§1.4 De oude Egyptenaren

Het oude Egypte
In deze les kun je 11 punten verdienen! 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het oude Egypte
In deze les kun je 11 punten verdienen! 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Zet de cijfers 1 en 2 onder mekaar en geef antwoord op de 2 vragen:

1. Hoe heet het gebouw waar de man in de game van afglijdt?
2. De man gaat ook het gebouw in. Noem enkele dingen (bv voorwerpen) die de man in dit gebouw mogelijk kan tegenkomen:

(volgende dia: leerdoelen.

Slide 3 - Open question

Leerdoelen:
Aan het eind: 
1. kun je uitleggen hoe de Egyptenaren de Nijl gebruiken voor landbouw;
2. kun je verschillende inwoners indelen in de Egyptische sociale lagen;
3. kun je de Egyptische godsdienst omschrijven;
4. weet je de functie van een piramide. 
+ kun je de volgende begrippen omschrijven: 1. sarcofaag, 2. amulet, 
3. domestificatie, 4. fellah, 5. sjadoef, 6. canopen, 7. het amenti en 8. Ra
Next dia: 10 tijdvakken, daarna Google Maps Egypte

Slide 4 - Slide

Next dia: Google Maps Egypte, daarna sleepvraag.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Map

Sleep de punaise naar de plek waar Egypte ligt:

Slide 7 - Drag question

Middellandse Zee
Nijldelta
Nijl
Rode Zee
Bij wiskunde is Δ het symbool van een driehoek
Next dia: landbouw langs de Nijl.

Slide 8 - Slide

Landbouw langs de Nijl
Rond 5000 v. Chr. stoppen de eerste jager-verzamelaars met het leven als nomade (een persoon zonder vaste woonplaats) en beginnen een sedentair bestaan (wèl vaste woonplaats). Zij beginnen een boerenbestaan langs de Nijl en gaan ook dieren temmen (domesticeren). Gevolg is het onstaan van de landbouw.
Landbouwoverschotten zorgen ervoor dat niet iedereen meer boer (fellah)  hoeft te zijn. Daarom gaan mensen zich specialiseren in nieuwe beroepen, zoals ambachtsman, koopman, handelaar, soldaat of priester. Deze nieuwe beroepen zijn vooral in steden te vinden.
Kortom, er ontstaat een landouw-stedelijke samenleving (agrarisch-stedelijke samenleving) in het Oude Egypte.

Next dia: animatie irrigatie de Nijl.

Slide 9 - Slide

Om de vruchtbare grond langs de Nijl uit te breiden, vindt irrigatie (het met water bevloeien van droge grond) plaats door dijkjes en kanaaltjes aan te leggen. Om dit te organiseren is samenwerken heel belangrijk om zo ook de Nijl goed te beheersen. Dit heet ook wel de waterhuishouding. Bij deze samenwerking nemen enkele bestuurders de leiding. Gevolg is voor het eerst verschil in macht en aanzien.

Slide 10 - Slide

Opper-Egypte en Neder-Egypte
Verschillende koningen gaan oorlogen voeren tegen mekaar, waarschijnlijk ruzie om macht, aanzien en status.
Uiteindelijk blijven er 2 koningen over, de koning van Opper-Egypte (zuiden) en de koning van Neder-Egypte (noorden).
Koning Menes (ook wel Narmer genoemd) van Opper-Egypte weet rond 3000 v. Chr. uiteindelijk het hele rijk te veroveren. Menes wordt de eerste farao! Het woord 'farao' is afgeleid van de Egyptische woorden 'per aa', dat 'groot huis' (paleis) betekent.
Menes maakt van Egypte een (eenheids)staat, een land met duidelijke grenzen en met een bestuur in één plaats en waarin overal dezelfde regels gelden. De farao bestuurt Egypte als een alleenheerser (iemand die alle macht heeft). De machtigste farao is Ramses II (de Grote) (+ 1300 v. Chr.) en heeft 96 zonen en 60 dochters! 

Door oorlogen komt ook een einde aan de Egyptische Oudheid. In 332 v. Chr. wordt Egypte veroverd door Alexander de Grote uit Macedonië in sticht in de Nijldelta de stad Alexandrië. De laatste farao is Cleopatra die rond 50 v. Chr. trouwt met de Romeinse keizer Julius Ceasar, waarna Egypte een Romeinse provincie wordt.
Neder-Egypte (Beneden-Egypte)
Opper-Egypte (Boven-Egypte)
Next dia: samenleving Egypte.

