Herhaling H5

Herhaling H5
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H5

Slide 1 - Slide

Lesplan
  •  Herhaling lesstof 
  • Opdrachten over de lesstof

Slide 2 - Slide

5.1 Waarnemen
  • Met je 5 zintuigen
  • Waarneming = groen licht in je ogen, seintje naar je hersenen, je ziet het groene licht
  • Prikkels = iets waarop een zintuig op reageert
  • impulsen = seintje dat naar de hersenen ging
  • Zenuwstelsel = alle zenuwen in je lichaam

Slide 3 - Slide

5.2 De huid
  •  Opperhuid = 2 delen
  • Hoornlaag & kiemlaag
  • Lederhuid heeft:
  • Tastzintuig, zweetklieren, talgklieren & poriën
  • Taken van je huid: bescherming tegen beschadiging, uitdroging, ziekteverwekkers en helpt regelen temperatuur
  • Brandwonden

Slide 4 - Slide

5.3 De oren
  • Buitenkant van je oor = oorschelp, deze vangt al het geluid op
  • Binnenkant = gehoorgang, trommelvlies, oorsmeerkliertjes, gehoorbeentjes, slakkenhuis, gehoorzenuw, buis van Eustachius 
  • Gehoorgang = waar geluid binnenkomt

Slide 5 - Slide

5.3 De oren 2
  • Trommelvlies = plaatje na gehoorgang
  • Oorsmeerkliertjes = kliertjes die oorsmeer maken
  • Gehoorbeentjes = trillen mee, geven door aan slakkenhuis
  • Slakkenhuis = geeft impulsen af aan gehoorzenuw
  • Gehoorzenuw = vervoert impulsen naar hersenen
  • Buis van Eustachius = verbinding oor en keelholte 

Slide 6 - Slide

5.4 De ogen 
  • Buitenkant oog = ooglid, wimpers, pupil, iris, harde oogvlies, hoornvlies
  • Pupil = zwarte rondje
  • Iris= gekleurde deel van je oog
  • Harde oogvlies = witte deel van je oog
  • Hoornvlies = vlies over pupil en iris heen 

Slide 7 - Slide

5.4 De ogen 2
  • Binnenkant van je oog = oogspieren, vaatvlies, netvlies, oogzenuw, glasachtig lichaam, lens
  •  Oogspier = spieren die ogen bewegen
  • Vaatvlies = middelste laag met veel bloedvaten
  • Netvlies = binnenste laag, impulsen van licht
  • Oogzenuw = geeft impulsen door aan hersenen
  • Glasachtig lichaam = doorzichtig deel in oog
  • Lens = zorgt dat je scherp ziet

Slide 8 - Slide

5.4 De ogen 3
  • Gele vlek = scherp zien wanneer hier licht op valt. 
  • Blinde vlek = waar de oogzenuw het oog verlaat. Hier kun je niets zien
  • Bijziend = als je alleen dichtbij scherp ziet
  • Verziend = als je alleen ver weg scherp ziet 

Slide 9 - Slide

5.5 Gedrag
  • Bewuste reactie = wanneer je kiest voor een reactie
  • Respons = wat je lichaam voor reactie geeft
  • Prikkels binnen & buiten je lichaam
  • Gedrag = reactie uit prikkels
  • Handelingen = dingen die je doet
  • Aangeboren & aangeleerd gedrag
  • Normen & waarden 

Slide 10 - Slide

Even oefenen!
  • Er volgt nu een kleine kennisquiz! 

Slide 11 - Slide

Wat is geen zintuig?
A
Ogen
B
Oren
C
Haren
D
Huid

Slide 12 - Quiz

Horen
Proeven
Ruiken
Voelen
Zien
Ogen
Huid
Neus
Oren
Tong

Slide 13 - Drag question

Welk zintuig is dit?
Je voelt pijn nadat je hard op je arm bent gevallen

Slide 14 - Open question

De opperhuid bestaat uit 2 lagen. Welke 2 zijn dit?

Slide 15 - Open question

Welke temperatuur is ons lichaam ongeveer?
A
35 graden
B
37 graden
C
39 graden
D
41 graden

Slide 16 - Quiz

Bij een brandwond moet je een dokter bellen
A
Ja , altijd
B
Ja, maar alleen bij 2de of 3de graads verbranding
C
Nee, is onzin
D
Nee, alleen wanneer je bijna helemaal verbrand

Slide 17 - Quiz

Hoe heet het deel van het oor dat aan de buitenkant zit en het geluid opvangt?

Slide 18 - Open question

Welk onderdeel aan de binnenkant van je oor geeft de trillingen door aan het slakkenhuis?
A
Het trommelvlies
B
Het slakkenhuis
C
De gehoorzenuw
D
De gehoorbeentjes

Slide 19 - Quiz

Welke delen van het oor maken oorsmeer?
A
Gehoorbeentjes
B
Oorsmeerkliertjes
C
Slakkenhuis
D
Trommelvlies

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het zwarte rondje in je oog?

Slide 21 - Open question

Wat is de functie van de oogspieren?

Slide 22 - Open question

Iemand kan van dichtbij slecht zien maar van ver af goed zien. Wat is hij dan?
A
Bijziend
B
Verziend

Slide 23 - Quiz

Wat is een respons?
A
Een prikkel van buiten het lichaam
B
Een reactie op een prikkel
C
Een waarneming met de zintuigen

Slide 24 - Quiz

Geef een voorbeeld van een handeling

Slide 25 - Open question

Een kitten voedt zich door te zuigen aan de tepel van de moederpoes
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 26 - Quiz

Een kind leert om schoenen aan te doen als deze naar buiten gaat.
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 27 - Quiz

Vrijheid.. is dat een norm of een waarde?

Slide 28 - Open question

Mensen die je voor het eerst ontmoet, geef je een hand. Norm of waarde?

Slide 29 - Open question

Wat is een belangrijke waarde voor jou?

Slide 30 - Open question