LS2/STL2 Les 5 - de weg wijzen 28-3

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1,3

Leerdoelen 

- We oefenen met luisteren voor de toets

• Je kan het werkwoord HAY gebruiken in het Spaans
• Je kan een stad beschrijven
• Je kent het verschil in gebruik tussen muy en mucho

Reader p. 15

Oefenexamen E,  F

E

F

Tekstboek  blz 54

Por la ciudad - una ciudad para enamorarse

2 Vivir y trabajar en Barcelona

2b. Escucha algunos sonidos. ¿Con qué lugar de la ciudad los relacionas?

Tekstboek  blz 55

3. ¿Que hay en Barcelona?

3a. Lee estas frases y marca las que se refieren a Barcelona

Werkboek  blz 55

3. ¿Que hay en Barcelona?

Kies steeds het juiste werkwoord

Tekstboek  blz 55

5. Una ciudad que me gusta

Neem een stad in gedachten en schrijf er kort wat gegevens over op. 

¿Donde está?

¿Que hay?

¿Cómo es?

¿Que (no) te gusta?

Tekstboek  blz 56

Moverse por Madrid

6b Madrid en metro

Lee el texto y marco los medios de transporte que se mencionan.

6c Onderstreep in de tekst van oefening b much/a/os/as en muy en vul het schema aan.

Wanneer gebruik je muy en wanneer mucho (zie instructie)?

Het verschil tussen muy en mucho

Blz 142 van je tekstboek 10.1

Muy staat voor bijvoegelijke naamwoorden of bijwoorden

Als bijwoord is mucho (heel/veel/vaak)onveranderlijk en staat het bij werkwoorden of los

OJO: Als bijvoeglijk naamwoord is mucho veranderlijk en richt zich naar het bijbehorende zelfstandig naamwoord.

Muy = HEEL / Mucho = VEEL

Daarmee dek je de hele uitleg eigenlijk wel

Werkboek blz 56

Moverse por Madrid

Oefening 8

Werkboek blz 56

Moverse por Madrid

6 Sonidos de la ciudad.

Luister naar de geluiden en schrijf in het Spaans op welke vervoersmiddelen je hoort.

7 Vul de ontbrekende vormen van ir in..

yo                                  voy

tú                                   vas

él, ella, usted            va

nosotros                     vamos

vosotros                      vais

ellos, ellas, ustedes van

Tip:

Maak een foto voor de volgende quizvragen...