Slide 11 - Slide

Samenleving in Egypte
In het Oude Egypte bestaat een gelaagde samenleving (hiërarchie). Dit betekent dat de bevolking in verschillende groepen (sociale lagen) is ingedeeld met van elkaar verschillende posities. 
Aan het hoofd van het bestuur staat de farao, een soort koning die als een God wordt vereerd. Hij heeft als taak: 
1. Baas van de administratie en de financiën;
2. de waterhuishouding regelen;
3. Aanvoerder van het leger;
4. Hogepriester van alle tempels.
De farao wordt ondersteund door priesters en ambtenaren. Helemaal onderaan de gelaagde samenleving vind je de slaven. Het is mogelijk om op te klimmen in de gelaagde samenleving.


Next dia: de steen van Rosetta.

Slide 12 - Slide

De steen van Rosetta
De Oude Egyptenaren gebruikten het hiërogliefenschrift. Meestal werd dit geschreven op papyrus. Papyrus (papier) wordt vanaf 3000 v. Chr.  gemaakt van de papyrusplant dat langs de Nijl groeit. 
Het hiërogliefenschrift bestaat niet meer, gelukkig kon dit schrift worden ontcijferd door de vondst van een steen in 1799 door de Fransen (o.l.v. Napoleon) die Egypte probeerden te veroveren. 
Op de steen van Rosetta staat namelijk 3 keer dezelfde tekst, namelijk 1. hiërogliefenschrift, 2. het demotisch schrift (oude Egyptische volkstaal) en 3. het Griekse schrift.

Het heeft 23 jaar geduurd om het super ingewikkelde hiërogliefenschrift te ontcijferen! Maar wat staat op de steen?
Afspraken over belastingen, schenkingen aan tempel, maatregelen tegen overstromingen van de Nijl en het oprichten van beelden van de koning. 

De steen van Rosetta kun je nu vinden in een museum in Londen (Engeland).


Next dia: godsdienst in Egypte.

Slide 13 - Slide

Godsdienst in Egypte
Het Oude Egypte kent een polytheïstisch geloof (een geloof met meerdere goden), waarin Zonnegod Ra de belangrijkste is. 
Alle goden kennen verschillende mythen (sprookjesachtige verhalen waarin goden een rol in spelen). 
Zo geloven de oude Egyptenaren dat de goden zorgen voor overstromingen van de Nijl die een vruchtbaar laagje modder (slib) op de akkers achterlaat. Priesters hebben de taak om de goden met offers en rituelen gunstig te stemmen.
Ook geloven de oude Egyptenaren in het hiernamaals. In dit dodenrijk (het amenti) heeft de overledene zijn eigen lichaam en spullen nodig om dóór te leven. Daarom ontwikkelen de oude Egyptenaren het mummificeren. Om er voor te zorgen dat de mummies van farao's eeuwig bewaard blijven, worden piramiden gebouwd. Een piramide wordt gezien als trap naar het hiernamaals. Organen worden uit het lijk gehaald en in grafvazen (canopen) bewaard.
Later worden kostbaarheden in de piramiden door dieven leeggeroofd. Daarom worden later rotsgraven in de Vallei der Koningen gebouwd. Daar wordt later ook alles leeggeroofd, behalve, de grafkamer van de 19-jarige Toetanchamon uit 1330 v. Chr. In 1992 vindt een archeoloog zijn kamer vrijwel onbeschadigd met 3500 kunstschatten! 


Next dia: filmpje de Nijl (2:00)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Twee uitspraken:
Uitspraak 1: Een sjadoef is een hefboom met een emmer om water over te scheppen van een rivier naar velden en beekjes.

Uitspraak 2: In de Nijl is nu een stuwstam (zie plaatje) gebouwd. Het gevolg/ De oorzaak is dat nu geen laagje vruchtbare slib langs de Nijl meer ligt.

