#4 Details ten aanzien van synaps, ontstaan actiepotentiaal en TTX

1 / 19
next
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Waarom kun je dit gerecht beter niet eten?
A
Kogelvis is niet lekker
B
De schubben zijn niet verwijderd
C
De organen zitten er nog in
D
Het is een bescherme soort.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen voor vandaag
  1. we kunnen uitleggen hoe neurotransmitters werken icm ionkanalen
  2. We kunnen de twee typen ionkanalen (spanningsgestuurd en chemisch gestuurd) uitleggen
  3. Het begrip summatie kun je uitleggen en toepassen (zowel temporaal als spaciaal)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Synaps

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

neurotransmitter in synaps

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Geneesmiddelen / genotmiddelen / gif
Mechanismen:
  • meer of minder afgifte neurotransmitters
  • neurotransmitters blijven langer of juist korter in synapsspleet doordat ze niet/minder snel of respectievelijk sneller worden afgebroken
  • imitatie neurotransmitter
  • blokkade van receptor
  • stimuleren van receptor 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


A
GABA is een inhiberende neurotransmitter
B
GABA is een exciterende neurotransmitter

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Exciterende neurotransmitter-> EPSP
Exciterende postsynaptische potentiaal (EPSP):
de membraanpotentiaal van het postsynaptisch neuron wordt tijdelijk minder negatief

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Inhiberende neurotransmitter-> IPSP
Inhiberende postsynaptische potentiaal (IPSP):
de membraanpotentiaal van het postsynaptisch neuron wordt tijdelijk  negatiever

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

(Temporele) summatie






E=exciterend / I=inhiberend


Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 10 - Slide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Er ontstaat een actiepotentiaal in het axon van de zenuwcel als....
A
Er meer + dan - signalen aankomen op de dendrieten van de zenuwcel
B
De depolarisatie (summatie) van het membraan op deze plek zo groot is dat de drempelwaarde overstegen wordt
C
Alle dendrieten van de zenuwcel een signaal doorgegeven krijgen d.m.v. neurotransmitters

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Een sterkere prikkel leidt tot
A
hogere actiepotentiaal
B
hogere impulsfrequentie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Impulsfrequentie
Diagram 1                                                       Diagram 2





Hoe sterker de prikkel, hoe hoger de impulsfrequentie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Refractaire periode
Een impuls kan  NIET terug.

Dat komt door de refractaire periode
Na-poorten zijn tijdelijk gesloten en geblokkeerd sinds repolarisatie.

Absoluut (volledig geblokkeerd)
Relatief (alleen reactie op sterke prikkel)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Absoluut refractaire periode 
Ongevoeligheid voor nieuwe prikkels

Relatief refractaire periode
Extra sterke prikkel zorgt voor een nieuw impuls
Absoluut
Relatief

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Sprongsgewijze geleiding

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions