SAY WHAT YOU HAVE TO SAY (DH)

SAY WHAT YOU HAVE TO SAY
1 / 25
next
Slide 1: Slide
TekenenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

SAY WHAT YOU HAVE TO SAY

Slide 1 - Slide

Afbeelding 1
Afbeelding 2

Slide 2 - Slide

Wat vind je goed aan afbeelding 1 en wat kan er beter?

Slide 3 - Open question

Wat vind je goed aan afbeelding 2 en wat kan er beter?

Slide 4 - Open question

LEERDOEL  
  • Je kunt een maatschappelijke boodschap over brengen aan het publiek
  • Je weet de eisen waaraan een affiche moet voldoen.
  • Je bent in staat om door  beeld en tekst samen in één voorstelling te zetten  de boodschap duidelijk over te brengen.
  • Van een afstand is de boodschap, In één oogopslag, goed zichtbaar.

Slide 5 - Slide

BEROEPEN
  • Reclame-ontwerper
  • DTP'er
  • Zie voor meer info volgende 2 dia's

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

OPDRACHT
  • Maak een affiche op A3 formaat. Breng hierin een maatschappelijke boodschap over aan het publiek.
  • Door beeld en tekst samen in één voorstelling te zetten wordt de boodschap duidelijk overgebracht.
  • Van een afstand is de boodschap, in één oogopslag, goed zichtbaar. 

Slide 9 - Slide

Materiaal en Techniek
  • Het affiche maak je op een A3 tekenvel.
  • Naast je hb potlood mag je gebruik maken van plakkaatverf, Oost-Indische inkt, pastelkrijt, aquarelverf, kleurpotloden, papier, foto’s enz... 
  • Je mag de opdracht ook helemaal digitaal maken.  

Slide 10 - Slide

BEOORDELINGSCRITERIA
  • De maatschappelijke boodschap is helder weergegeven in woord en beeld.
  • De boodschap is ook van afstand in één oogopslag duidelijk.
  • Er is voor compositie/lay-out gekozen die past bij jouw idee.
  • De tekst  op je affiche bestaat uit nagetekende of zelfverzonnen drukcijfers of letters.
  • Er is een  kleurovergang zichtbaar in je affiche. 
  • Er is gebruik gemaakt van de genoemde tekentechnieken.








Slide 11 - Slide

WERKWIJZER 

  1. Minimaal 3 schetsen  naar voorstelling en vormgeving.
  2. Slogan: een kernachtige tekst/boodschap met duidelijke betekenis in één zin. 
  3. Eindopdracht: het affiche.

Slide 12 - Slide

Van schets tot werkstuk

Slide 13 - Slide

Van schets tot werkstuk

Slide 14 - Slide

WERKSTUKKEN

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

HUISWERK
             VOORDAT JE HUISWERK GAAT MAKEN BEKIJK EERST DE VOLGENDE DIA'S!

  1. Ontwerp minimaal 3 schetsen (A5 formaat) voor je affiche  (A3 formaat). Kleur deze in met kleurpotloden. Je mag ook van andere materialen en technieken gebruik maken in deze voorstudies (verf, krijt, inkt e.d.) 
  2. Zoek tenminste 4 afbeeldingen van affiches en doe ze  in je mapje. Of schrijf in je mapje als de afbeeldingen op Pinterest staan.
  3. Zoek materiaal dat je in je poster zou kunnen verwerken.

Slide 17 - Slide

Aan de slag met  3 schetsen 
  • In de schetsen  laat je zien welke maatschappelijke boodschap je wilt  overbrengen.

  • Schrijf deze boodschap in een tekstvak; de plaats kun je nog wijzigen.
      Maak dus een slogan die de betekenis van je boodschap weergeeft.
      Zoek voor de slogan een lettertype dat past bij de betekenis van je  
      boodschap, de voorstelling en de vormgeving.

  • Vraag je het volgende af en laat dat zien in je schets:
             -  Hoe ziet je voorstelling eruit ?
             -  Hoe ziet je vormgeving eruit? (kleur, vorm, licht, ruimte, ordening )
             -  Passen voorstelling en vormgeving goed bij de boodschap?

































  •  
  •  
  •  
  •   

  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  • Boodschap:…………. 
  • Voorstelling:………….. 

Slide 18 - Slide

3 SCHETSEN
  • Gebruik A-5 (teken)papier, tekenpotlood en kleurpotloden. 

  • Teken nog niet precies alle details; die teken je bij het eindwerk. 
  • Je schets hoeft nog niet perfect te zijn en mag uit 'losse lijnen' ontstaan
  • Ordening: zorg voor een evenwichtige verdeling op het vlak 
       van beeld   en tekstvak.
  • Een goede afsnijding zorgt voor een sterke compositie.   
  • Neem ook de achtergrond mee in je ontwerp. 
  • Geef kleur aan.

Slide 19 - Slide

COMPOSITIE

  • symmetrisch
  • a-symetrisch
  • centraal
  • geometrisch
  • driehoek
  • over-all

Slide 20 - Slide

TECHNIEK: ARCEREN
  • In je schets laat je zien welke kleuren je gebruikt om 
       de boodschap te verduidelijken. 
  • Oefen in de schets met kleur en techniek;  
          - gebruik kleurpotlood en 
          - arceer in verschillende richtingen
          - meng door de kleuren over elkaar heen te zetten, 
             laag voor laag,  totdat de kleuren dekkend genoeg
             zijn maar de laagjes wel zichtbaar
      

Slide 21 - Slide

Invullen nadat je werkstuk af is.
1. Waar ben je tevreden over? Leg uit.
2. Wat kan beter? Leg uit.
3. Welk cijfer zou je het werkstuk geven?

REFLECTIE

Slide 22 - Open question

SUCCES

Slide 23 - Slide

EXTRA
Op de volgende dia nog wat extra achtergrond info

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video