(hierna filmpje + 1 min. over mummificatie)
A
1. juist, 2. het gevolg
B
1. juist, 2. de oorzaak
C
1. onjuist, 2. het gevolg
D
1. onjuist, 2. de oorzaak

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Uitspraak 1: Een oorzaak / gevolg van mummificatie is dat de oude Egyptenaren dachten dat het leven na de dood door ging in het hiernamaals

Uitspraak 2: Op de afbeelding hiernaast zie je een amulet / sarcofaag.
A
1. oorzaak, 2. amulet
B
1. oorzaak, 2. sarcofaag
C
1. gevolg, 2. amulet
D
1. gevolg, sarcofaag

Slide 18 - Quiz

Sleep de namen naar de juiste plek:
Next dia: quizvraag, daarna sleepvraag.
Rode Zee
Nijldelta
Middellandse Zee
Nijl 
Opper-Egypte
Neder-Egypte

Slide 19 - Drag question



Bij het vak geschiedenis heb je twee soorten bronnen, namelijk directe bronnen (= primaire bronnen) en indirecte bronnen (= secundaire bronnen)
Een directe bron  (= primaire bron) is een overblijfsel uit de tijd waarin de bron zelf gemaakt of gebruikt is.
Wie de bron heeft achtergelaten is dan van dezelfde tijd als de directe bron (= primaire bron) zelf.

Als de maker van de bron niet in dezelfde tijd als de bron leefde of niet aanwezig was bij de gebeurtenis waarover de bron gaat, dan is de bron een indirecte bron (= secundaire bron).
Korto, de steen van Rosetta is een...

A
geschreven primaire bron
B
ongeschreven primaire bron
C
geschreven secundaire bron
D
ongeschreven secundaire bron

Slide 20 - Quiz

Sleep de beroepen naar de juiste plek/ laag in de piramide:
ambachtsman
ambtenaar
slaaf
priester
farao
boer

Slide 21 - Drag question

Next dia: Filmpje Histoclips over 
Egypte (13:00).
Daarna kun je nog 6 punten verdienen!


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video


In de geschiedenis zijn heel veel zaken voortdurend aan het veranderen. Deze veranderingen worden door historici (geschiedkundigen) bestudeerd en beschreven. 

Toch zijn er ook veel zaken die een korte of lange tijd hetzelfde bleven. Ook dit wordt onderzocht bij het vak geschiedenis. Het verschijnsel dat zaken hetzelfde blijven heet continuïteit.
Bij welke zin is sprake van continuïteit?
A
Rond 30 v. Chr. wordt Egypte een Romeinse provincie
B
Het Hiërogliefenschrift van de Oude Egyptenaren wordt nu niet meer gebruikt.
C
Egypte is een staat in het werelddeel (continent) Afrika.
D
Bij geen van de genoemde zinnen is sprake van continuïteit

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je mensen die spullen uit het verleden opgraven?
A
Paleontoloog
B
Historicus
C
Archeoloog
D
Entymoloog

Slide 25 - Quiz

Twee uitspraken:
1. De rivier de Nijl stroomt van noord naar zuid.

2. Op het vruchtbare slib kun aan landbouw doen, maar van dit slib kun je ook stenen (zie plaatje) maken voor het bouwen van huizen.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 26 - Quiz

Uitspraak 1: Horus was de 'god van de lucht' en Osiris is de 'god van het dodenrijk'. Deze goden zijn gebaseerd op de wetenschap / een mythe.

Uitspraak 2: Het graf van Toetanchamon is in 1922 gevonden, dat is de 19e eeuw / 20e eeuw
A
1. de wetenschap, 2. 19e eeuw
B
1. de wetenschap, 2. 20e eeuw
C
1. een mythe, 2. 19e eeuw
D
1. een mythe, 2. 20e eeuw

Slide 27 - Quiz

In de aflevering zijn enkele Egyptische goden genoemd
Sleep de namen van de goden naar de juiste afbeelding:
God van het dodenrijk
De God die jouw hart op een weegschaal weegt.
Godin van de waarheid en gerechtigheid.
God van de zon.

Slide 28 - Drag question

Je ziet de 7 klassieke wereldwonderen. Sleep de 2 punaises naar de 2 afbeeldingen die in het Oude Egypte waren:

Slide 29 - Drag question

Zet de cijfers 1 t/m 4 onder mekaar en geef antwoord. Aan het eind:
1. kun je uitleggen hoe de Egyptenaren de Nijl gebruiken voor landbouw;
2. kun je verschillende inwoners indelen in de Egyptische sociale lagen;
3. kun je de Egyptische godsdienst omschrijven;
4. weet je de functie van een piramide.
+ kun je de volgende begrippen omschrijven: 1. sarcofaag, 2. amulet, 3. domestificatie, 4. fellah, 5. sjadoef, 6. canopen, 7. het amenti en 8. Ra

Slide 30 - Open question