zij, hen
Slide 22 - Quiz
Ik heb het ... gisteren nog verteld.
A
hun
B
hen
C
zij
Slide 23 - Quiz
Ik geef ... een kopje koffie
A
zij
B
hen
C
hun
Slide 24 - Quiz
De jongen heeft .... voorgelogen.
A
hen
B
hun
C
zij
Slide 25 - Quiz
... hebben de hele dag niks gedaan.
A
Hun
B
Hen
C
Zij
Slide 26 - Quiz
GRAMMATICA ZINSDELEN
zij/ze, hun of hen?
hen = als lijdend voorwerp
en na een voorzetsel
Ik heb
hen
uitgelachen.
Ik heb
aan hen
een brief geschreven.
Slide 27 - Slide
Ik heb hun/hen in de stad gezien.
Ik heb hun/hen een cadeautje gegeven.
Zij/Hun gaan altijd als eerste weg.
Slide 28 - Slide
opdracht
Studiemeter: Via starttaal online / 3F / Stijl / ze, zij, hen, hun, opdr. 1,2,3
Klaar / vrijstelling? ...
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
More lessons like this
WOORDENSCHAT 02
September 2022
- Lesson with
22 slides
strategieen oefenen
October 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Les 1 woordenschat
September 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Nederlands 5 niv2+
October 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Stijl 3F zij/hun-hen
November 2020
- Lesson with
35 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
5.5 Voedsel voor bacterien en schimmels
April 2021
- Lesson with
23 slides
Biologie
Secondary Education
Context van de zorgvrager Les 5 MW
January 2022
- Lesson with
48 slides
Verzorging
Hoger onderwijs
P1.4 Chapitre 1B Ecrire Brief schrijven - Lettre, conventions et structure
October 2023
- Lesson with
53 slides
Frans
Enseignement Secondaire