Examentraining schrijven 2F

Nederlands
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Inhoud van deze les:
Waaruit bestaat het schrijfexamen?
Hoe pak ik dat aan?
Waarop word ik beoordeeld?

Slide 2 - Slide

Datum schrijfexamen
20 april
NZ0.026
10:30 - 11:45

Slide 3 - Slide

Schrijfexamen
  • Twee onderdelen
  • Artikel
  • Correspondentie
  • 1 1/4 uur de tijd
  • Op papier
  • Woordenboek toegestaan

Slide 4 - Slide

voorbeeld opdracht e-mail:
Op je stageadres krijg je op dit moment geen stagevergoeding. Hier ben je het niet mee eens en je vindt dat je hier wél recht op hebt.
Schrijf een e-mail naar de instelling waar je stage loopt met het verzoek of er geregeld kan worden dat je vanaf nu stagevergoeding krijgt. Verwerk hierin twee argumenten.

Begin met een passende aanhef en sluit op een goede manier af.

Slide 5 - Slide

Schrijf een passende aanhef en een eerste zin.

Slide 6 - Open question

Aanpak
Op je stageadres krijg je op dit moment geen stagevergoeding. Hier ben je het niet mee eens en je vindt dat je hier wél recht op hebt.
Schrijf een e-mail naar de instelling waar je stage loopt met het verzoek of er geregeld kan worden dat je vanaf nu stagevergoeding krijgt. Verwerk hierin twee argumenten.

Begin met een passende aanhef en sluit op een goede manier af.

Slide 7 - Slide

Geef twee argumenten waarom jij stagevergoeding zou moeten krijgen.

Slide 8 - Open question

Conventies (regels) zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • BCC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw,)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Afsluitende zin   (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw voornaam en achternaam

Slide 9 - Slide

De stijl van je e-mail
• Houd het bericht kort. Maak de zinnen niet te lang.
• Denk aan hoofdletters en leestekens.
• Houd het zakelijk. Schrijf geen spreektaal of sms-taal. Let erop dat je woordgebruik en je toon passend zijn.
• De aanhef is hetzelfde als in een brief. Dus: ‘Geachte mevrouw Driessen’. Je kunt afsluiten met: ‘Met vriendelijke groet, ’.

Slide 10 - Slide

Zakelijke e-mail: structuur
  • structuur is helder wat begrijpen inhoud vergemakkelijkt
  • Vaste onderdelen aanwezig: passend onderwerp, aanhef, slotzin EN slotgroet
  • logische alinea's met witregels
  • logische volgorde van informatie
  • verbanden tussen alinea's duidelijk mbv voegwoorden (en, of), verwijzingen (dat wil zeggen, dat betekent), signaalwoorden (want, omdat, daardoor) en signaalzinnen(samenvattend kan ik stellen)

Slide 11 - Slide

Aanpak
Op je stageadres krijg je op dit moment geen stagevergoeding. Hier ben je het niet mee eens en je vindt dat je hier wél recht op hebt.
Schrijf een e-mail naar de instelling waar je stage loopt met het verzoek of er geregeld kan worden dat je vanaf nu stagevergoeding krijgt. Verwerk hierin twee argumenten.

Begin met een passende aanhef en sluit op een goede manier af.

Slide 12 - Slide

Schrijf een passende slotzin en afsluiting

Slide 13 - Open question

Tweede deel opdracht: artikel
1. informatief artikel of uiteenzetting > informeren

2. beschouwend artikel > informeren + overtuigen
3. betogend artikel > overtuigen

Slide 14 - Slide

Stelling: boksen moet verboden worden!
Schrijf een argument waarom dit zo is.

Slide 15 - Open question

Stelling: boksen moet verboden worden!
Schrijf een tegenargument.

Slide 16 - Open question

beoordeling artikel: structuur:
Let op de indeling in:
  • inleiding: geef hierin een introductie (aanleiding/verhaaltje) en je standpunt
  • kern: per argument één alinea (begin je alinea met je argument)
  • slot: vat samen, geef een conclusie

Slide 17 - Slide

Stelling: boksen moet verboden worden!
Schrijf het slot.

Slide 18 - Open question

Artikel beoordeling taalvaardigheid:
  • Maak niet te lange zinnen: twijfel je over bv een komma, begin dan een nieuwe zin.
  • Let op hoofdletters, namen die je overneemt
  • Neem de tijd om je artikel te herlezen

Slide 19 - Slide

Hoe laat en waar hebben jullie examen:

Slide 20 - Open question

20 april 10:30
NZ0.026
Woordenboek mag mee
Kom op tijd!!

Slide 21 - Slide

Examen gesprek voeren
13 mei 08:30
Groningen Kardingerweg 48
AB0.29

Slide 22 - Slide