V5C 1e instructieles Nederlands periode 1

WELKOM

BIJ DE LES NEDERLANDS VAN 30 AUGUSTUS
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM

BIJ DE LES NEDERLANDS VAN 30 AUGUSTUS

Slide 1 - Slide

LESINHOUD
  • pta en studiewijzer
  • introductie literatuurgeschiedenis
  • groepsindeling

Slide 2 - Slide

PTA en STUDIEWIJZER
  • open elo
  • aandachtspunten pta
  • indeling studiewijzer (ook op Som)

Slide 3 - Slide

LITERATUURGESCHIEDENIS
  • literatuur: boeken, verhalen, poëzie, toneel, liederen
  • literatuur weerspiegelt de maatschappij
  • literatuur heeft (vaak) een boodschap
  • literatuur leert je je verplaatsen in andersdenkenden
  • literatuur is spelen met taal
  • literatuur verandert, maar blijft in de basis hetzelfde

Slide 4 - Slide

EEN AANTAL VRAGEN
Eerst: 
Denk terug aan een onlangs gelezen boek of verhaal.

Slide 5 - Slide

Waaraan kon je zien in welke tijd het verhaal zich afspeelde?

Slide 6 - Open question

Waar wilde de auteur je iets over vertellen? (Denk aan liefde, dood, vriendschap, eenzaamheid, schuld, goed/kwaad, verraad, jaloezie, bedrog, etc)

Slide 7 - Open question

TONEELGENRES
  • Welke onderscheidt men in de 17e eeuw?
  • Wat zijn de belangrijkste kenmerken van elk?

Slide 8 - Slide

                    tragedie

- hooggeplaatste personages;
- hoogdravend/verzorgd taalgebruik;
- held gaat ten onder;
- 5 bedrijven gescheiden door 
   4 reien;
- eventueel 3 eenheden: tijd, plaats, 
    handeling
komedie en klucht

komedie:
- gewone burgers;
- dagelijks taalgebruik;
- dagelijks leven/komische situaties/spotten 
   met burgerlijke moraal;
- goede afloop.

klucht:
- personages laag op maatschappelijke ladder: 
  dieven, hoeren, boeren;
- boers taalgebruik + schelden, vloeken etc;
- primaire driften: vreten, zuipen, vrijen ;
- goede afloop.

Slide 9 - Slide

TONEELSTUKKEN
Gijsbrecht van Amstel: nadat de vijand vertrokken is, waant Amsterdam zich veilig, maar het tegendeel is waar.
Warenar: Warenar heeft een pot met goud verstopt en verdenkt iedereen ervan die te willen stelen.
De Spaanse Brabander: Jerolimo is straatarm, maar doet zich voor als een rijk man.
Joseph: Joseph zoekt zijn broers op, maar deze verkopen hem als slaaf.

Slide 10 - Slide

GROEPSINDELING
  • Stel 4 groepen samen: 3x7, 1x8.
  • Maak een toneelstuk-topdrie.
  • Meld deze bij de docent.

Slide 11 - Slide

HEDEN EN VERLEDEN
  • Lees het toegewezen toneelstuk.
  • Kies en lees een bijpassend boek uit de Keuzelijst    moderne boeken (elo).
  • Noteer welke aanwijzingen je ziet over het thema.
  • Noteer wat je vindt van de uitwerking van het thema.
  • Verschilt de uitwerking in heden en verleden?

Slide 12 - Slide