Oefentoets

Oefentoets
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefentoets

Slide 1 - Slide

Wat is decubitus?
A
een beschadiging van de huid die ontstaat door langdurige druk
B
een beschadiging van de huid die ontstaat door schuifkracht
C
een beschadiging van de huid die ontstaat door een combinatie van langdurige druk en schuifkracht
D
niet wegdrukbare roodheid

Slide 2 - Quiz

Wat zijn bij bedlegerige cliënten de 2 plaatsen waar decubitus het meest voorkomt?
A
stuit en hielen
B
stuit en schouders
C
schouders en hielen
D
oorlel en hielen

Slide 3 - Quiz

Wat is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van decubitus op een specifieke plaats?
A
diabetes
B
eiwittekort in de voeding
C
te hoge druk op de huid
D
weinig beweging

Slide 4 - Quiz

Welke groep cliënten loopt het meeste risico op het ontwikkelen van decubitus?
A
mensen die bed- of rolstoel gebonden zijn en weinig bewegen
B
mensen met een slechte algemene conditie
C
ouderen
D
te dikke mensen

Slide 5 - Quiz

Hoe ziet decubitus categorie I eruit?
A
een blaar op de huid
B
niet wegdrukbare roodheid
C
niet wegdrukbare roodheid en een blaar
D
wegdrukbare roodheid

Slide 6 - Quiz

Hoe ziet categorie II van decubitus eruit?
A
uitgebreide rode plek
B
diepe wond
C
blaar en ontvelling
D
gele wond

Slide 7 - Quiz

Niet zinvolle maatregelen zijn:
A
massage en antidecubitus crème
B
inpakken van hielen en gebruiken schapenvacht
C
föhnen
D
alle hierboven genoemde

Slide 8 - Quiz

Leg uit wat secundaire preventie inhoudt?

Slide 9 - Open question

Een collumfractuur komt vooral voor bij oudere zorgvragers.
Welke behandelmogelijkheden kan een arts hierbij overwegen?

Slide 10 - Open question

Welk virus veroorzaakt een koortslip?
A
Herpes stomatitis.
B
Herpes simplex.
C
Herpes zoster.

Slide 11 - Quiz

Zorgvragers die een chemokuur ondergingen, hebben vaak voor korte of langere tijd een verminderde afweer.
Wat laat het bloedbeeld van iemand met een verminderde afweer zien? Een verlaagd aantal:
A
trombocyten.
B
erytrocyten
C
leukocyten.

Slide 12 - Quiz


Duchenne is een vorm van spierdystrofie waarbij de verschijnselen zich vertonen tussen achttien maanden en drie jaar.
A
Kinderen vallen opvallend vaak.
B
Traplopen gaat moeilijk.
C
Veel spierpijnklachten.
D
Op oudere leeftijd vallen zorgvragers regelmatig.

Slide 13 - Quiz

Welke onderstaande maatregelen horen bij de gegeven infectieziekten?

Gedwongen isolatie thuis of in een ziekenhuis, verbod op uitvoeren van werk. Daarnaast wettelijke maatregelen voor mensen die in contact zijn geweest met de zieke.
A
Polio
B
Covid
C
MRSA
D
Hepatitis B

Slide 14 - Quiz

Welke onderstaande maatregel horen bij de gegeven infectieziekten?
Advies om geen risicovolle handelingen uit te voeren in gezondheidszorg.
A
Hepatitis B
B
Polio
C
MRSA
D
Covid

Slide 15 - Quiz

Antibiotica worden ingezet om ernstige of bedreigende bacteriële infecties te bestrijden. Ze kennen ook de nodige bijwerkingen. Als zorgverlener moet je observeren op de belangrijkste bijwerkingen.
Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen?
A
Allergie, huiduitslag en benauwdheid
B
Allergie, obstipatie en benauwdheid
C
Hypertensie, hyperthermie en obstipatie

Slide 16 - Quiz

Bij het inzetten van de behandeling(en) van kanker gebruiken artsen wel eens de termen curatief, adjuvant, neo-adjuvant, palliatief en onderhoudsbehandeling. Deze termen zeggen iets over het doel van een bepaalde behandeling.
Welke omschrijving van het doel past bij welke behandeling?
A
Curatieve behandeling is aanvullend, na de operatie om het risico te verkleinen dat de kanker terugkomt.
B
Palliatieve behandeling richt zich op het remmen van de ziekte, het verlichten of voorkomen van klachten.
C
Onderhoudsbehandeling wordt gegeven voor een operatie met de bedoeling een tumor te verkleinen.

Slide 17 - Quiz

Zijn onderstaande tumoren goedaardig of kwaadaardig en uit welk weefsel zijn ze ontstaan?
A
Poliep is goedaardig en spierweefsel
B
Leukemie is kwaadaardig en botcellen
C
Neuroblastoom is kwaadaardig en zenuwcellen
D
Lipoom is kwaadaardig en vetcellen

Slide 18 - Quiz

Meneer de Groot heeft zijn heup gebroken en heeft acht weken geleden een heupprothese gekregen. Hij is opgenomen op de revalidatieafdeling. Zijn bot is in vier fasen genezen.
Wat gebeurt er bij de vier fases van botgenezing?

Slide 19 - Open question