What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
El clima, ser, estar, hay
Programa de este dia
Werkwoord estar
Verschil met ser
Repaso "vraagwoorden"
El clima
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Programa de este dia
Werkwoord estar
Verschil met ser
Repaso "vraagwoorden"
El clima
Slide 1 - Slide
Estar
Estar = zijn/zich bevinden
ik ben
Jij bent
hij/zij/ het is/ u bent
Wij zijn
Jullie zijn
Zij zijn
Yo
Tú
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
estoy
estás
está
estamos
estáis
están
Slide 2 - Slide
HAY
Maar wat wordt er met HAY bedoeld?
HAY betekent ER IS of ER ZIJN.
Het hoeft NIET vervoegd te worden
!
Er is geen yo Hay, tú hay etc
Yo Hay
tu Hay etc, bestaan dus niet!
Slide 3 - Slide
Estar
Slide 4 - Slide
Practicar
1.6 (D)
hay
está
hay
hay
está
está
hay
Slide 5 - Slide
ser
en
estar
Zowel
ser
als
estar
betekenen '
zijn
'.
Est
ar
betekent ook '
zich bevinden
'.
Estar zegt iets over de
toestand
van iemand.
Je gebruikt
estar
dus bij
plaatsbepalingen
.
Bijvoorbeeld:
Ik ben hier. -
Estoy
aquí.
Ik ben zenuwachtig.
Estoy
nervioso.
Slide 6 - Slide
Vervoeg het werkwoord (estar)
Nosotros _______ (estar) en Madrid.
A
estoy
B
estamos
C
estan
D
estais
Slide 7 - Quiz
SER of ESTAR
Mario is cubaans
A
SER
B
ESTAR
Slide 8 - Quiz
SER of ESTAR
Mario is in Cuba
A
SER
B
ESTAR
Slide 9 - Quiz
SER of ESTAR
Mario is thuis
A
SER
B
ESTAR
Slide 10 - Quiz
SER of ESTAR
Mario is docter
A
SER
B
ESTAR
Slide 11 - Quiz
En Andalucía ..... la Mezquita
A
hay
B
es
C
está
Slide 12 - Quiz
En Sevilla..... una iglesia muy grande.
A
hay
B
es
C
está
Slide 13 - Quiz
Andalucía .... una región muy grande de España y .... al sur.
A
hay/está
B
es/hay
C
es/está
Slide 14 - Quiz
In deze les leer je:
Vraagwoorden in het Spaans te herkennen
Een aantal vraagwoorden van Nederlands naar Spaans te vertalen
Het weer
Slide 15 - Slide
Tus respuestas son:
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
En los Países Bajos ...
...
HAY cuatro
estaciones: primavera, verano, otoño e invierno.
En primavera
hay muchos
tulipanes, en verano
hace mucho sol
, en otoño
llueve
mucho y en invierno
nieva
poco.
Slide 20 - Slide
LLOVER betekent ...
A
Het regent
B
Regenen
C
De regen
Slide 21 - Quiz
NIEVA betekent ...
A
Het sneeuwt
B
Sneeuwen
C
De sneeuw
Slide 22 - Quiz
... hace sol...
betekent:
A
Het is zonnig
B
De zon schijnt
C
Er is zon
D
A en B
Slide 23 - Quiz
... hace mucho calor...
betekent:
A
Het is erg warm
B
Het is warm
C
Heel warm
D
A en B
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
El clima de tu país ...
....
Maak de opdracht in Classroom.
Slide 28 - Slide
More lessons like this
El clima
November 2022
- Lesson with
22 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
El clima
July 2022
- Lesson with
13 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
P2Les20 12-12
December 2022
- Lesson with
50 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
P2Les04 07-11
November 2022
- Lesson with
23 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
P2Les10 16-11 COL
November 2022
- Lesson with
46 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Vincent van Gogh: Verdadero o falso
February 2023
- Lesson with
35 slides
by
Van Gogh Museum
Art
Primary Education
Age 10-13
Van Gogh Museum
Sp3 Cap4
November 2023
- Lesson with
34 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 3
P2Les19 11-01
January 2021
- Lesson with
52 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5