What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
02 Grammatica
De Grote Grammaticakwis
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Beroepsopleiding
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De Grote Grammaticakwis
Slide 1 - Slide
´t kofschip
Het hele werkwoord zonder -en is de
stam
werken
->
werk
Laatste letter stam is
t k f s ch
of
p
? Ja
-t
,
Nee
-d
wer
k
en - gewerk
t
du
w
en - geduw
d
Slide 2 - Slide
´t kofschip (1)
De hardloper ... naar lucht.
A
hapde
B
hapte
C
hapdde
D
haptte
Slide 3 - Quiz
´t kofschip (2)
Hij heeft in zijn leven veel ...
A
gereist
B
gereisd
C
gerijst
D
gerijsd
Slide 4 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord
Bijna altijd met een
-e
de nieuw
e
jas, het nieuw
e
koffertje
Maar:
(g)een
+
het-woord
is zonder -e
(het jaar) een nieuw jaar, (de auto) een nieuw
e
auto
Slide 5 - Slide
Bijvoegelijk naamwoord (2)
Ik koop twee ... sokken.
A
nieuwe
B
nieuw
C
nieuwen
D
nieuws
Slide 6 - Quiz
Bijvoegelijk naamwoord (2)
Ik koop een ... huis.
A
nieuwe
B
nieuw
C
nieuwen
D
nieuws
Slide 7 - Quiz
Bijvoegelijk naamwoord (3)
Ik koop een ... sok.
A
nieuwe
B
nieuw
C
nieuwen
D
nieuws
Slide 8 - Quiz
Aanwijzend voornaamwoord
de
- woorden
het
- woorden
enkelvoud
hier
deze
pen
dit
boek
daar
die
pen
dat
boek
meervoud
hier
deze
pennen
deze
boeken
daar
die
pennen
die
boeken
Slide 9 - Slide
Het aanwijzend voornaamwoord (1)
Ik heb hier ... pen
en jij hebt daar ... boek.
A
die ... die
B
dat ... dat
C
deze ... die
D
deze ... dat
Slide 10 - Quiz
Het aanwijzend voornaamwoord (2)
Zij kijkt naar ... huis daar
en wij kijken naar ... konijn hier.
A
deze... deze
B
dat ... deze
C
die... dit
D
dat... dit
Slide 11 - Quiz
Twee zinnen combineren
en, of, want: Ik ben getrouwd
en
ik
ben
verliefd.
Ik ben getrouwd
of
ik
ben
verliefd.
Ik ben getrouwd
want
ik
ben
verliefd.
omdat: Ik ben getrouwd
omdat
ik verliefd
ben
.
Slide 12 - Slide
Twee zinnen combineren (1)
Ik heb goede cijfers
en
(1) ... elke dag (2) ...
heel voorzichtig ...
A
(1) ik studeer (2)
B
(1) (2) ik studeer
C
(1) studeer (2) ik
D
(1) studeer ik (2)
Slide 13 - Quiz
Twee zinnen combineren (2)
Ik heb goede cijfers
omdat
(1) ... elke dag (2) ...
heel voorzichtig ...
A
(1) ik studeer (2)
B
(1) ik (2) studeer
C
(1) studeer (2) ik
D
(1) studeer ik (2)
Slide 14 - Quiz
Toekomstige tijd
gaan
Ik
ga
vanavond pinda's eten.
zullen
Ik
zal
volgend jaar geen les meer geven.
tegenwoordige tijd
Ik
loop
morgen wel even binnen.
Slide 15 - Slide
Toekomstige tijd
Morgen ... je ...
A
zal ... hardlopen
B
zal ... gaan hardlopen
C
ga ... hardlopen
D
loop ... hard
Slide 16 - Quiz
Verleden tijd
imperfectum
Ik
liep
naar buiten.
perfectum
Ik
ben
naar buiten
gelopen
.
Slide 17 - Slide
Verleden tijd
Gisteren ... je ...
A
liep... door de regen
B
heb ... door de regen gelopen
C
ben ... door de regen gelopen
D
was ... door de regen gelopen
Slide 18 - Quiz
Imperfectum
Jij (1) .... me (2) ..., dus ik gaf je
een vast contract
.
A
(1) hebt (2) bevallen
B
(1) bent (2) bevallen
C
(1) beviel (2) ...
D
(1) .... (2) beviel
Slide 19 - Quiz
Perfectum
Jij (1) .... me (2) ..., dus ik gaf je
een vast contract
.
A
(1) hebt (2) bevallen
B
(1) bent (2) bevallen
C
(1) beviel (2) ...
D
(1) .... (2) beviel
Slide 20 - Quiz
Gebiedende wijs
Gebruik de
i
k
vorm
.
Loop
naar buiten!
Blijf
binnen!
Slide 21 - Slide
Gebiedende wijs (1)
... daarmee op!
A
Hout
B
Houd
C
Hou
D
Houdt
Slide 22 - Quiz
Gebiedende wijs (2)
Victor, .. niet weg!
A
ga
B
gaat
C
gaan
D
gaadt
Slide 23 - Quiz
Gebiedende wijs (3)
Best klas, ... niet,
jullie leren de taal toch wel.
A
truir
B
treur
C
truird
D
treurt
Slide 24 - Quiz
(On)regelmatige werkwoorden
Regelmatig
: werken, ik werk
te
, ik heb gewerk
t
dit gaat altijd zo
Onregelmatig
: lopen, ik
liep
, ik heb gelopen
dit moet je uit je hoofd leren
Slide 25 - Slide
Regelmatig werkwoord
praten
Ik ... de hele nacht met haar.
A
prate
B
praate
C
praatte
D
pratte
Slide 26 - Quiz
Onregelmatig werkwoord
Wegen
Ik ... mij vanmorgen ...
A
ben ... gewegen
B
ben .. gewogen
C
heb ... gewegen
D
heb ... gewogen
Slide 27 - Quiz
Ten slotte
Slide 28 - Slide
Wat is dit?
Slide 29 - Slide
S
o
ft k
e
tch
u
p
!
´
t
k
o
fsch
i
p
, ´
t
f
o
ksch
aa
p
,
s
o
ft k
e
tch
u
p
Slide 30 - Slide
Dhith wasz hed!
Danc jau wehl dad jei
megedan
hept an duh grumaatikaquisz!
Nuu can jei sonder vauten sgreifen.
Slide 31 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling
November 2022
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Werkwoordspelling - totaaloverzicht
April 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Instroom 1
May 2023
- Lesson with
20 slides
NL
Secundair onderwijs
8-6 Ne KGT H5 taalverzorging grammatica
June 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
NT2 groep A 03-02-2021
February 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Voortgezet speciaal onderwijs
Studiejaar 1
werkwoordspelling H3
December 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
DISK thema 4 eten - les 3 - ovt deel 2
December 2023
- Lesson with
47 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
De vervoeging van werkwoorden in het Nederlands
September 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3