Nederlands 5 niv2+

Wat betekent
barbaars
A
arm
B
van de kapper
C
ruw
D
geklets
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat betekent
barbaars
A
arm
B
van de kapper
C
ruw
D
geklets

Slide 1 - Quiz

Wat is
belemmeren
A
zeuren
B
bevloeien
C
kleven
D
verhinderen

Slide 2 - Quiz

Dit is een gecompliceerde opdracht.
Deze opdracht is.....
A
moeilijk
B
bewerkt
C
gekopieerd
D
besproken

Slide 3 - Quiz

Dit product is inheems.
Wat betekent dat?
A
van het land zelf
B
achterstallig
C
plat
D
van binnen

Slide 4 - Quiz

Het is geoorloofd om te doen.
Wat is het?
A
gevaarlijk
B
smerig
C
toegestaan
D
liefdevol

Slide 5 - Quiz

Wat betekent monotoon
A
luid
B
alleen
C
eentonig
D
zacht

Slide 6 - Quiz

Wat is een alibi?
A
vogel
B
bewijs (jij op moment van misdaad ergens anders)
C
visum
D
gelovige

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord
feilloos?
A
heel diep
B
zonder fouten
C
zonder gedoe
D
glad

Slide 8 - Quiz

Wat betekent glimp?
A
worm
B
ring
C
vluchtige indruk
D
glibberig

Slide 9 - Quiz

Geld =
A
mula
B
doekoe
C
floes
D
kaas

Slide 10 - Quiz

Wat is een teek?
A
geleedpotig parasiet
B
zich in de huid vastbijtende mijt
C
insect
D
bloedzuiger

Slide 11 - Quiz

Wat een arrogante man!
Wat is hij?
A
hoogmoedig
B
netjes
C
agressief
D
schattig

Slide 12 - Quiz