LSV jaar 3 week 50 ma

• Spaans / Exact
• MBO
• Studiejaar 4

Laatste loodjes...

We sluiten periode 10 af met het examen Gesprekken voeren.

Gesprekken voeren

Wat moet je kunnen?

1. Gesprek openen en afsluiten (week 46)
2. Spellen (week 48)
3. Bedanken (week 48)
4. Bestelling plaatsen (week 49)
5. Jezelf voorstellen (week 50)
6. Iemand anders voorstellen (week 51)
7. Aangeven waar iets is (week 2)

Gesprekken voeren

Jezelf voorstellen 

Per twee. Stel jezelf en vraag wie jouw klasgenoot is.

Je naam/leeftijd/woonplaats

Hobby's / Werk en Studie

Leerdoelen week 50

Moverse por Madrid

• Je kunt de weg wijzen en vertellen welke vervoersmiddelen je nodig hebt.
• Het werkwoord ir
• Gebruik muy en mucho
• Voorzetsels a en en, de combinatie a met een lidwoord.

Tekstboek  blz 56

Moverse por Madrid

6b Madrid en metro

Lee el texto y marco los medios de transporte que se mencionan.

6c Onderstreep in de tekst van oefening b much/a/os/as en muy en vul het schema aan.

Wanneer gebruik je muy en wanneer mucho (zie instructie)?

Werkboek blz 56

Moverse por Madrid

6 Sonidos de la ciudad.

Luister naar de geluiden en schrijf in het Spaans op welke vervoersmiddelen je hoort.

7 Vul de ontbrekende vormen van ir in..

yo                                  voy

tú                                   vas

él, ella, usted            va

nosotros                     vamos

vosotros                      vais

ellos, ellas, ustedes van

Tip:

Maak een foto voor de volgende quizvragen...

2. ¿Comemos primero o .................a la oficina?

Yo siempre................a ese restaurante y como el menú. Es muy bueno

Si ........................a la reunión, podeís conocer a los nuevos clientes.

Juan, ¿..................as departamento de Marketing?

Eva prefiere asistir al congreso en Valencia, pero yo ............a Santiago

Mi colega vive en el centro y siempre ............a pie o en bicicleta.

¿Vosotros también ..............en metro al aeropuerto?

Werkboek blz 56

Moverse por Madrid

Inleveren in Teams voor vrijdag 10 december !

Oefening 8

Oefening 9

Het verschil tussen muy en mucho

Blz 142 van je tekstboek 10.1

Muy staat voor bijvoegelijke naamwoorden of bijwoorden

Als bijwoord is mucho (heel/veel/vaak)onveranderlijk en staat het bij werkwoorden of los

OJO: Als bijvoeglijk naamwoord is mucho veranderlijk en richt zich naar het bijbehorende zelfstandig naamwoord.

Muy = HEEL / Mucho = VEEL

Daarmee dek je de hele uitleg eigenlijk wel

Het werkwoord - ir - gaan

Blz 136 van je tekstboek Belangrijke onregelmatige werkwoorden

yo voy

tú vas

él va

nosotros vamos

vosotros vais

ellos van

Voorzetsels "a" en "en"

Blz 144 van je werkboek Voorzetsels 

Voorzetsel a (al + el = al)

Voorzetsel de (de + el = del)

Voorzetsel en