1. - is iedereen er? 2. mondeling Taaldorp: Jessica 3. bron H: later op papier!
4. Uitleg bij bronI : de présent van de regelmatige ww en de wederkerende ww. 5. onregelmatige ww als partir
6. de Oefentoets + het invulstencil
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 19 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3D - woensdag 12 okt. 2022
1. - is iedereen er? 2. mondeling Taaldorp: Jessica 3. bron H: later op papier!
4. Uitleg bij bronI : de présent van de regelmatige ww en de wederkerende ww. 5. onregelmatige ww als partir
6. de Oefentoets + het invulstencil
Slide 1 - Slide
Taaldorp klas 2 - mondelingen
Pepijn Marit Fenna Mabein
Feline Rens
Tessa
Eva
Eloy
Thiemen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
de présent
van regelmatige
en onregelmatige werkwoorden
Slide 5 - Slide
Bron I
E-book p. 16
Slide 6 - Slide
le présent van ww op -er
habit
DE
JUISTE UITGANG:
e
es
e
e
e
ons
ez
ent
ent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
Slide 7 - Slide
Opdracht- zet in de goede vorm:
1. Je .................................... (parler) français. 2. Nous .............................. (chanter) une chanson.
3. Tu ............................... (manger) des pommes de terre? 4. Vous ............................... (aimer) le collège? 5. Marc et Eline ............................ (adorer) le collège.
Slide 8 - Slide
Antwoorden:
1. Jeparle (parler) français.
2. Nous chantons (chanter) une chanson.
3. Tu manges (manger) des pommes de terre?
4. Vous aimez (aimer) le collège?
5. Marc et Eline adorent (adorer) le collège.
Slide 9 - Slide
le présent van ww op -ir
fin
DE
JUISTE UITGANG:
is
is
it
it
it
issons
issez
issent
issent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
Slide 10 - Slide
Opdracht- zet in de goede vorm:
1. Je .................................... (rougir) facilement. 2. Nous .............................. (choisir) une chanson.
3. Tu ............................... (choisir) des pommes de terre? 4. Vous ............................... (réussir)? 5. Marc et Eline ............................ (remplir) le formulaire.
Slide 11 - Slide
Antwoorden:
1. Jerougis (rougir) facilement.
2. Nous choisissons (choisir) une chanson.
3. Tu choisis (choisir) des pommes de terre?
4. Vous réussissez (réussir) ?
5. Marc et Eline remplissent (remplir) le formulaire.
Slide 12 - Slide
le présent van ww op -re
vend
DE
JUISTE UITGANG:
s
s
ons
ez
ent
ent
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
Slide 13 - Slide
Opdracht- zet in de goede vorm:
1. Je te .................................... (rendre) ton stylo. 2. Nous .............................. (entendre) une chanson.
3. Tu ............................... (vendre) des pommes de terre? 4. Vous ............................... (attendre) le bus? 5. Marc et Eline ............................ (descendre) l'escalier.
Slide 14 - Slide
Antwoorden:
1. Je terends (rendre) ton stylo.
2. Nous entendons (entendre) une chanson.
3. Tu vends (vendre) des pommes de terre?
4. Vous attendez (attendre) le bus?
5. Marc et Eline descendent (descendre) l'escalier.
Slide 15 - Slide
o.v.t. - 1 woord
in alle uitganagen een "i"
tegenwoordige tijd... nu
v.t.t. - de tijd met 2 woorden: hulp ww + voltooid deelwoord
toekomende tijd - heel ww + uitgangen (rijtje van avoir - av)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
week 41:
Maken: - stencil invullen : bron G: de ww als partir - de opdr. van E, F, en I (en J - mag ook!) .... t/m 36