Tijdvak 4 Steden en staten

Tijdvak 4 Steden en staten
vragen bij A: Het stadsbestuur
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tijdvak 4 Steden en staten
vragen bij A: Het stadsbestuur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In dit hoofdstuk gaan we kijken naar de middeleeuwse stad. De (rijke) burgers krijgen daar steeds meer te zeggen. Ze mogen eigen wetten en regels maken. Leg uit (met de film Carcassonne) hoe dat kwam.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

In een middeleeuwse stad waren het de (rijke) burgers die veel invloed hadden. Leg uit (met internet) wat een gilde was. Wat een meesterstuk was. Wat een jaarmarkt was. En wat is het verband tussen deze die begrippen?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Bekijk bron 1 op blz. 46.
Leg uit wat deze bron te maken heeft met,
a. De opkomst van de derde stand (de burgers).
b. Het stadsrecht.
c. De trots van de burgerij.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Lees de blauwe stukjes op blz. 46 (stadsrecht van Haarlem uit 1245)
a. Aan welke woorden is te zien dat het toen nog niet zo gewoon was om iets vast te leggen op papier.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Lees de blauwe stukjes op blz. 46 (stadsrecht van Haarlem uit 1245)
b. Er staat dat de graaf heeft gehandeld 'uit liefde voor de vrijheid van de stad Haarlem' Bedenkt of dat zijn enige motief was. Leg je antwoord duidelijk uit.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Lees de blauwe stukjes op blz. 46 (stadsrecht van Haarlem uit 1245)
c. De Haarlemmers kregen tolvrijheid. Daardoor had de graaf wel minder inkomsten maar de handelaren kregen het makkelijker. Bedenk waarom de graaf tolvrijheid gaf.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

De ambtenaren in stadsbesturen gingen in plaats van Latijn steeds meer de eigen taal gebruiken.
a. Bedenk een oorzaak van die verandering.
b. Bedenk een gevolg van die verandering.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Kijk naar bron 3 op blz. 47 van je boek.
Galgen bleven vaak staan op de markt ook als ze niet gebruikt werden. Bedenk waarom de schepenen dat deden.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

a. Leg uit wat het verschil is tussen een rechterlijk vonnis (een veroordeling) en een wet.
b. Leg uit hoe rechtspraak kon leiden tot wetten.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

a. Noem twee manieren om het burgerschap van een stad te krijgen.
b. Noem drie voordelen van het burgerschap.
c. Noem drie plichten die bij het burgerschap horen.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Bekijk bron 4 op blz. 48. en lees de tekst.
a. Wat was een nadeel van het stadsrechten voor de vorst?
b. Wat was het voordeel van deze stadsrechten voor de vorst?
c. Welke stand werd er beter van en welke stand werd er slechter van?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Leg uit wat de Hanze was en hoe de Hanze samenwerkte.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Hanze
  • Er werd steeds meer gehandeld in producten uit en met andere gebieden
  • Gevolg: handelssteden gingen samenwerken in een verbond: Hanze
  • Een Hanzestad had kantoren in andere steden en vroegen geen tol van elkaar
  • Handelaren werden beschermt en samen bestreden zij piraten
  • Handelsproducten: bont, vis, graan, bier, textiel en zout
  • Nederlandse Hanzesteden: Deventer, Zutphen, Zwolle, Kampen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De Hanze was soms machtiger dan een vorst.
Welk voorbeeld staat er in de tekst?
Leg zo duidelijk mogelijk uit.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Bekijk bron 5 op blz. 49. We zien de stad Deventer.
a. Bij welk verbond hoorde deze stad?
b. Hoe kun je - door goed naar de bron te kijken - ontdekken dat de burgerij een nieuwe rijke bevolkingsgroep is geworden.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Bekijk bron 5 op blz. 49. We zien de stad Deventer.
a. Bij welk verbond hoorde deze stad?
b. Hoe kun je - door goed naar de bron te kijken - ontdekken dat de burgerij een nieuwe rijke bevolkingsgroep is geworden.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Tijdvak 4 Steden en staten
vragen bij B: Het staatsbestuur

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Kijk naar bron 6 op blz. 49 en lees tekst B-Het staatsbestuur.
Leg met de bron uit waarom 1302 een keerpunt was in de geschiedenis.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

a. Kijk nog eens naar bron 6. Leg uit wat je ziet op de tekening en benoem de verschillende personen. Bij welke groep(en) horen ze?
b. Leg een relatie met de opkomst van de burgerlijke macht.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

a. Leg uit wat feodale versnippering is.
b. Leg uit hoe vorsten met huursoldaten en ambtenaren een einde maakte aan de feodale versnippering.
c. Hoe kwamen de vorsten aan hun geld voor de huursoldaten en de ambtenaren?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Leg met behulp van de twee tijdvakken 'monniken en ridders' & 'steden en staten' uit welke politieke veranderingen er waren in deze tijdvakken. Leg alle vier de woorden uit in je antwoord.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Bekijk bron 7 op blz. 50. De man in de zwarte kleding is de hertog van Bourgondië. Dat was Filips de Goede. Kijk ook naar bron 8 en lees de tekst die bij deze twee bronnen hoort.
a. Bij welke sociale laag horen de mensen links?
b. Bij welke sociale laag horen de mensen rechts?
c. Wat moet de man uitbeelden die knielt en het boek vast heeft?
d. Waarom heeft de Filips de Goede dit schilderij laten maken? Denk aan de woorden: macht, politiek en feodale versnippering. Gebruik deze woorden ook in je antwoord.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Bekijk bron 7 op blz. 50. De man in de zwarte kleding is de hertog van Bourgondië. Dat was Filips de Goede. Kijk ook naar bron 8 en lees de tekst die bij deze twee bronnen hoort.
a. Bij welke sociale laag horen de mensen links?
b. Bij welke sociale laag horen de mensen rechts?
c. Wat moet de man uitbeelden die knielt en het boek vast heeft?
d. Waarom heeft de Filips de Goede dit schilderij laten maken? Denk aan de woorden: macht, politiek en feodale versnippering. Gebruik deze woorden ook in je antwoord.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Kijk nog eens naar bron 8 op blz. 50
a. Karel de Stoute heeft ook gebieden veroverd. Wat zou het plan zijn geweest om deze stukken te veroveren?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

a. Leg uit hoe de vorsten militair minder afhankelijk werden van hun volgelingen.
b. Leg uit hoe de vorsten politiek minder afhankelijk werden van hun volgelingen.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Filips de Goede richtte de Staten-Generaal op. 'Staten' betekent 'standen' en 'Generaal' betekent 'algemeen'.
a. Wat was de Staten-Generaal voor een vergadering?
b. Leg uit waarom de Staten-Generaal hielp om een einde te maken aan de feodale versnippering.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Hertogdom Bourgondië
  • Door huwelijkspolitiek en oorlogen  vergroten de hertogen van Bourgondië hun rijk 
  • maar de adel en de gewesten in het Bourgondische Rijk zijn daar niet gelukkig mee.
  • De adel weigert oorlogen te voeren waar ze zelf geen voordeel aan hebben

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Bourgondische Rijk
Stamboom van de Bourgondische vorsten
Filips de Goede 

Slide 29 - Slide

Filips de Goede: 
- Brabant, Limburg Holland, Zeeland bij Bourgondië
- oprichting van de Staten-Generaal (1464)
- begint met centralisatiepolitiek

Karel de Stoute:
- Grote Raad van Mechelen opgericht (1473)
- veel gebiedsuitbreiding

Maria van Bourgondië:
- Groot Privilege (1477)


Tijdvak 4 Steden en staten
C - Geschiedenis nu
Deze slaan we over.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions